De heer VAN OOSTERHOUT: Dat is laten we zeggen een claim die blijft liggen op de toekomst van de CAI. Dat zou de volgende jaren leiden tot een tariefsverhoging als er geen winst wordt gemaakt. Wethouder HUIJPEN: Nee, nee, want er wordt nadrukkelijk winst gemaakt. Dat is één. Punt twee. Op jaarbasis stijgen de reserves met 120.000,-. De heer VAN OOSTERHOUT: Dan draai ik het om. Als u die 140.000,- die wij er nu extra uithalen ten opzichte van vorig jaar niet uithaalt, met hoeveel zouden de tarieven dan moeten stijgen? Wethouder HUIJPEN: De tariefstijging is gebaseerd op hetgeen wat ik net verwoord heb. De heer VAN OOSTERHOUT: Dus met andere woorden, als u dat dus vertaald dan betekende het dat u eigenlijk een winst maakt van pakweg 166.000,-, want dat is 140.000,- 26.000,- die er nu staan, maar dat haalt u er eigenlijk een bedrag van af wat u nu zegt want dat zijn de oude claims vanuit het verleden 3% stijging plus de investeringslasten rekent u door en dan ja, ja, dus u draait het eigenlijk net om. Probleem vanuit het verleden zorgen voor de tariefstijgingen en de 140.000,- die u eruit haalt, die haalt u eruit omdat u als gevolg van die tariefstijging winst gaat maken. Knap, voorzitter! Wethouder HUIJPEN: Nee, nee, dat is nog maar de vraag! De heer VAN OOSTERHOUT: van het kluitje in het rietwant hierboven heb je overzicht over het riet maar ik zit er weer middenin. Wethouder HUIJPEN: Ja, ik hoop dat u eruit komt. De VOORZITTER: Ik vraag me af of men boven ook inderdaad een overzicht heeft, maar gaat u verder wethouder. Wethouder HUIJPEN: Dit is de verklaring daar waar het gaat om de tariefsamenstelling. Ik heb daar verder geen reactie op, mijnheer de voorzitter. Mevrouw DIRVEN-VAN AALST: Voorzitter, dan heb ik nog een vraag. De VOORZITTER: Is het een vraag die is blijven liggen en die niet beantwoord is? Mevrouw DIRVEN-VAN AALST: Dat is een "blijven liggen"-vraag. Ik heb absoluut geen zin om kluitjes achterna te gaan maar ik wil toch wel één antwoord van in dit geval de voorzitter van de CAI en eigenlijk liever niet als wethouder Huijpen. Door onze fractie is gevraagd of er voor de lastenverzwaring die u nu berekent aan de CAI-abonnees, tegenover staat een mogelijk investering in de aansluiting van de onrendabele gebieden. Als ik uw verhaal van daarnet een beetje begrepen heb dan moet daar toch ruimte in zitten. Wethouder HUIJPEN: Binnen de beheerscommissie is er een afspraak gemaakt dat wij met betrekking tot aansluitingen van nieuwe lokaties, dat wij daar een onderzoek naar zullen plegen wat de belangstelling in deze is. Om daar duidelijkheid in te krijgen moeten wij dus eerst dat onderzoek plegen. Mevrouw DIRVEN-VAN AALST: Voorzitter, ik denk dat dat toch niet zo'n heel moeilijk onderzoek zal zijn. Die aansluitingen zijn toch bekend? Wethouder HUIJPEN: Ik heb ook niet gezegd dat het moeilijk zou zijn. De VOORZITTER: Maar het moet wel even goed uitgezocht worden dat wij precies weten wat de aansluitingen zijn. Wethouder HUIJPEN: In ieder geval wij zullen daar zorgvuldig naar kijken. Mevrouw DIRVEN-VAN AALST: Als er een onderzoek aan te pas komt dan vind ik het altijd moeilijk. Wethouder HUIJPEN: Ja, ja, ik denk dat ik een belangrijke 39

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1994 | | pagina 81