Openbare vergadering van de Commissie
bedoeld in artikel 131 der Gemeentewet op Vrijdag 20 Juni 1930
des namiddags te half 8 uur.
Aanwezig zyn de heeren: G.Matthessen, H.Kerstens, L.Jansen,
C.Sluijts, L.Buijs, A.Verschuuren en P.J.van Linden.
Voorzitter P.J.van de Ven, Burgemeester.
De Voorzitter opent te 7.30 uur de vergadering.
De Voorzitter zegt, dat bij enkele candldaatsstelling de boven
gemelde heeren werden benoemd tot lid der commissie uit de ingezetenen
ter behandeling van het bij schrijven van Heeren Gedeputeerde Staten der
Provincie Noord-Brabant van 28 Mei 1930 G Nr.347, Ve Afdeeling, ingekome
ontwerp van wet tot vereeniging der gemeenten Ossendrecht en Putte, ver
gezeld van eene memorie van toelichting.
Hij stelt dan voor de benoemde leden den eed te doen afleggen
dat zij de belangen der gemeente Putte naar eet en geweten zullen behart
igen en dat zij om tot lid dier commissie te worden benoemd niets hebben
beloofd of gegeven.
Allen verklaren zich bereid tot het afleggen van dien eed.
De Voorzitter geeft daarop voorlezing van het eedsformulier
waarop alle leden den eed afleggen.
Hierna wordt overgegaan tot behandeling van het ontwerp van
wet met memorie van toelichting.
De Voorzitter stelt voor op deze vergadering het reglement vai
orde voor de vergadering van den Raad der gemeente van toepassing te ver-
klaren.
Hiertoe wordt met algemeene stemmen besloten.
De Voorzitter zegt deaverlangd het wetsontwerp afetikelsgewyze
te zullen voorlezen.
De heer Verschuuren zggt, dat zulks overbodig ls, daar het
ontwerp voldoende bekend is.
Meerdere andere leden leggen eenzelfde verklaring af.
4