De heer Leijs denkt dat men in moeilijkheden zal geraken wanneer men
den bouwopzichter over 1927 maar f.5o.- uitbetaalt, en vraagt of de
Voorzitter de notulen van vroegere datum heeft nagezien.
De Voorzitter zegt niet bang te zijn voor die moeilijkheden daar
er nog wel grootere moeilijkheden in putte zijn en dat het nagaan van
notulen een ontzaggelijk werk is, wijl deze zeer onduidelijk zijn en
slecht te lezen, hetgeen z.i. misschien is te wijten aan plichtsver
zuim of plichtsverzaking. Hij merkt op, dat uit de'bevelschriften die
werden afgegeven voor de belooning van den bouwopzichter vermelden:
dat het uit te betalen bedrag moet geschieden wegens "belooning als
bóuwopzichter" zonder verdere of duidelijker aanwijzing.
Wethouder Wouters zegt, dat Timmermans er misschien van over
tuigd is dat hij f.100.- krijgt en hem dit nu wel tegen zal vallen.
De heer Wijnings denkt dat Timmermans er wel niet van overtuigd
zal zijn en zegt dat dit bedrag hem is voorgezegd.
De Voorzitter zegt, dat met al dat gepraat in de ruimte men niet
verder komt en stelt daarom voor den bouwopzichter over 1927 f.50.-
uit te keeren.
Dit voorstel wordt met 4-3 stemmen qangenomen.
Dan stelt de Voorzitter voor de jaarwedde voor 1928 en de volgen
de jare nte bepalen op f.5o.-, dochaf!n den opzichter op te dragen bij
het bouwen steeda B.en W. schriftelijk te adviseeren nietalleen voor
decnieuwe bouwen, doch ook voor alle andere bouwwerken en alles wat
met het bouwen betrekking heeft en alle aangelegenheden, waarin B.en
W. de voorlichtÜLng van den bouwopzichter noodig hebben, ook voor het
ohderhoud van gemeentewoningen en woningen van het Armbestuur. Hij
stelt aldus voor oiidat de verslagen der Gezondheidscommissie van dien
aard zijn, dat er met weinig lof over de bouwverordening enz. van
Putte wordt gesproken
Het voorstel van den Voorzitter wordt met 4-3 stemmefaeaangenomen.
9. Regeling jaarwedde der
Commissie tot wering van Schoèl-
verzuim.
De Voorzitter zegt, dat B.en w. geen termen kunnen vinden de vev'
goeding aan de C.t.W.v.S. over 1927 uit te keeren daar de Commissie
nimmer vergaderde of iets heeft verricht. Zelfs werd in 1927 geen
Voorzitter of secretaris benoemd. Zij verzoeken in deze eveneens de
Raad een beslissing te nemen.
De heer Ph.Hendrikx ontkent dat in 1927 niet werd vergaderd en dat
er wel een Voorzitter en een secertaris werden benoemd.
De V.zegt dat er geen verslag aanwezig is waruit kan blijken
dat er degelijk vergaderd is en dat hem die inlichting door
werd. verstrekt.
De heer Wijnings zou den Secretaris voor zijne werkzaamheden f.3.-
of f.4.- vergoeding willen toekennen.
De Voorzitter zegt, dat deze hoegenaamd geene belooning verlangt
en haar niet zal aanvaarden.
De heer Wijnings windt d3t schitterend en voorbeeldig.
De Voorzitter stelt dan voor over 1927 geene belooning toe te ken
nen, welk voorstel met 4-3 stemmen wordt aangenomen.
de Voorzitter stelt vervolgens voor over 1928 en volgende jaren
aan de Commissie f.25.- toe te kennen, mits er wordt vergaderd.
Dit voorstel wordt met algeme ene stemmen aangenomen.