Openbare vergadering van den Raad der gemeente Putte op Vrijdag 26 October 1928 des ha- middags te half 6. Aanwezig zijn de heeren: H.Hendriks, wethouder en de heeren H. Wijnings, P.Hoendervangers, Ph.Hendrikx, L.van de Sande en A.Q.Leijs leden. Afwezig wethouder Wouters met kennisgeving. Voorzitter dhfc.F.J.van de Ven, Burgemeester tevens secretaris. De Voorzitter opent te 5.30 de v-rgadering. Tot voorstemmer wordt aangewezen Nr,3 van de presentielijst dhr. L.van de Sande. De Voorzitter stelt achtereenvolgens aan de ordei 1.Vaststelling van de notulen der vorige vergadering. Na voorlezing worden deze met algemeone stemmen onveranderd vast gesteld. 2.Mededeeling van ingekomen stukken. a.Provinciaal Bijblad Nr.19 van 1928. De Voorzitter zegt, dat de niouwe benoemde Commissaris der Konfng- in in de Prov.Noord Brabant bericht, dat hij zijn benoeming per 20 Sept. 1928 heeft aanvaard. Wordt voor kennisgeving aangenomaa. 3.Beroepschrift van J.Groenewege inzake weigering van een bouwvergunning. De Voorzitter leest het ingekomen beroepsch rift voor en geeft darop regelmatig toelichting, en zegt verder dat Burgemeester en Wet houders niet op hun besluit kunnen terugkomen en dat hij nergens een be sluit heeft kunnen vinden, waarin de rooilijn daar ter plaatse voor do gemeente Putte weöd vastgesteld, zoodat requestrant niet kan schrijven dat hij zoo of zoover achter de rooilijn bouwt. Dhr.Leijs vraagt of het niet geregeld kan worden, dat fiejf garage op een andere plaats komt te staan. De Voorzitter zegt, dat dan dé geheele aangelegenheid van voren af aan moet beginnen cn dat requestrant dan een ander verzoek moet in dienen en verder dat Burgemeester en Wethouders er niet op tegen zijn dat de garagnegebouwd wordt als ze gebouwd wordt op een plaats waar anderen er geon last van hebben. Dhr.van de Sande zou er toch voor zijn om te laten bouwen. Dhr.Wijnings zegt, dat het wel goed zou zijn als de heeren zelf eens ter plaatse dan toestand gingen opnemen. De manier waarop de heer Groenewege bij den bouw tewerk is gegaan is meer dan ergerlijk en hij kan niet begrijpen, dat hij daarvoor indertijd toestemming gekregen heeft. Dhr.Leijs wil dan de beslissing tot een volgende vergadering ver dagen om zoodoende de heeren raadsleden de gelegenheid te geven ten toe stand ter plaatse op ten nér|©a.

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1928 | | pagina 71