Openbare vergadering van den Raad der
gemeente Putte van"1 September 1931 des namiddags 7 uur.
-Aanwezig zijn de heeren H. Hendriks, H. Wijnings, P. Hoender
vangers, A.T. Verschuuren en J.L. de Clerck.
Voorzitter dhr. P.J. van de Ven, burgemeester tevens secretaris.
De V. opent te 7 uur de vergadering en stelt achtereenvolgens
aan de orde
1. Beëediging en installatie
der raadsleden
De Voorzitter zegt, dat op 20 Juni jl. eene stemming heeft
plaats gehad ter verkiezing vah 7 raadsleden, welke tot uitslag had, dat
van lijst 1 vijf raadsleden, van lijst 2 twee raadsleden benoemd verklaard
moesten worden; dat de benoeming der benoemd verklaarden-heeft plaats ge-
^had; dat alle de benoemden van lijst 1 hunne benoeming hebben aangenomen;
"dat de 2 benoemden van lijst 2 hunne benoeming niet aannamen hetwelk tot
gevolg had, dat de nummers 3^/m 12 die achtereenvolgens werden benoemd
het voorbeeld hebben gevoegd of moeten volgen van nummer 1 en 2 dat alle
brieven houdende weigering der aanvaarding van hunne benoeming door dezelf
de hand werden geschreven; dat in de vergadering van den Raad van 7 Augus
tus 1931. tot toelating der 5 benoemden van lijst 1 werd besloten, nadat
hunne geloofsbrieven waren goedgekeurd; dat Heeren Gedeputeerde Staten
dezer provincie na ontvangst van tal van klachten of verdachtmakingen van
de aanhangers van lijst 2 van meening waren in deze aangelegenheid gebruik
te moeten maken van de bevoegdheid in art. 35 der gemeentewet hen toegekenc
en dat zij alle klachten en verdachtmakingen hebben onderzocht en eene
telling van stembiljetten enz. enz. verrichtten, hetwelk tot gevolg had
dat zij het besluit van den Raad van 7 Augustus 1931 tot goedkeuring der
geloofsbrieven en tot toelating der raadsleden hebben gehandhaafd; dat het
weigeren der benoemden van lijst 2 tot het aanvaarden van hunne benoeming
oorzaak is dat de raad thans nèfe onvoltallig is en de raad noodgedwongen
met 5 leden de gemeente zal moeten besturen, hetgeen hen best toevertrouwd
is, wanneer een terugblik wordt geslagen op de zittingsperiode die achter
.ons ligt, waarin de Raad van 1928 af regelmatig moest vergaderen zonder
'aanwezigheid van de leden van de groep van lijst 2, die zonder kennisge
ving wegbleven, en dat wel gebleken is, dat zulks best is gegaan, wanneer
nagegaan wordt wat in dien tijd tot stand kwam, waarbij hij alleen wil
wijzen op de zuivering van de waterloopen en verbetering van wegen, die
Putte in" de zeer natte periode-, welke achter ons ligt, van overstrooming
als voorheen heeft gevrijwaard.
Alvorens over te gaan tot beëedigiixg der raadsleden, wijst hij hen
er op, dat zij eerst den zoogenaamden zuiverings- en ambtdeed hebben af te
leggen, waarin respectievelijk onder eede wordt verklaard, dat zij om tot
lid van den Raad te worden benoemd niets hebben beloofd of gegeven en dat
zij trouw zweren aan de Grondwet, de wetten des Rijks en dat zij de be
langen der gemeente Putte met al hun vermogen zullen voorstaan en behartig*
Nadat allen verklaard hebben bereid te zijn de voorgeschreven
eeden af te leggen, geeft de Voorzitter de af te leggen eeden weer, waarna
elk lid in handen van den Voorzitter die eeden aflegt.
De Voorzitter wenscht dan de benoemden geluk met hun raadslidmaat
schap, vertrouwt op aller bereidvaardigheid en hulp om Putte naar best
vermogen te besturen, hoopt, dat zij alle vergaderingen- al mag dan ook
al eens een besluit vallen hetwelk zij liever anders hadden gezien- wan
neer dat eenigzins mogelijk is zullen bijwonen, dat in de vergadering
L