De VOORZITTERIk heb de vorige keer gezegd toen die vraag gesteld werd dat in principe inderdaad het invullen van vacatures via de commissie ABZ gaat. Dat wij ten aanzien van de bewuste vacature waar u een advertentie van hebt gezien, dat wij overgaan tot tijdelijke invulling daarvan en dat wij het derhalve niet noodzakelijk achten om ook dat onderdeel in de commissie ABZ aan de orde te stellen. Dat heb ik toen medegedeeld en dat is dus verder zo. De heer VAN OOSTERHOUTBetekent dat in alle gevallen dat wanneer het college als een vacature ontstaat er een tijdelijke invulling gekozen wordt dat dan de commissie ABZ niet De VOORZITTER: Dat zou kunnen omdat namelijk alle vacatures op dit moment tijdelijk ingevuld gaan worden. Dat heb ik diverse malen heel duidelijk gesteld en dat is de lijn die op dit moment gevolgd wordt. Mochten wij overgaan tot het invullen van permanente vacatures, wat wij dus niet overwegen, dan is het natuurlijk iets wat in de commissie ABZ aan de orde komt. De heer VAN OVERVELD: Voorzitter, ik heb deze opmerking c.q. vraag niet eerder willen plaatsen want u denkt van ja het is alleen maar die vervelende jongen die weer met lastige vragen komt. Ik ben aanvankelijk benaderd door een vereniging die maandenlang geen contact kon krijgen met het college om over de aankoop van zijn accommodatie verder zaken te doen. Ik weet inmiddels dat ook de werkgroep Ouden bosch/Polen in oprichting al maanden wacht op antwoord op zijn brief om uitgenodigd te worden voor een gesprek om te kijken wat de gemeente Oudenbosch nu precies met de vriendschapsband met Miedzyrzecz wil. Toen ik van de week gebeld werd door een derde toen dacht ik van ik ga dat toch in de rondvraag vragen wat er nu toch in de procedure zo problematisch is om met dit college in overleg te komen. Ik werd deze week gebeld door de SOK die zegt van wij hebben in juni al een brief gestuurd met een vraag over het standbeeld en wij hebben daar nooit een reactie op gekregen, wij hebben in september opnieuw een brief gestuurd. Het is nu december en wij hebben nog steeds geen reactie. Dat was de derde en toen dacht ik van ja ik vind dat zodanig publieksonvriendelijk dat ik toch aan het college zou willen vragen daar wat alerter op te reageren want ik vind dat niet goed in het belang van diezelfde burger. Wethouder VAN DER HEIJDE: Voorzitter, de eerste vereniging waarvan de heer Van Overveld memoreerde dat hij geen contact met het college zou kunnen krijgen, zou ik hem toch het advies willen geven aan die vereniging om gewoon de telefoon te pakken en een afspraak te maken. Wat betreft de werkgroep Polen, daar zal ik in de organisatie eens nagaan hoe de correspondentie is verlopen. Daar kom ik bij u in ieder geval op terug. Wat betreft de correspondentie met de karnavalsstichting kan ik u mededelen dat het antwoord dat het antwoord daar naar toe is. De VOORZITTER: Deze week verzonden. Als dat niet vandaag uit is dan is het morgen. De brief ligt er alleen ik heb hem zelf nog niet getekend maar dat zal dan morgen gebeuren. U opmerking is duidelijk en wij zullen die ons ook aantrekken, mijnheer van Overveld, u weet hoe wij daarover denken. Wij zullen dat afchecken hoe dat met name in de werkgroep in de praktijk is. Uw opmerking in algemene zin trekken wij ons aan hoewel ik aan de andere kant toch in zijn algemeenheid daarop wil reageren door te zeggen van dat zal niet altijd bij iedereen tot in 100% goed gebeuren maar over het algemeen gesproken is dat heel nadrukkelijk de beleidslijn van dit college om snel te reageren al is het maar door middel van een ontvangstbevestiging. Dat is dan nu niet gebeurd en wij zullen daar nog eens een keer heel goed op letten maar het kan ook een kwestie van een telefoontje zijn en het hoeft niet altijd formeel alleen schriftelijk te dienen. Nogmaals, uw opmerking is genoteerd. Wethouder VAN DER HEIJDE: Voorzitter, de heer Van Overveld begon zijn rondvraag met een opmerking zijnerzijds over het vervelende jongetje. Als die indruk gewekt zou zijn dan zou dat het college natuurlijk betreuren maar ik weet niet waar hij die indruk vandaan haalt. Ik zou dat niet willen betitelen en als hij wat anders wilt horen dan wil ik hem dat straks na de vergadering wel in zijn oren fluisteren. De VOORZITTER: Voordat ik nu overga tot sluiting wou ik nog 2 zaken onder uw aandacht brengen. In de eerste plaats; dit is de laatste vergadering van onze raad van dit jaar en ook in dit gebouw. Ik wens u straks een heel plezierig kerstverlof toe. Ik wens u dan ook hele goede kerstdagen toe en ik hoop u te kunnen zien op de nieuwjaarsbijeenkomst die georganiseerd wordt op dinsdag 3 januari. Provocaties daarvan die zullen via de gebruikelijke weg doorgaan. Dan wil ik echt als afronding van deze vergadering - ik heb dat heel bewust tot het laatst bewaard - memoreren dat vandaag ook voor het laatst aanwezig is, en ik hoop dat hij luistert want hij wist dat ik het zou zeggen maar hij durft het niet denk ik, dat vandaag voor het laatst aanwezig is de heer Hans Vleugel althans in deze reguliere raadsvergadering. U weet dat de bode Hans Vleugel sinds jaren hier werkzaam zal vertrekken. Ik wou dat nu op dit moment niet helemaal onopgemerkt voorbij laten gaan zonder daar een uitvoerige discussie aan te wijden en een uitvoerig betoog aan te wijden. 39

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1994 | | pagina 186