Op voorstel van B.en W.worden de opcenten op de hoofdsom der
Personeele Belasting bepaalt op 120 en die der R.I.B.op 125.
Bij de behandeling van de G.I.B.wordt besloten het heffingsper
centage in Maart 1929 vast te stellen nadat juister gegevens omtrent de op
brengst zullen bekend zijn.
Dhr.V/ijnings stelt voor de aftrek voor het noodzakelijke levens
onderhoud niet te handhaven gelijk die in 1927 is vastgesteld daar deze voer
samenwonenden te drukkend is.
De V.zegt deze aangelegenheid bij de vaststelling van het per
centage van heffing te zullen behandelen.
Hierna wordt de begrooting met algemeene stemmen vastgesteld.
6.Verzoek van de Commissie
tot voorbereiding van werkverruiming
in Westelijk Noord-Brabant tot toekenning
eener bijdrage.
De Voorzitter stelt namens B.en W.voor het verzoek afwijzend
te beschikken.
5.Verzoek van de Commissie
van Vakonderwijs van den Algemeenen
Nederlanschen Politiebond om een
jaarlijksche bijdrage.
De Voorzitter stelt namens B.en W. voor op het verzoek afwijzend
te beschikken.
Aldus wordt besloten.
8.Verzoek van Jos Verhezen
Henr.zoon tot aan- en verkoop van
grond.
De Voorzitter licht deze aangelegenheid toe en zegt, dat Ver
hezen aan de gemeente f.25.-zal betalen voor den gekochten grond.
Besloten wordt als door B.en W. werd voorgesteld.
De Voorzitter zegt deze aangelegenheid te zullen afwerken.
9. Vuorstex van Burgemeester
en wethouderé tot onbewoonbaarverklaring
van een woning.
De Voorzitter zegt, dat de Gezondheidscommissie gezeteld te
Bergen op Zoom bij haar schrijven van 3 Juli 1928 Hr.99 adviseert de woning
staande Kerkhofdreef Wijk B.Nr.36 onbewoonbaar te verklaren.
Hij zegt verder, dat voor een paar jaren hetzelfde advies werd
gegeven, waaraan tot heden geen gevolg werd gegeven, waardoor allewwttelijk
termijnen zijn vervallen. Eeen der oorzaken van niet behandeling zou o.a,
zijn, dat er geen verordening in deze gemeente bestond als bedoeld in art.
187, 7e lid der Woningwet.
Burgemeester en Wethouders stellen voor de woning onbewoonbaar
te verklaren.
Aldus wordt besloten.