Wethouder VAN DER HEIJDE: Voorzitter, voor mij is het nu onduidelijk of wij het nu over agendapunt 6 hebben of over agendapunt 8. Hebben wij het over agendapunt 8 dan denk ik dat ik wacht totdat dat agendapunt aan de orde is. De VOORZITTER: Agendapunt 6 is aan de orde en u kunt even een zijsprong maken naar 8 omdat sommigen menen dat daar een relatie zit maar in principe is agendapunt 6 aan de orde. Wethouder VAN DER HEIJDE: Oké, maar dat voor de duidelijkheid. Op het moment dat er sprake zou zijn dat het gemeenschapstehuis moet worden ontruimd en dat het dus voor amovering gereed moet worden gemaakt, in dat tijdpad moet wij een prima samenloop hebben ten aanzien van het inrichten van het gebouw Alverno. Wij zullen natuurlijk heel zorgvuldig mee om moeten gaan. Ik heb niet begrepen dat dat een heel langdurig project zal worden dat inrichten. Ik moet schatten aan bepaalde activiteiten, maar wellicht 10 werkdagen. Dus binnen een week of 2 moet het mogelijk zijn dat op het moment dat wij zeggen van Alverno moet er over 2 of 3 weken uit, dan zal het gemeenschapshuis moeten worden ontruimd dat wij dan 2 tot 3 weken nodig hebben om dat gereed te maken. Datzelfde geldt natuurlijk voor de activiteiten die op zolder moeten gaan plaatsvinden. Dat zal dan in één project worden meegenomen. Wij zitten ook nog met de OVO voor in De Lelie die op dit moment in het gemeenschapshuis zit, ook daar moeten wij dan vervanging voor zoeken. In de termijnen voor OVO zal wellicht ietsje langer daar moeten kunnen zitten dan Stichting Doe Wat. Ja, wij kunnen niet exact op de dag op dit moment aangeven wanneer het nu leeg moet komen en wanneer nu het beheer van het gemeenschapshuis voor de gemeente ophoudt, 30 november en misschien wel 12 oktober, daar is geen slaag naar te slaan. Dat is op dit moment een beetje een onduidelijkheid gezien de ontwikkeling in de Polderstraat. Ook het moment dat het beheer van het gemeenschapshuis stopt op enig moment dan betekent dat daar ook lasten wegvallen en dan zullen wij in ieder geval niet alle middelen nodig hebben om het gebouw te beheren. De VOORZITTER: Dank u wel. Dan zetten wij dus een aantal uitwerkingszaken aan en ik geloof dat u begrijpt dat het college dat in zeer goed overleg met de betrokkenen in alle prudentie zal doen en dat daar op zich geen moeilijkheden over te verwachten zijn. Heeft u nog andere opmerkingen? Ik denk dat nu toch de beraadslaging over is tenzij u nog echt iets nieuws heeft in te brengen. De heer JONGENELEN: Nou nieuws niet, voorzitter, maar heb ik nu goed begrepen dat wanneer de gelden aangewend gaan worden of wanneer de ontwikkelingen zijn dat de wethouder toegezegd heeft dat dat in de commissie komt en dat er de raad nog in gekend wordt? De VOORZITTER: Hij heeft niet gezegd dat de raad er in gekend wordt. Hij heeft toegezegd dat het besproken zal worden in de commissie of dat de commissie erover geïnformeerd zal worden, zou heeft hij dat geformuleerd. Ik wil nu overgaan tot besluitvorming wellicht in de zin van een stemverklaring. Niet meer? Gehoord deze discussie, u gaat daar verder mee akkoord? Dan is aldus besloten. Zonder hoofdelijke stemming wordt met algemene stemmen conform het voorstel besloten. 07. Voorstel tot het afbouwen van het aantal opvangplaatsen voor asielzoekers ter vergroting van het aantal in Oudenbosch op te vangen statushouders. Mevrouw OSSENBLOK-AERTS: Ik heb één vraag. In de vergadering WOS werd verteld dat de week daarna er een onderhoud zou zijn met verschillende particuliere verhuurders, woningbouwvereniging en dergelijke. Ik vroeg toen of er de bereidheid was ook onder de particuliere verhuurders om hieraan mee te werken. Ik ben benieuwd hoe dat afgelopen is. Wethouder VAN DER HEIJDE: Voorzitter, daar kan ik mevrouw Ossenblok als volgt op antwoorden. Wij hebben overleg gehad met de woningstichting. Wellicht heeft u kennisgenomen van het verslag van het overleg. De andere 2 particuliere woningbouwverenigingen die wij hadden uitgenodigd; één kon niet komen en de ander die dachten dat het niets voor hun zou zijn. Wij hebben uiteindelijk toch overleg gehad met de tweede. Dat is een particulier verhuurder waarbij wij inschatten, op dit moment hebben zij een woning beschikbaar gesteld voor asielzoekers, maar wij schatten in dat die verhuurder niet in aanmerking komt voor het verhuren van woningen aan statushouders. Waarom niet? De huurlasten die voor die woningen worden gevraagd is voor een gezin als statushouder als beginnend niet op te brengen. Dat betekent dat wij in ieder geval die woning zo lang mogelijk zullen hanteren als woning voor asielzoekers. Met een andere stichting, en dat is een stichting en ik meen uit Heerlen, die hier wat woningen hebben onder andere aan het 8

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1994 | | pagina 8