9. Voorstel vav B.en W.
tot vaststelling van eene ver
ordening tot aanvulling van
art. 36 der Politie-verordening.
De Voorzitter zegt, dat in de vergadering van B.en W. reeds her
haalde malen is geeproken over de hinder, welke wordt veroorzaakt door
de staanplaatsen welke de autobussen in deze gemeente innemen, welke
autobusseh daardoor het verkeer belemmeren en meer dan hinderlijk zijn
voor de bewoners der gemeente, wier uitzicht wordt benomen, terwijl de
winkeliers daardoor in hun bedrijf veelvuldige klachten en verzoeken
werden ingediend en gedaan door de eigenaars dier panden, doch tot he*
den zonder resultaat en waar de eigenaars dier autobussen niet genegen
zijn om voor hunne autobussen andere staanplaatsen op te zoeken hebben
B.en W. gemeend niet langer te mogen stilzitten en werd een verordeniög
ontworpen, waarvan de raadsleden een ontwerp ontvingen. Hij zegt verder
dat, wanneer de Ra-d deze verordening ongewijzigd wil vaststellen, dat
dan z.l. met succes kan opgetreden worden zoodra de verordening in werk-
ing is getreden, en dat wanneer deze verordening in werking treedt onvei
wijld tot strenge toepassing zal worden overgegaan en van elke overtre
ding onverwijld proces-verbaal zal worden opgemaakt.
De verordening wordt met algemeene stemmen onveranderd aangendmen.
De maximum straf wordt bepaald op f.25., terwijl 10 minuten voor
het vertrek de gewone plaats mag worden ingenomen.
10. Voorstel van B.en V/. tot
wijziging der verordening regelende
de inrichting én samenstelling der
Commissie van plaatselijk toezicht
op het lager onderwijs in de gem.
Putte.
De voorzitter zegt, dat bij raadsbesluit van 25 Juni 1927 een der«
gelijké verordening werd vastgesteld doqh dat daarin in art.2 is be
paald, dat de commissie zal bestaan uit 6 leden, hetgeen in strijd is
met de Lager onderwijswet 1920, waarin is bepaald, dat de commissie zal
bestaan uit 5 leden of een veelvoud daarvan. Een ontwerp der verordening
zooals die door B.en W. werd gewijzigd werd den leden thuis gezonden,
waarin de aan te brengen wijzigingen zijn vervuld en stelt voor de ver
andering aldus gewijzigd vast te stellen.
Aldus wordt besloten.
11. Benoeming van 5 leden
in de commiss ie van toeziéht op
het Lager Onderwijs.
De Voorzitter stelt namens B.en W, voor in déze commissie te be
noemen de heeren:
F.Wouters, H.Hendfiks, H.Wijnings, P.Hoendervangers en A.Verdonck.
Met 4 stemmne tegen 3 in blanco worden de aanbevolenen benoemd,
waarvan dd4 eerstgenoemden hebben verklaard hunna benoeming aan te nemer
12. Voorstel van B.en W. tot
wijziging van de gemeente-begrooting
voor het dienstjaar 1927.
De Voorzitter zegt, dat in de begrooting 1927 enkele pésten gewijz
igd dienen te worden, omdat daarop meer zal uitgegeven moeten worden
dan werd geraamd.
De Heer Wijnings vraagt of de persoon die dat drukwerk bestelde
aansprakelijk kan worden gesteld.
De V. zegt dat het een gebruik was. Hij wijst nog op énkele uit
gaven waarvan geen besluiten zijn.
De heer Hendriks vra gt of er besluiten zijn van de uitgaven voor
de gemeenteopzichter. Spr. veronderstelt dat ze die wel samen zullen
gedeeld hebben.