10. Rondvraag.
De heer Ph.Hendrikx stelt voor een lantaarn bij te plaatsen b$ de
Koppelstraat daar deze daar hard noodzakelijk is.
De Voorzitter verwijst op het groote nadeelige slot der rekéning
1927 en huivert er voor nieuwe uitgaven op de begrooting te brengen, en
verzoekt den heer Hendrikx zijn voorstel tot de begrooting 1929, die in
Augustus a.s.zal behandeld worden, uit te stellen.
de heer Hendrikx zal dan met het voorstel terugkomen.
De heer Wijnings dient dan het volgende voorstel in:
De Raad der gemeente putte acht het zijn plicht een nauwkeurig
önderzoek in te stellen naar de financieele handelingen der laatste jaren
van het Burgerlijk Armbestuur en benoemd daartoe een Commissie uit 4 leden
uit zijn midden die zich ook kunnen dóen bijstaan van anderen. De bevind
ingen der Commissie worden in eén rapport aan den Raad uitgebracht. De Raai
besluit tevens dat devergaderinegn dezer Commisssie ten Gemeentehuize worö>
en gehouden.
Dit voorstel wordt met 4-3 stemman aangenomen.
Voor de heeren Wouters-Wijnings- H.Hendriks en P.Hoendervangers
Tegen de heeren Leijs van de Sande en Ph.Hendrikx.
De benoeming der leden wordt tot een volgendexvergadering uitge
steld.
Niets meer te behandelen zijnde sluit de Voorzitter de vergadering.
De Wethouder.
De Burgemeester.