f
i
t-
1
Notulen der vergadering van den
Raa d d.d. 1 Februari 1928 v.m. 11 uur.
Aanwezig alle leden
Voorzitter de heer F. wouterswaarnemend burgemeester.
1. Installatie burgemeester F.J. van de Ven.
De Voorzitter opent de vergadering en zegt,deze vergadering bijeen
geroepen te hebben ter installatie van den nieuw benoemden burgemees
ter,de heer F.J. van de Ven.
Daar de burgemeester momenteel op de Pastorie vertoeft,stelt hij
voor de vergadering een oogenblik te schoreen en den burge oester
door 2 raadsleden te doen afhalen. Hij zou hiervoor de heeren Wijnings
en van Linden willen aanwijzen.
De heeren ijnings en van Linden verklaren zich hiertoe bereid en
de Voorzitter schorst de vergadering.
De heer F.J. van de Ven verschijnt dan ter vergadering en de Voor
zitter heropent de vergadering en verzoekt den secretaris het benoe
mingsbesluit van den heer F.J. van de Ven voor te lezen.
Na voorlezing van het benoemingsbesluit neemt de Voorzitter opnieuw
hetv®Dord en spreekt den heer van de Ven als volgt toe:
Edelachtbare Heer Burgemeester.
Als wethouder en waarnemend burgemeester is aan mij de taak opge
dragen u,namens den Raad,het welkom toe te roepen. En daar ik die
taak met sympathie aanvaard,zoo is het mij een eer en een voorrecht
TJ mede namens den Raad en de bevolking geluk te wenschen met de
hooge onderscheiding die U is te beurt gevallen door uwe benoeming
als burgemeester onzer gemeente.
Moge uw bestuur voor de gemeente Putte tot in de verre toekomst
zegenrijk blijven zoo tot uw eigen voldoening als tot heil der bevolk
Moge Gods zegen op al uwe handelingen rus ten,dan kan het niet
anders of de gemeente zal een tijdperk van bloei,orde en velvaart
tegemoet gaan.
Mijnheer de Burgemeester! Gij zult daarbij op den voortdurenden
steun van ons allen en ook van de bevolking kunnen rekenen.
Onder de bede,dat gij er onder de hulp van God er in moogt slagen
om te vervullen de goede bedoelingen,waarmede gij in het belang der
gemeente in deze Uw krachten hebt beschikbaar willen stellen,noodig
ik U thans uit den voor U bestemden voorzitterszetel te willen innemen
en verklaar ik U geïnstalleerd als burgemeester der gemeente Putte."
Met een 1 oord van dank voor de geuite gelukwenschen neemt dan de
heer F. J. van de Ven het voorzitterschap van den Raad van den heer
F. "outers over en verleent het woord aan den heer H. Wijnings.
De heer Wijnings spreekt als volgt:
Edelachtbare Heer Burgemeester"
Met ongeduld hebben wij uwe installatie tegemoet gezien. Voor u
en ook voor ons is dit een zeer gewichtige dag.
Voor u is het een keerpunt op uw levenspad.Voor u wordt vandaag
het terrein verbreed,waarop gij als gezagdrager uwe groote gaven zult
mogen gebruiken.Het gezag,dat gij moet dragen in naam der Koningin,
aan wie gij beloofd hebt,dat gezag hoog te houden en uit te oefenen
tot het heil van de onderdanen,die zij aan u heeft toevertrouwd.
Voor ons is het een blijde dag. Eindelijk heb en wij weer een
burgervader en een waar we tegenop kunnen zien. Een burgemeester met
groote gaven van hart en geest,begaafd met het woord en met een vaste
regeerdershand.
De toekomst is voor ons gesloten,maar wij hopen,neen verwachten,
niet anders,dan dat er voor Putte een nieuwe tijd gaat aanbreken en
dat welvaart,vrede,bloei en eendracht zullen voortkomen uit het
bestuur van onzen nieuwen burgemees tor,die hier in ons midden staat
in de volle kracht van zijn mannelijke jaren,bezield met hooge
idealen,met een grooten en sterken wil,om van onze kleine gemeente
te maken een gelukkige,welvarende voorpost van ons geliefde Nederland.
Wij,de leder van den Raad,wenschen u te helpen,U te steunen en
bij te staan in het volbrengen van den moeizamen arbeid,die U wacht.
Zooals U burgemeester voor geen gevaar terugdeinst,willen ook wij
op Uw voorbeeld,pal staan en niet wijken voor moeili,'kheden,maar
steeds en hbüc immer het gemeentebelang als ons doel nastreven.