evalueren, kijken wat de financiële problematiek wordt voor '95 wetende welke informatie wij dan hebben van een volledig jaar Wet Voorzieningen Gehandicapten. Op dat moment, voorzitter, mocht blijken dat het budget wat wij nu hebben opgenomen met de normen die wij met elkaar begin dit jaar hebben vastgesteld, mocht blijken dat het budget niet toereikend is dan zullen wij daar terug komen naar de raad. Wij hebben in ieder geval toegezegd, ook al in de commissie, dat het college de Wet Voorzieningen Gehandicapten zou uitvoeren conform de normering die wij met z'n allen hebben vastgesteld. Voorzitter, daarnaast mocht blijken dat het budget wat wij nu hebben opgenomen ruimer is als dat wij veronderstellen dit jaar nodig te hebben dan denk ik dat het tijd wordt dat wij ook naar de raad komen met voorstellen om wellicht de normering aan te passen. In ieder geval er is voldoende aanleiding met uitvoering van deze wet om op basis van de erva ringscijfers na het eerste kwartaal van '95 om daar uitdrukkelijk met de commissie en met de raad van gedachten te wisselen. Voorzitter, de suggestie van de Partij van de Arbeid over alternatieve dekking met betrekking tot de korting van 60.000,-. Ik stel vast dat dat voor het college op dit moment nog geen reële optie is. Voorzitter, de fractie van de WD vraagt in het bijzonder aandacht voor het leerlingenvervoer. Ook binnen het college is dat een ontwikkeling maar dat neemt niet weg dat wij deze voorziening wel dienen uit te voeren, ongeacht waar en wie vervoerd moet worden. Indien men daar recht op heeft dan zullen wij dat moeten betalen. Ten aanzien van de privatisering heb ik reeds bij de vorige beantwoording gereageerd. Ook het jongerenbeleid en ouderenbeleid dat heb ik ook eerder geantwoord. Voorzitter, ook de WD-fractie vroeg naar het integratiebeleid. De fractie van D66 die willen alvast het minderhedenbeleid. De verslagen waren toch min of meer identiek. Het is duidelijk dat ten aanzien van integratie scholing en werk hoge prioriteit hebben. Op dit moment is het zo dat de individuele trajectbegeleiding met ingang van 1 januari ophoudt te bestaan. Wij zijn op dit moment binnenskamers bezig om te kijken in hoeverre wij alternatieven kunnen ontwikkelen. In het gesprek met de raad komen wij daar in ieder geval op 1 december op terug. Er zijn contacten met het RSA en die zijn wat dat betreft toch veelbelovend. Mogelijk geeft ons dat de gelegenheid om het zei het een alternatief ontwikkeling ten aanzien van zeg maar trajectbegeleiding ten aanzien van scholing en werk waarbij wij in ieder geval dat wij dat lokaal zouden moeten kunnen Voorzitter, met name de fractie van D66 heeft in zijn eerste termijn aandacht gevraagd voor periodiek overleg met instellingen, die instelling waar op dit moment bezuinigd wordt. Ik heb dat reeds toegezegd en ik wil dat nogmaals toezeggen. Ten aanzien van de vragen van D66 over de WVG heb ik reeds beantwoord. De overheadkosten waar de fractie bedoelt, voorzitter, dat zijn toerekeningen van vaste kosten zoals ook bij andere onderdelen plaatsvindt. Het ouderen-jongerenbeleid heb ik reeds gememoreerd. Voorzitter, rest mij nog in ieder geval een opmerking te maken over de sportbeleidsnota. Reeds in de commissie aangekon digd, in concept is die gereed. Gezien de voorbereidingen voor de begroting en algemene beschouwingen is die in het stafoverleg nog niet aan de orde geweest. Ik schat in dat wij in de januari- of februari-vergadering van de commissie elkaar wat dat betreft zullen ontmoeten en dan zal de sportbeleidsnota aan de orde worden gesteld. Voorzitter, ik denk dat ik alle vragen van de fracties heb beantwoord. Indien niet dan hoor ik dat. De VOORZITTER: Dat is zo te zien niet helemaal het geval. De heer DIEPSTRATEN: Ik heb één aanvullende vraag. Het betreft de WVG. De wethouder schetst 2 scenario's als tot evaluatie overgegaan wordt, een aantal scenario's die zich dan kunnen voordoen. Eén scenario is als het budget voor de huidige regeling te weinig is dan zegt de wethouder van dan kom ik terug in de raad. Hij zegt als het budget voor de huidige regeling te ruim is dan gaan wij kijken of er aanleiding is om het voorzieningenniveau aan te passen. Waar wij naar gevraagd hebben is een ander scenario. Dat is het scenario van stel dat wij met z'n allen tot de conclusie komen in de evaluatie dat het voorzieningenni veau te laag is en wellicht is dan ook het budget te laag, wat doen wij in dat scenario? Ik hoop dat mijn vraag voldoende helder is. Wethouder VAN DER HEIJDE: Voorzitter, die vraag is prima helder. Ik denk dat wij dan als college maar ook als raad met een probleem zitten. Daar zullen wij met elkaar moeten kijken of wij daar de middelen voor kunnen vinden. Indien wij met elkaar moeten kijken naar wethouder financiën, misschien dat hij ook Wethouder HUIJPEN: Een reactie op de vraag van de heer Diepstraten is het zo dat wij dan de norm moeten bijstellen maar het is wettelijke regeling en wij zijn dus als gemeente verplicht om die dus al de tijd te voeren. Waar wij de middelen vandaan halen maar in ieder geval de middelen moeten wij op dat moment ook kopen. De VOORZITTER: Laten wij niet vooruitlopen op dat somberste scenario. Mijnheer van Oven/eld, u had nog een aanvullende vraag. De heer VAN OVERVELD: Ik had geen aanvullende vraag. Ik heb vragen die nog niet beantwoord zijn. 57

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1994 | | pagina 99