1. de heer F .Wouters. 2. de heer H.Hendriks. 3. de heer p.Hoendervangers. De heer Wouters wore t benoemd met 4 stemmen terwijl 3 briefjes blanco v/aren ingekomen. Evenzoo de heer Hendriks en Hoenderkangers De benoemden ter vergadering aanwezig zijnde, verklaren zich be reid hunne benoeming te aanvaarden. 5.voorstel van Burgemeester en Wethouders tot vaststelling van een verordening tot verdeeling der werkzaamheden tusschen de verschillende ambtenaren van den Burgerlijken Stand. De Voorzitter stelt namens Burgemeester en Wethouders voor de ver ordening tot verdeeling der werkzaamheden tuss chen de verschillende ambte naren van den Burgerlijken Stand d.d. 3 Mei 1928 in te trekken en eene verordening vast te stellen als door B.en W. werd ontworpen, welk ontwerp door hem wordt voorgelezen, en daarna onveranderd met algemeene stemmen wordt aangenomen. 6.verzoek van de Nederlandsche R.K.Politiebond St.Michael om subsidie. De Voorzitter stelt namens Burgemeester en Wethouders voor op het verzoek afwijzend te beschikken. Aldus y/ordt besloten. 7. voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging der be groot ing dienst 1928. De voorzitter geeft de verschillende wijzigingen weer, v/aarna het voorstel met algemeene stemmen wordt aangenomen. 8. Regeling jaarwedde bouwopzichter. De Voorzitter zegt, dat van dè bouwopzichter der gemeente een re kening is ingekomen ad.f.100.- voor bouwtoezicht.Biljkens de raadsnotulen werd Timmermans den 25 juni 1927 benoemd op de bestaande jaarwedde. Uit die notulen blijkt niet hoe hoog die bestaande wedde was, ook niet uit de notulen van 1920 tot heden. Volgend de gemeenterekening 1920, 1921, 1922 1923, 1924, 1925, em 1926 was deze wedde respectiovelijk: nihil, nihil, f.10.-, ni il, f.50.-, nihil, f.50.-. In 1927 verdween de bouv/opzichter Verhoeven. Hem werd over dat tijd vak f.10.- uitgekeerd zonder meer. Timmermans beweert, dat zijn wedde b f.10.- per bouw. B.en W. vinden geen temen aanwezig hierop in te gaan en laten de beslissing over aan den Raad. De heer Wouters vraagt de heer Leijs of het geen plichtsverzuim is dat hergens erd genotuleerd hoe hoog de jaarwedde van de bouwopzichter was. De Voorzitter zegt dat er dit maar aan ligt wien dit geldt en men dit voor hen niet zoo nauw moet nemen. De Voorzitter vraagt of de heer Leijs weet hoe feoog die wedde is vastgesteld. De heer Leijs zegt, dat dit aanvankelijk f.100.- was, maar, omdat nadien het bouwen verminderde, deze bepaald is op f.10.- per bouw. De Voorzitter vra gt de heer Leijs of dit een geldig ra dsbesluit is De heer Leijs zegt dit niet te weton.

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1928 | | pagina 44