Volgnummer loa. Bij de behandeling van post 10a vraigt de heer Leijs waarvoor het bedrag ad f.200.- is uitgetrokken. De Voorzitter zegt, dat de heer Leijs dit heel goed weet, dat hij er destijds zelf zijn stem voor gegeven heeft, en dat dit bedrag uitgegeven is aan dhr,J.B.W.Meerbach, toen de oud-secretaria ziek is geworden. Dhr.Leijs vraagt of hiervan een raadsbesluit is. De /oorzitter toont dhr.Leijs dit raadsbesluit waarop de heer Leys zegt er niots van te weten dat ooit een dergelijk besluit genomen is. De Voorzitter merkt dhr.Leijs op niet met zulk een onzin voor den dag te komen en niet te ontkennen wat hij zelf heeft medegostemd en zich vooral niet van den dómmejfi te houden. In verband met een bemerking van den heer Leijs als zou vroeger gezegd zijn, dat die werkzaamheden niets zouden kosten zegt de Voorzitter "dat toen de oud-secretaris zijn werk niet meer afkon althans deed of hij het niet meer afkon er toon hulp noodig was en dat hij hieromtrent ni ts meer wil zeggen. Volgnummer 12. Bij de behandeling van vlgnummer 12 vraagt dhr.Wijnings of deze post in Ossendrecht ook zooveel beloopt, waarop de Voorzitter zegt, dat in de gemeente 03s ndrecht deze post f.250.— bedraagt en deze gemeente toch ruim twee maal zoo groot is asl de""gemeente Putte. Dhr.Leijs vraagt aan de Voorzitter of al het materieel en drukwerk dat vroeger besteld werd al verbruikt is. De Voorzitter vindt het jammer dal de heer Lijs deze vraagt stelt, hij had daar liever niet over gesproken. Nu voelt hij zich verplicht te zeggen dat er nog ontzaglijk veel materie 1 vooj handen is, materieel dat rreds lang onbruikbaar is door de slechte verzorg ing, het doorheen opbergen van het materieel en dat zeer veel materieel aanwezig is, dat in de loop der tijden onbruikbaar is geworden en materieel dat te veel besteld is of voor de gemeente Putto nnnoodig. Op dit materieel fhad heel veel bezuinigd kunnen worden, het heeft er z.i. de schijn naar dat maar raak besteld is zonder dat men wist way men bestelde. Volgnummer 30a. Dhr.Leijs vraagt aan wie deze legesgelden werden terugbetaald. De V.zegt, dat deze terug betaald werden aan dhr.Wijnings en Hend driks, waarbij deze heeren opmerken dat de heer Leijs best weet, dat deze gelden voftgens schrijven van Gedeputeerde Staten moetsen terug betaald word en en dat zij dit schrijven toen weggemoffeld hadden. Dhr.Leijs vindt het maar gemakkelijk gelden uit de kas te halen nu men de baas is. De V.verzoekt dhr.Leijs dergelijke uitdrukkingen niet meer te bezia en daar er hier niets uit de kas te halen valt en dat het hier bedragen geld die hij zelf-deheer Leijs- onrec tmatig te veel had gevorderd. Wethouder Hendriks zegt, dat er vroeger wel gelden uit de kas werd en gehaald maar nu niet meer. De Voorzitter verzoekt den heer Hendriks daar niet meer over te spreken. Dhr.Leijs zegt, dat van die terugbetaling geen geldig raadsbesluit is, waarop de V.hem het raadsbesluit tot af- en overschrijving tbont en zont dat dit door den heer Leijs zelfi is mede vastgesteld. I -

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1928 | | pagina 56