Nadat de commissie den geloofsbrief heeft onderzocht,heropent de
Voorzitter de openbare vergadering en ceft het woord aan den '"eer
P». outers,die namens de commissie verslag uitbrengt en voorstelt den
heer P.Hoendervangers toe te laten als raadlid.
get si'lgeineene stemmen wordt tot toelating van den '"eer P oondervargcrs
besloten.
De voorzitter zegt,dat de heer P.Iloendervangers met de genomen beslis
sing in kennis zal gesteld worden en dan'^t de commissie voor het
gedaan onderzoek.
d. Verzoek van C.J.Leijs om teruggave
van gelden voor door hem ten behoove
der gemeente betaalde drukwerken.
De Voorzitter zegt,dat de hoer Leijs hem mededeelde,dat door hem in
1921 boekon werden ontvangen ten behoeve va- zijn zoon,welke door
een vergissing op de gemeenterekening terecht kwamen en zoodoende ook
door de gemeente betaald werden. Bij ontdekking de vergissing werden
deze ten onrechte door de gemeente betaalde gelden gerestitueerd
door het betaleh van enkele voor de gemeente geleverde drukwerken.
Daar Gedeputeerde Staten er op aan dringen,dat de heer C.J.Leijs de
voor de schoolboeken betaalde gelden alsnog aan de gemeente zal terug
betalen,vordert hij de door hem betaalde gelden van de gemeente op.
De Voorzitter heeft een en ander onderzocht en bevonden,dat de in de
nota van den heer Leijs voorkoemnde bestelling niet doorde gemeente
werd betaald. De heer Leijs heeft hem gezegd,dat als deze rekening
betaald is,hij eveneens zal terugbetalen.
De heer ijnings vindt het beter,dat de heer Leijs eerst betaalt en
dat hem dan wordt terugbetaald!'.
De Voorzitter acht he beter de vorderingen tegen elkaar in te wisselen
De heer Wouters vraagt dan of eertijds is besloten tot het laten
drukken van oproepingskaarten enz.
De Voorzitter zegt,daar niets v n te kunnen vinden en verzoekt den
heer A.G.Leijs,als oud-wethouder een en ander toe te lichten.
De heer Leijs zegt dan.,d.at bij het laten drukken van stukken nooit een
besluit werd genomen en dat zulks den secretaris werd overgelaten;
dat een en ander geleverd is is duidelijk en hij stelt den Voorzitter
een schrijven ter hand,waaruit zou blijken,dat alles is geleverd en
betaald ter goedmaking ,van geleverde boeken,door de gemeente voor den
secretaris betaald.
De Voorzitter acht het wenschelijk deze aangelegenheid in der minne
te schikken.
De heer v.d.Sande merkt da op,dat ieder voldoende kan begrijpen,dat
een en ander is gegaan,zooals hier werd besproken.
De heer Louters zegt,er niets van te gclooven,terwijl de heer
Hendriks er een schijntje voor voelt.
De heer /ijnings zegt,niet te begrijpen,waarom de secretaris meer
betaalt dan hij schuldig is en hij vraagt of er misschien nog meer
van die rekeningen aanwezig zijn.
Op het verzoek wordt dan afwijzend beschikt met 3 stemmen tegen.
Voor de hoeren L.v.d.Sande en A.C•••ei js
Tegen de he eren P. 'LoutersHendriks en TT. ijnings.
e;. Verzoek van A.G.Leijs om terug
gaaf van legesgelden voor het nasroren
van het kadaster.
De Voorzitter zegt,dat de heer A.G.Leijs f.13.- terug vraagt voor
betaalde legesgelden voor inzage in het kadaster,daar de werkzaam
heden geheel door hem z If erd verricht en dan slechts 50 cents per
uur moest betaald, worden.
De heer '/ijnings spreekt er zijn verwondering over uit,dat de heer
Leijs,die nog wel zelf wethouder was en de verordening mede heeft
vastgesteld de toepassing er niet van kent. Bij de eerste controle
door het nieuwe bestuur is dat nu gebleken en hij vraagt of dat
vroeger nimmer voorkwam.
De heer Leijs zegt,dat hem dat niet bekend is en dat er wellicht
meer zijn,dTie te veel hebben betaald.
Wethouder /outers z-gt,niet te begrijpen,hoe iemand,die zelf een
verandering mede vaststelt,deze niet kan toepassen,terwijl op andoren
juist hetzelfde werd toegepast.