5,Benoeming van een gemeente - ontvanger. De Voorzitter zegt, dat Burgemeester en Wethouders voor de benoeming eene aanbeveling hebben opgemaakt, waarop geplaatst worden 1.Jac.Hendriks, 2.Jos Vorkuijl, beiden wonende te Putte. Tot stemopnemers worden benoemd de beide wethouders. lste benoeming. Uitgebracht werden 7 stemmen, waarvan 0 in blanco, 4 stemmen op den heer Jacobus Hendriks en 3 stemmen op den heer P.Sloven, zoo dat tot ontvanger der gemeente Putte is benoemd dhr.Jac,Hendriks te Putte, die met zijne benoeming in kennis zal worden gebracht. 6.Verzoekschrift van C.J. Groenewege - van Arckel-Koudsijn om eene vergoeding als bedoeld in art.13 der L.O.wet 1920. De Voorzitter zegt, dat dit kind tot voor kort schoolging te Antwerpen, waarvan de kosten door de verzorgster zelf werden ge dragen. Thans, wil de verzorgster het kind doen schoolgaan te Bergen /^eene op Zoom, waart egen^bezv/ar en bestaan, doch z.i.behoeft de Kaad in dez geen vergoeding tc verleenen, daar de kosten wellicht niet hooger zullen loopen dan te Antwerpen. Burgemeester en Wethouders stellen voor op het verzoek af wijzend te beschikken, op gronden in het ontwerp raadsbesluit neer gelegd. Met 5 tegen 2 stemmen wordt hst voorstel van Burgemeester en Wethouders aangenomen. Vóór de heeren H.Wijnings, F.Wouters,H.Hendriks en g,Hoender vangers, en Ph/Hendrikx. Tegen de heeren A.G.Leijs en L.van der Sande. 7.Voorstel tot verhooging van de pensioen grondslag van den heer C.J. Lcijs, oud gemeente-ontvanger. De Voorzitter zegt, dat heden op dexaanvrage van dhr.Leijs om pensioen als secretaris, ontvanger en ambtenaar van den burger-^ lijken stand niet is beslist kunnen worden, omdat de pensieongrond- slagen niet in overeenstemming waren gebracht met zijne wedde, al thans voorzoover de pensioengrondslag als ontvanger betreft. De pensioengrondslag werd bepaald op f.775.- terwijl zijn wedde f.825.- bedroeg. In verband hiermede stelt de Voorzitter voor de pensioen grondslag als ontvanger op f.825.-te bepalen. De heer Wijnings is er op tegen. Hij zegt, dat iemand, die zijn geheele leven niets anders gedaan heeft dan de gemeente in den grond trachten te krijgen geen recht kan doen gelden, pensioen te krijgen van diezelfde gemeente.

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1928 | | pagina 63