wij met het argument dat wij geenszins van plan zijn en geen medewerking willen geven aan verkoop van bouwgrond voor 50,- per m2 en wij blijven tegen het voorstel. De heer VAN OOSTERHOUTVoorzitter, dat is denk ik ook de essentie waar het in mijn fractie om gaat. Kijk, de wethouder zegt zelf van dat in de visie van het college woningbouw niet gewenst is omdat je de woningen niet dichter bij het bedrijf moet brengen. Met college Hermes constateer ik dat het voorstel eigenlijk impliceert dat je het bedrijfsterrein dichter bij de woningbouw brengt en als je daarop nu niet de bestemmingsbepaling legt die wij daar eigenlijk zouden willen leggen, gefundeerd zouden willen leggen. Mijnheer Huijpen zegt van het is openbaar groen en dat heeft een functie want u moet daarmee het bedrijf en de woningbouw eigenlijk van elkaar scheiden. Als wij dat nu niet in het bestemmingsplan vastleggen dan verkoop je nu voor een bedrag van 50,een stuk grond waarop later ontwikkelingen moeten gaan plaatsvinden die door de eigenaar natuurlijk - en dat kan ik vanuit zijn positie volstrekt begrijpen - worden geëist in verband met de ontwikkeling van zijn bedrijf, er zijn wellicht toch al ideeën daarover, dat je dan voor een situatie komt te staan dat je een stuk grond heb verkocht en vervolgens moet zeggen van ja maar wat u er eigenlijk op wil dat willen wij dan niet. Ik vind dat je dat ook moet voorkomen. Het is dus onduidelijk op dit moment welk stuk grond met welke mogelijkheden wij verkopen. Ik vind het onjuist voor de raad om op die manier de grond van eigendom te laten veranderen. Ik vind het ook naar de betrokkene onjuist om de suggestie te wekken dat er wellicht mogelijkheden zijn voor bouw, in welke vorm dan ook, terwijl eigenlijk de wethouder nu al zegt - en de raad misschien ook nog verder als wij daar verder over zouden spreken, de conclusie getrokken zou kunnen worden dat wij dat eigenlijk niet willen omdat die buffer daar zou moeten blijven bestaan. Als stedebouwkundigen in het verleden hebben gezegd dat je eigenlijk daar het bedrijf niet verder moet uitbreiden, dan doen wij dat nu zonder stedebouwkundig advies van onze eigen huisadviseur op dit moment zelf wel in de zin van nou wij scheppen mogelijkheden. Ik vind dat teveel. U gaat voorbij aan de relatie die wij hebben met onze stedebouwkundige. Ik vind ook dat de advisering van onze eigen deskundige die wij ook inhuren voor een heel flink bedrag per jaar en die dat ook vanuit de visie en voorkennis met betrekking tot de ruimtelijke ordenings-problematieken zoals wij die in de gemeente hier behartigen, die adviezen ook zonder naar mijn gevoel echt gedragen gefundeerde argumenten ter zijde zijn geschoven. Zelfs daar waar het gaat, als je dan al verkoopt, vraag dan een prijs die wij ook elders vragen namelijk 75,--. Ook aan dat verhaal wordt voorbij gegaan. Als je hier praat over 2000 m2 ben ik het niet eens met de heer Jongenelen dat je dan kunt zeggen van het is snippergroen. Dat kan natuurlijk gewoon echt niet. De heer JONGENELEN: Ik heb niet gesproken over snippergroen, ik heb alleen gezegd dat wij enkele jaren geleden gevraagd hebben van wat is openbaar groen en wat is snippergroen. Op dat moment hebben wij dat gebied aangerekend en in onderhoud als openbaar groen. De heer VAN OOSTERHOUTJa, het is geen snippergroen, oké. Ik vind dat wij dus op dat punt met dit voorstel eigenlijk te weinig voorbereiding hebben gedaan en te gemakkelijk via dit voorstel willen verkopen. Ik denk ook dat de prijs in verhouding tot wat de markt zou mogelijk maken dat dat een reden is om tegen het voorstel te zijn maar met name ook de ongewisheid van datgene wat er onder behoort te liggen of dat de mogelijkheden zijn. Dat is niet afgeregeld. Ik vind op dit punt dat de raad er ook eigenlijk ook wijs aan doet om op dat punt te zeggen te zeggen van nou dan moeten wij eerst weten voordat wij die grond verkopen. Daar wou ik het even bij laten. Mevrouw OSSENBLOK-AERTS: Ik wilde hier nog graag even op reageren. De Partij van de Arbeid en ook de fractie van ONS spreken maar over bebouwing van de grond. Hun moeten toch ook weten dat bij bebouwing met woningen vlakbij een bedrijf dat zoveel problemen gaan ontstaan. En wat willen wij nu? Willen wij dat bedrijf daar weg hebben, dan moeten wij het bedrijf saneren en elders onderbrengen en als bouwgrond in zijn geheel gaan bewonen. Dat kunnen wij met dat bedrijf doen. De WD zal dat nooit goedkeuren natuurlijk want wij willen toch met z'n allen in onze gemeente de bedrijvigheid en werkgelegen heid behouden. Dan moeten wij toch de bedrijven de ruimte geven om uit te breiden om parkeerplaatsen rond hun bedrijven te hebben. De heer HERMES: Luister nu eens, mevrouw Ossenblok Mevrouw OSSENBLOK-AERTS: Ik heb voorbeelden genoeg dat een woning niet bij bedrijven kan, dat gaat niet samen. De milieu, de hinderwet, het geluid het gaat niet en dan krijg je later de problemen. De heer HERMES: Helemaal met de volle 100% met u eens. Absoluut, dat hoort eigenlijk niet bij elkaar. U zegt van woningbouw is daar ongewenst dus moeten wij dat niet doen en dan komen de woningen te dicht bij het bedrijf te staan. Ik heb net al gezegd van nee wij draaien het om, wij brengen het bedrijf bij de 34

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1994 | | pagina 181