4
t OPENBARE vergadering van den Raad der gemeente
A PUTTE op Maandag 29 December 1930 des namiddags te 6.45 uur,
Aanwezig zijn de heeren: F. Wouters, H. Hendriks H. Wijnings
P. Hoendervangers en Ph.' Hendrikx.
Afwezig: A.G. Leys en L. van de Sande.
Voorzitter dhr. F.J. van de Ven, burgemeester tevens secretaris,
De Voorzitter opent te 7 uur de vergadering.
Tot voorstemmer wordt aangewezen No. 1 van den presentielijst
dhr. H. Hendriks.
1. Vaststelling der notulen
van de vorige vergadering.
Deze worden met algemeene stemmen onveranderd vastgesteld,
2, Mededeeling van ingekomen stukken.
a. De Voorzitter zegt, dat hij met afwijking van zijn gewoonte
ditmaal bij hoofdelijke oproeping de leden over de notulen der vorige verga
dering heeft laten stemmen en zulks in verband- met een ingekomen schrijven
Whn Ged. Staten van 16-30 December 1930, G. Nr. 32, IVe Afdeeling waarbij om
bericht en Raad werd gevraagd omtrent een door D.H. Groenewege te- Putte ge
zonden schrijven aan heeren Ged. Staten waarin onder meer aan Ged. Staten
wordt bericht dat het lid van den Raad Philippus Hendrikx zou beweerd hebben,
dat de Raad omtrent de door Ged. Staten genomen beslissing inzake aan D.H.
Groenewege toegekende vergoeding ex art. 13 der Lager Onderwijswet 1920 in
Inoger beroep zou gaan. Verder wordt er in beweerd dat A.G. LEYS en nog 2
andere raadsleden zoo noodig onder eede wilden verklaren dat de Burgemeester
zoo dikwijls onjuiste notulen opmaakte. Daarna geeft de Voorzitter lezing
van het schrijven zulks onder uifldrukkelijk verlangen van Burgemeester en
Wethouders.
De Voorzitter merkt dan nog op dat A.G.*LEYS en de TWEE andere
raadsleden er een eigenaardig idee op na houden omtrent hun raadslidmaatschap
terwijl zij sedert eind 1928 geene vergadering meer bijwoonden en dat zij nu
met dergelijke snoesjes voor den dag komen, terwijl zij destijds zonder eeni-
ge opmerking of bezwaar aan de voorgelezen notulen hunne goedkeuring hebben
gehecht. Hij wil er verder niets- meer over zeggen en het ingekomen bezwaar
schrift naar waarde beantwoorden.
•Hij stelt namens Burgemeester en Wethouders voor de mededeeling
or kennisgeving aan te nemen, nadat hij nog aan Ph. Hendrikx had gevraagd,
of hij werkelijk aan- D.H. Groenewege had gezegd, dat de Raad in beroep zou
gaan, waarop hij (Ph. Hendrikx} bevestigend antwoordde en waarop de Voorzit
ter hem opmerkte dat hij toch de notulen mede goedkeurde, waarin van geen
beroep sprake is.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt daarna met
algemeene stemmen aangenomen.
3, Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
wijziging der begrooting 1930.
De Voorzitter somt de noodige wijzigingen op, waarna tot wijzi
ging der begrooting wordt besloten.
4. Benoeming van leden in de commissie tot wering van School
verzuim.
De Voorzitter zegt, dat aan do beurt van aftreding zijn op 1
Januari 1931 de heeren H. Hendriks, J.S.C. Bastiaanse en Ph. Hendrikx,- en
stelt voor over te gaan tot het benoemen van leden voor deze commissie.
j In de vacature van den heer H. Hendriks wordt deze met algemeene
stemmen benoemd; in de vacature Ph. Hendrikx, de heer H. Wijnings met
4