Presentiegelden
De presentiegelden van de ambtenaren wat commissievergaderingen betreft, mijnheer Den Braber, het
alternatief om geen presentiegeld te betalen is de ambtenaren daarmee tegemoet komen door vrije tijd. Ik
weet zelf in een kleine organisatie als dit wat dat voor effecten met zich meebrengt. Dan moet je daar halve
of zelfs hele dagen voor inwisselen. Ik denk dat dat gelet op het bedrag van 91,- per vergadering, dat dan
het neveneffect van minder ambtenaren beschikbaar overdag weieens kostbaarder zou kunnen zijn dan de
presentiegelden.
Informatie en communicatie
Ik wou nog even een opmerking maken over, ja dat is door u allen genoemd, informatie en de wijze waarop
wij omgaan met elkaar, communicatie en openheid. De fractie van de Partij van de Arbeid noemt mij zelfs
een aantal wetten waaronder de Gemeentewet. Ik denk dat het zo met zo dat in principe alle informatie
waarover wij beschikken, ook beschikbaar is voor u. Dat is niet alleen een wettelijke uitspraak vanwege de
Wet Openbaar Bestuur maar ook is dat het uitgangspunt bij het benaderen van de raad. Er zijn natuurlijk
situaties denkbaar en daar is het college ook voor geroepen, ter voorbereiding op een goede lange afweging
die u in de raad moet doen, dat het college weieens bezig is met een aantal zaken voor te bereiden en op
een rijtje te zetten. Als dat uitvoerige, brede, grote zaken zijn dan is het bijna onvermijdelijk dat daar iets van
toch in de publiciteit komtHet is op zich ook helemaal niet erg. Wil het college zijn werk goed doen, wil
het college ook de raad in staat stellen om het werk goed te doen, dan zult u af en toe het college de ruimte
moeten geven om een aantal van dat soort voorbereidende bezigheden te doen. Zodra u zelf meent in zo'n
vroeg stadium dat u informatie wilt krijgen en dan kunt u natuurlijk ook altijd bij mij als u voorzitter daar
om vragen. Mocht het nodig zijn dat sommigen van die informatie op een vertrouwelijk manier besproken
met u besproken zal moeten worden dan is dat natuurlijk ook te doen alhoewel vertrouwelijke vergaderingen
eigenlijk zo min mogelijk moeten plaatsvinden tenzij er duidelijk belangen van de gemeente bij betrokken
zijn, financiële belangen, maar ook belangen van dergelijke situaties dat dat besloten moet gebeuren. In
het verlengde van die openheid, waar ik zelf een groot voorstander van ben, toch nog even een opmerking
over communicatie en informatie in het algemeen naar de burgers. U heeft gezien dat in het college
programma nadrukkelijk genoemd is dat het college van plan is om naar buurten en wijken te gaan, dat zal
goed voorbereid moeten wordeneen kop koffie te drinken en gezellig met de buurt te praten maar dat
moet wel op basis van een aantal onderwerpen gebeuren. Het voornemen is er bij het college, het vergt
alleen enige tijd om dat goed voor te bereiden. Dan wil ik u ook melden dat wij bezig zijn om een notitie
communicatie, die als eens in het verleden in de commissie ABZ aan de orde is geweest en daartoe nogal
wat opmerkingen zijn geplaatst, die notitie nadrukkelijk bij te schaven en die uiterlijk in het voorjaar met u
nog eens een keer te bespreken. Nog een opmerking in deze context. Suggesties die gedaan worden voor
een openstelling van het gemeentehuis in de avonduren bijvoorbeeld. Wij zijn daar nog niet helemaal aan
uit. Wil je het experiment 1x per maand doen dan denk ik dat je eigenlijk tekort schiet want 1x per maand
geeft niet voldoende ritme aan de burgers om daar op ingespeeld te raken. Eén keer per week bijvoorbeeld
op koopavond, dan moet je daar ook de financiële consequenties voor op een rij zetten. Dat betekent extra
inzet van personeel van 5 tot 7. Het zijn een aantal mogelijkheden die je kunt doen. Wij zijn daar niet
onwelwillend tegenover om een experiment hiervoor te doen zeker wanneer wij straks in het nieuwe
gemeentehuis zitten dat bij uitstek een gebouw zou moeten zijn wat open staat voor iedereen. Ik durf u daar
op dit moment nog geen enkele concrete toezeggingen over te doen alleen dat wij de zaken op een rij
zullen zetten en u daarover zullen informeren.
De heer DEN BRABER: Voorzitter, ik vind het heel aardig dat ik binnenkort dus uw college tegen kan
komen in wijken en buurten maar ik ben toevallig vandaag hier naar toe gekomen om vragen te stellen en
daar antwoord op te krijgen. Ik mis in uw antwoord rondom die communicatie tussen uw college en de
gemeenteraad, mis ik toch weer een concreet antwoord op onze drie vragen die wij stelden van waar blijft
het antwoord over de volksraadpleging, wanneer worden wij bijgepraat over de Polderstraat en waarom
moeten wij in de commissie vragen tot 2x toe stellen omdat in eerste termijn uw college ontwijkend
antwoord of niet antwoord.
De VOORZITTER: Een aantal van die vragen zult u even op de beantwoording moeten wachten als de
portefeuillehouders reageren want daar horen toch met name bijvoorbeeld de Polderstraat bij. U krijgt daar
nog antwoord op. Ja, als het in een commissie-vergadering een ontwijkend antwoord wordt of onvoldoende
beantwoord wordt, dat is natuurlijk een kwalificatie van het antwoord. Daar kun je eindeloos - daar hebben
wij het vorige keer ook al eens over gesproken - met elkaar over mening van verschillen of het nu wel of
niet het juiste antwoord is.
De heer HERMES: Geen antwoord is altijd het verkeerde antwoord, voorzitter.
31