Vandaar onze vraag van welke planologische ontwikkeling is er nu oorzaak van dat plotseling van het idee
van woningbouw moet worden afgeweken op die locatie daar op termijn. Welke planologische ontwikkeling
wil het college daar plaatsen. Wil men uitbreiding van het bedrijventerrein richting woonwijk, richting
arboretum? Welke planologische visie ligt daar nu onder? Welke stedebouwkundige heeft dat nu zo
geadviseerd? 2000 m2 geven op die lokatie - en het bestemmingsplan zegt hetzelf eigenlijk al - op termijn
gewoon mogelijkheden. Waarom dan deze move? Vervolgens heb ik de vraag, waarom bent u afgeweken
van de ambtelijke adviezen? Welk bijdrage levert men nu, als men dit realiseert, aan reëel aan de ver
keersveiligheid in de Molenstraat? Wij zien die tot op dit moment niet maar wellicht kunt u het ons duidelijk
maken. Waarom niet de grond verhuren als u het bedrijf voorlopig van dienst wil zijn om op termijn te bezien
wat de definitieve planologische plannen voor de toekomst op die plek zijn. Daar zou ik me in eerste termijn
tot willen beperken.
Mevrouw OSSEN BLO K-AERTS: Mijnheer de voorzitter, wij zijn als WD-fractie akkoord met het voorstel.
Waarom? De WD-fractie ziet hierin alleen maar voordelen. De bedoelde grond is in strijd met de
bebouwing. Wij hebben daar in ABZ uitvoerig over gesproken dat je bij een bedrijvenpand geen woningen
moet zetten, daar krijg je alleen maar een hoop last mee. Bewoners en bedrijven verdragen elkaar dicht bij
elkaar niet. De bestemming is openbaar groen. De parkeerproblemen worden door de ondernemer zelf
opgelost. Wel zou ik adviseren de inrichting aan de zijde van de Ankerstraat op te lossen met een groengor-
del. Dat waren eigenlijk de argumenten waarom de WD-fractie instemt met dit voorstel. Dank u wel.
De heer DIEPSTRATEN Dank u wel, mijnheer de voorzitter. Wat ons betreft is het in de eerste plaats
belangrijk om vast te stellen dat woningbouw terplekke ons inziens niet wenselijk is. Door de aanwezigheid
van het betreffend bedrijf met de bijbehorende bedrijvigheid, zou je met woningbouw terplekke om
moeilijkheden vragen is ons inzicht. Daarnaast staat met de goedkeuring van het voorstel, de verkoop van
de grond en de aanleg van parkeerplaatsen ons inziens gemeentelijk een tweetal positieve effecten kan
worden bereikt. Enerzijds wordt een bijdrage geleverd aan de verbetering van de verkeerssituatie zoals u
dat ook in het voorstel zegt, anderzijds kan worden bereikt dat de huidige entree van de achterliggende wijk
en de toegang tot het arboretum opnieuw wordt ingericht en wat ons betreft aantrekkelijker zou kunnen
worden gemaakt. Met name ten aanzien van het laatste punt zou ik de suggestie die ik in ABZ al gedaan
heb over dit onderwerp nog eens willen herhalen. Mijn inziens moet er met de ondernemer in overleg
worden getreden over de meest wenselijke inrichting van het terrein. Dat alles om te komen tot een
inrichting waarbij het zicht op de bedrijfsgebouwen en de vrachtwagens terplekke wat wordt weggenomen
en waarbij door de aanplant bij de entree de achterliggende wijk aantrekkelijker wordt gemaakt en bij de
inrichting ook zeker ook rekening gehouden met de andere kant van de weg waar al een aanplant is die aan
het arboretum grenst. Ook daar zal het mee in overeenstemming gebracht moeten worden. Ten aanzien van
de grondprijs dan nog heel even. Mijnheer van Overveld begon daar over. Ons inziens is er geen reden om
persé die 75,-- te vragen. De 75,-- waar mijnheer Van Overveld aan refereert is de prijs van het indus
trieterrein industrieweg II
De heer VAN OVERVELD: Daar heb ik in ABZ aan gerefereerd.
De heer DIEPSTRATEN Ja precies, dat had ik onthouden. Die prijs die is gebaseerd op de ter plaatse
geldende grondexploitatie. Voor ieder object gelden andere grondexploitaties. Hier is het even lastig omdat
wij helemaal niet met grondexploitatie te maken hebben. Dus de prijs is wat lastig vast te stellen. De prijs
die dan gekozen is, want zou moet ik het dan even venwoorden - die is wat ons betreft aanvaardbaar en is
ook vergelijkbaar met de prijs die wij bijvoorbeeld gehanteerd hebben voor de tennishal en voor de
bebouwing bij "t Schuitje onlangs. In die zin is het aanvaardbaar. Wij kunnen dan ook instemmen met het
voorstel zoals dat op dit moment voorligt.
De heer HERMESDank u wel, voorzitter. Ik heb in de commissie ABZ geen advies gegeven omdat ik
behoefte had aan overleg met mijn fractie. Na het overleg met mijn fracties is mijn fracties tot de conclusie
gekomen dat wij tegen het voorstel moeten zijn zoals het hier voorligt. Ik wil u wel even duidelijk maken
waarom de fractie tot die mening is gekomen. Middels een tweetal brieven maakt de heer Mulders of de
firma Mulders kenbaar dat ze interesse hebben in het stukje grond waar wij over praten. Daaruit vloeit voort
een gesprek op 8 maart 1994 tussen het college en de heer Mulders, in welk gesprek de heer Mulders
kenbaar maakt wat hij met het stukje grond wil gaan doen. Hij praat dan in eerste instantie over het
uitbreiden van de verharding en het inrichten van een heavy-kamp of terwijl een kinderboerderij. Ze gaan uit
elkaar, ze komen 27 juni 1994 weer bij elkaar zij het dan dat het gesprek plaatsvindt tussen de heren Bedaf
en Mulders waarin mijnheer Mulders zich bereid verklaard 80.000,-- te betalen voor de ongeveer 2000 m2
dus 40,- per m2. Bovendien heeft de heer Mulders in dat gesprek kenbaar gemaakt dat hij de toezegging
wil hebben dat bovengenoemd stukje grond voor 60% bebouwd mag worden. De grond verwerven voor een
31