vernieuwingen. Het binnen een maand omzetten van de voorliggende begroting in een andere vorm is daar
een voorbeeld van.
Voorzitter, bij de aanvang van het college Huypen spraken wij van een poppenkastvoorstelling, maar wij
vragen ons thans af of dat wel een reële benadering was. Naar ons gevoel zijn we beland op het niveau van
sprookjes, waarbij wethouder Huypen als Ti Ta Tovenaar, als de Kazan van Oudenbosch eerst aan de
goegemeente een lege brandkast toont om er vervolgens ruim twee miljoen uit te halen. Het college tovert
de gemeenschap hiermee voor een oppervlakkig oog een schoon schouwspel voor, maar net als bij alle
andere goochelaars weten wij: het ziet er leuk uit, maar je wordt in de maling genomen. Voorzitter, laten we
proberen zaken eens op een rijtje te zetten.
Het college probeert ons inziens van de raadsleden rekenmeesters te maken, die zich alleen bezighouden
met cijfertjes en aan wie beleidszaken volledig voorbij gaan. Ook de nota van aanbieding kenmerkt zich
door een minimum aan beleidsvoornemens en toelichting op de keuzes die her en der zijn gemaakt.
Het college Huypen omzeilt op alle mogelijke manieren het praten over beleid. Het met veel bombarie
aangekondigde beleidsakkoord werd bij aanvang van het college niet besproken, discussie zou plaatsvinden
bij de voorjaarsnota. Bij de voorjaarsnota was geen beleidsplan, maar dat zou in het najaar worden
gepresenteerd, zodat het bij de begroting '95 betrokken zou kunnen worden. Bij het presenteren van de
begroting '95 wordt medegedeeld, dat er een beleidsprogramma aankomt in december. Kortom, voorzitter,
gedraai en getreuzel van het ergste soort als dekmantel om aan te geven dat er gewoon simpelweg niets is
om over te praten.
Wel wordt aangegeven in de nota van aanbieding, zelfs meermaals, dat het oude college het slecht heeft
gedaan om vervolgens de conclusie te trekken, dat de bakens niet worden verzet en het oude beleid wordt
voortgezet. Wel, mijnheer de voorzitter, dat is werkelijk het einde. Afgezien van de enorme tegenstrijdigheid
is het nog onwaar ook. Immers, de vorige gemeenteraden hebben nimmer de oplossing voor financiële
problemen gezocht door louter een greep in de reserves te doen. Zeker hebben ze dat niet gedaan al
voorafgaande aan het begrotingsjaar. Nooit zijn de reserves bij voorbaat op een dergelijk grove wijze aange
tast als thans wordt voorgesteld. Bovendien, voorzitter, is voortzetten van bestaand beleid ook het door
trekken van overeengekomen bezuinigingen. Voorzitter, in het verleden zijn keuzes gemaakt, er is
omgebogen, er is gesaneerd, er is bezuinigd en er is via verhoging van de OZB (toen nog OGB) op de
laatste plaats voor dekking gezorgd. Als er dan bij de afrekening nog tekorten resteerden werd er pas een
beroep op de reserves gedaan.
Ook toen al is door ons in de richting van WD en CDA die die handelwijze zeer bekritiseerden toegegeven
dat dat voor de algemene reservepositie niet gunstig was en we waren het er feitelijk volledig mee eens, dat
het anders zou moeten, maar grepen uit de reserves van een omvang zoals die door dit college al bij
voorbaat aan ons worden voorgesteld kwamen in onze stoutste dromen niet voor.
Voorzitter, hoewel het college ons in wezen uitnodigt alleen te praten over centen, willen wij toch ook over
aspecten van beleid spreken en de achterliggende periode kort evalueren. Na de rumoerige introductie van
het nieuwe WD/CDA/D66-college is er weinig meer gebeurd. Men zou kunnen stellen: er zit sindsdien een
nieuw college, met de nadruk op "zit", voorzitter. Immers, er zijn nauwelijks wapenfeiten te noemen en als je
al gaat terugblikken op de afgelopen maanden, kom je van het college al heel wat ongelukkige zaken tegen.
We noemen er een aantal:
Bij de start werd de voorzitter van de raad en indirect de politiek in een kwaad daglicht gesteld door
op zijn zachtst gezegd vreemde publiciteit vanuit de nieuwe collegeleden.
Het takenpakket dat voorheen door drie collegeleden werd verdeeld, werd door vier collegeleden
ingevuld, waarbij de voorzitter van de raad, tevens enige fulltimer een uitgeklede portefeuille kreeg.
En waaruit blijkt de meerwaarde van deze bestuursuitbreiding? Nergens uit en zeker niet uit de
nota van aanbieding.
Van enige informatie aan of overleg met de burgers is nauwelijks of geen sprake meer, hoewel het
college er voortdurend mee schermt. Zo is er van een met veel tamtam aangekondigde volks
raadpleging in een te organiseren politiek café niets meer vernomen.
Grote vertraging is opgelopen bij bijvoorbeeld de uitvoering van projecten Polderstraat en Komplan.
Heel vaag en ontwijkend wordt er gereageerd over de bestemming van het gemeenschapshuis.
Zonder nadere inhoudelijke motivatie werd een greep gedaan in de CAI-kas door partijen die daar
in het verleden fel tegenstander van waren, omdat zij toen meenden dat dat verkapte belastingin
ning was.
7