niet wenselijk om daar op enigerlei wijze mogelijkheden te creëren voor woningbouw, zondermeer niet! Ik heb in de aanvang van mijn eerste betoog duidelijk proberen te maken van dat verdraagt zich niet meer tot elkaar, de regelgeving in het kader van het milieu, hinderwetsbepalingen enzovoorts. Dat betekent dat dat niet overweg kan met elkaar. Door hiervoor te kiezen creëren wij helderheid zowel naar het bedrijfsleven toe als naar de burgers toe. De heer VAN OVERVELD: Mijnheer Huijpen, ik kan het volkomen waarderen Wethouder HUIJPEN: en voorkomen wij gigantische problemen voor de toekomst zowel voor burgers als voor het bedrijf. De heer VAN OVERVELD: Mijnheer Huijpen, u praat over woningbouw en bedrijven die verstaan elkaar niet. Ik heb het waarschijnlijk heel verkeerd gezien maar volgens mij zit Mulders helemaal ingebouwd in de Molenstraat, maar waarschijnlijk krijg ik nog een andere Molenstraat dan u. De heer HERMES: Ik denk dat wij absoluut niet van mening verschillen met wie dan ook hier in de raad. De onwenselijkheid van bebouwing van bepaald terrein want ook voor ons is het absoluut onwenselijk. Alleen de koopovereenkomst zoals die nu gesloten wordt die sluit dat niet uit in de toekomst. Heel simpel gezegd zeggen wij, de fractie van de Partij van de Arbeid, neem dat op in de koopovereenkomst dat er niet gebouwd wordt, dat dat niet tot de mogelijkheden behoren en wij gaan akkoord. Duidelijker kan toch niet? De VOORZITTERAls laatste interruptie de heer Van Oosterhout en dan wou ik proberen de zaak af te ronden. De heer VAN OOSTERHOUTJa, de tweede termijn is eigenlijk voorbij. Ik wil graag van de wethouder eigenlijk een antwoord op de vraag waarom afgeweken is van het advies van de adviseur die wij hier in huis hebben. Op de tweede plaats om af te wijken van het bedrag wat genoemd is, de prijs, in plaats van 75,— 50,- waarbij ik hem wil wijzen op het volgende en dat weet hij zelf ook dat het usance is dat bepaalde stukken grond die er in huis op tafel komen voor verkoop dat die geschat worden op hun waarde. Als in dit geval de schatting oplevert dat dat 75,- moet zijn dan vind ik dat je daar gewoon vanuit moet gaan. Als je dan op dit moment zegt van nee want wij denken dat het openbaar groen is, dan vind ik dat dus op dat punt een afwijking is van het advies die ik niet echt kan begrijpen. Wij hebben daar deskundige voor in huis om wat dat betreft de schatting te plegen en u wijkt daarvan af door te zeggen van het is iets anders dan het industrieterrein. Nee, het gaat om de schatting die gemaakt wordt de deskundige op dit gebied en daar moet een reden voor zijn. De VOORZITTER: Wethouder Huijpen, misschien kunt u het afronden. Wethouder HUIJPEN: Ik wil als volgt afronden, mijnheer de voorzitter. Naar aanleiding van de vraag van mijnheer Van Oosterhout, die zegt van dat moet toch een bepaalde waarde vertegenwoordigen. Op dit moment is de boekingswaarde nul. Dus formeel is het zo dat de boekwaarde van de desbetreffende lokatie die staat op nul. Dat zijn de feiten. De keuze van het bedrag van 50,--. Ik heb daarstraks al aangegeven van het waarom dat wij dus de 75,- hanteren voor Industrieweg II en de 50,- aan de Oudlandsedijk, helder en duidelijk. De VOORZITTER: Althans dit is het antwoord dat de wethouder heeft gegeven. Wethouder HUIJPEN: Waarbij ik als afronding voor wil stellen dat het voorstel zoals dat voorligt dat dat gehandhaafd wordt en in stemming wordt gevraagd. De heer DEN BRABER: De clausule van niet-bebouwen wordt niet opgenomen. De heer JONGENELEN: Voorzitter, het bestemmingsplan staat dat toch niet toe op dit moment? De heer DEN BRABERWat er is dat op tegen om die clausule op te nemen? De VOORZITTERJa, waarom zullen wij dingen doen die niet nodig zijn? De heer DEN BRABERWaarom doe je dat dubbel? Omdat de eigenaar van de grond straks kan gaan vragen van alsnog en dan heeft hij te goedkoop grond gekregen. 36

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1994 | | pagina 183