Op 27 april wordt in de commissie WOS een voorstel besproken betreffende de kosten van het
elders onderbrengen van enkele verenigingen namelijk "de Camcorder" en de modelspoorwegclub.
In de raadsvergadering van mei zal daartoe 25.000,-- uitgetrokken worden door de raad.
Op 26 mei besluit de raad een krediet van ruim 97.000,- te voteren voor de afwikkeling van het
plan Polderstraat voor wat betreft het gemeenschapshuis en de herhuisvesting van enkele
verenigingen.
In de raadsvergadering van 30 juni vraagt raadslid Den Braber naar de gevolgde procedure met
betrekking tot een bezwaarschrift op het plan Polderstraat, omdat zijns inziens dit bezwaarschrift is
ingediend na de formeel uiterste datum. Het college antwoordt bij monde van de heer Van Hoek,
dat hij geen signalen heeft dat de procedure niet goed is gevolgd. De voorzitter zegt toe dit nog wel
even na te gaan.
Op 29 augustus worden krediet en raadsbesluit van 16.12.1993 door de provincie goedgekeurd (nr.
282816).
In de raad van 8 september vraagt de heer Van Oosterhout welke belemmeringen of ontwikkelin
gen het afgeven van een bouwvergunning nu precies in de weg staan om uiteindelijk het plan een
keer in uitvoering te krijgen. Samengevat antwoordt de heer Van Hoek: er is overeenstemming met
de projectontwikkelaar, er komen drie dagwinkels met daar tussenin een ingang naar de super
markt; het wachten is op een definitieve tekening, dan kan meteen een vergunning worden
afgegeven want inmiddels is het bestemmingsplan "Polderstraat en omgeving" door de provincie
goedgekeurd. Daarop aansluitend vraagt de heer Van Oosterhout aan de heer Van Hoek binnen
welke termijn hij denkt dat een en ander gerealiseerd kan worden. Samengevat luidt het antwoord:
het wachten is op de juiste tekening en ik citeer "Dan kan de zaak vlot afgewerkt worden en dat is
ook altijd de wens van de raad geweest" einde citaat.
Naar aanleiding van elders verkregen informatie die haaks staat op de uitlating van de wethouder,
wil de heer Van Oosterhout op 19 september in een besloten vergadering van de commissie VIM
de aanwezige partijen daarvan op de hoogte brengen en vragen stellen aan de wethouder. Met
uitzondering van het aanwezige lid van de PvdA, de heer Terloo, hebben partijen geen belangstel
ling onder het argument "het is allemaal duidelijk", dus geen debat daarover.
Na afloop van de vergadering wordt de heer Van Oosterhout door de wethouders Huijpen en Van
der Heijde vermaand. Het geeft volgens de heren geen pas om als raadslid met de betrokken
projectontwikkelaar te gaan praten en het college daarbij te passeren. Ook de projectontwikkelaar
behoort zich volgens beide wethouders niet in te laten met een raadslid dat op zoek is naar
informatie.
In de vergadering van 26 oktober vraagt de heer Den Braber wat het college nu precies voor ogen
heeft met het gemeenschapshuis, aangezien daarvoor in de begroting de volledige jaarlasten zijn
geraamd. Uit de daaropvolgende discussie blijkt dat alle fracties het spoor bijster zijn geraakt met
betrekking tot het al dan niet doorgaan van het plan Polderstraat. Portefeuillehouder van Hoek be
greep de kritiek niet en vertelde desgevraagd aan de verslaggever van BN dat de partijen
verschillende keren waren bijgepraat en daardoor volledig op de hoogte waren. Tot "de" partijen
horen in elk geval niet de fracties van ONS en PvdA. Verder kun je met die uitspraak alle kanten
op. De projectontwikkelaar voegde daar via BN aan toe dat hij in december of januari met de
uitvoering van het project, drie dagwinkels en een supermarkt, zou beginnen.
Op maandag 31 oktober is er overleg geweest tussen een vertegenwoordiging van ondernemers en
B&W. De uitkomst daarvan was dat er geen enkel beletsel was voor uitvoering van het plan Polder
straat.
Op 10 november lezen raadsleden, betrokken ondernemers en vele burgers van Oudenbosch in BN
dat de coalitie het gemeenschapshuis wil behouden. Wethouder van Hoek zegt daarin, ik citeer "In
principe handhaven we het plan voor de Polderstraat met een supermarkt en drie dagwinkels. Maar
we hebben de projectontwikkelaar toch gevraagd eens te kijken naar andere mogelijkheden,
bijvoorbeeld de bouw van alleen dagwinkels. Dan is de aanleg van een parkeerterrein niet nodig en
kan het gemeenschapshuis dus blijven bestaan". Hij vervolgt dan met "We zullen met de winkeliers
opnieuw moeten kijken hoe we de Polderstraat voor de toekomst gaan invullen" einde citaat.
Voorzitter, u zult begrijpen, dat wij hier voldoende aanleiding in zien om hier bij de algemene beschouwin
gen nader op in te gaan. Wij hebben in eerste instantie daarover een aantal vragen die wij uw college nu
voorleggen:
1Wanneer heeft het college precies opdracht gegeven aan de projectontwikkelaar om alternatieve
mogelijkheden te gaan onderzoeken voor het plan Polderstraat?
2. Waarom heeft het college, wetende dat een dergelijk alternatief haaks zou staan op het door de
raad vastgestelde DPO-onderzoek en het door de raad genomen besluit van 16.12.1993 het niet
nodig geoordeeld de raad vooraf te raadplegen of te informeren? Waarom heeft het college, bij
13