Mevrouw OSSENBLOK-AERTS: Ja, dat blijft toch een stroming. Mensen gaan en mensen komen De VOORZITTER: Ja maar er is een tijd een vacature-stop geweest en die is nu inmiddels opgeheven. Mevrouw OSSENBLOK-AERTS: Een inhaalslag is bezig? De VOORZITTER: Ja. Mijnheer Jongenelen wat betreft het VW-kantoor. Excuus maar ik had net uw opmerking even niet voldoende gehoord. Ik ben doende met in eerste plaats de VW-organisaties zowel streek-VW als WV-kantoor Roosendaal om te bezien hoe je dat kan doen, wat daar de beste formulering voor is. Ik heb inmiddels hier en daar wat contacten al gelegd zonder dat het echt over een diepgaand onderzoek kan spreken maar dat is nu eigenlijk opgestart met de Oudenbossche middenstand en bedrijfsleven om te kijken of daar ook animo bestaat om dat te doen. Niet alleen animo maar wellicht ook bereid zijn om een financiële bijdrage want dat komt dan meteen om de hoek kijken natuurlijk. In ieder geval is het streven om ook zo efficiënt mogelijk en ook op zo goedkoop mogelijke wijze te bezien of de openstellingen langer kunnen zijn. Ik kan u daar op dit moment nog weinig mededelingen over doen maar ik zeg ik toe, nee ik ben er al mee bezig. U hoort daar nog over op korte termijn. De heer JONGENELEN: Voorzitter, u heeft ten aanzien van wat ik eerder gezegd heb van geen woorden maar daden kijk onze fractie die is al jaren bezig om stadswachten in te brengen. Bij de algemene beschouwingen hebben wij dat jaar na jaar ingebracht. De VOORZITTER: Ik dacht dat wij het hadden over VW. De heer JONGENELEN: Nee, maar het andere hebt u in z'n algemeenheid beantwoord. Jaren zijn wij er mee bezig. Nu is er geld en wij gaan er ook vanuit dat u op heel korte termijn dat geld wat beschikbaar is omzet in daden waarvan wij eigenlijk in eerste instantie in ABZ in januari van u graag geïnformeerd worden welke weg dat u in wilt slaan ten aanzien van de besteding van dit geld. De VOORZITTER: Ik heb net in mijn reactie richting mevrouw Ossenblok maar ook naar anderen gezegd dat het mij niet mogelijk is om dat in commissie ABZ van 10 januari te doen. Ik heb u in mijn eerste termijn al aangegeven wat voor maatregelen wij op dit moment in voorbereiding hebben of al reeds in uitvoering hebben genomen. Onderwerpen die in dat beleidsplan aan de orde zullen komen, die met u verder besproken zullen gaan worden. Ik heb ook gezegd dat ik dat niet op 10 januari kan doen maar dat de notitie waar dat allemaal instaat in de ABZ-vergadering van februari aan de orde komt. Ik heb ook gezegd in mijn eerste termijn dat u niet moet denken dat er dus niks is gebeurt. Er is nu pas vandaag, als het aangenomen wordt, extra geld beschikbaar. Veel sneller dan 1% maand u daarmee te bedienen is mij en ook de ambtenaren fysiek gewoon niet mogelijk maar de urgentie is er. Wethouder VAN HOEK: Voorzitter, ik heb niet veel toe te voegen. Ik heb in eerste termijn al het een en ander gezegd. Ze hebben gezegd van ja het is een reclame-boodschap en ik heb begrepen dat de kracht van de reclame die ligt in de herhaling dus ik zal dat niet doen. Ik zou hooguit kunnen zeggen van en toen was er koffie. Wethouder HUIJPEN: Mijnheer de voorzitter, ik wil nog één opmerking maken over het monumentenbeleid en de financiering daarvan. In het verleden was mijnheer Den Braber een vurig pleitbezorger voor stads- en dorpsvernieuwende. Nu gaandeweg ontpopt hij zich als een pleitbezorger voor behoud van monumenten. Ik zou me voor kunnen stellen dat met betrekking tot de financiering van een monumentenbeleid, wij hebben dus voor de stads- en dorpsvernieuwing en stads- en dorpsvernieuwingsfonds, laat wij eens nadenken over een stadsbehoudingsfonds. Wellicht dat dat dan wat meer aanspreekt en een meer gestructureerde vorm kan krijgen en dat wij daar een methodiek voor proberen te ontwikkelen dat dus de middelen in de toekomst meer gestructureerd aanwezig zullen zijn. De heer DEN BRABERVoorzitter, welk label er aanhangt is natuurlijk niet interessant. De VOORZITTER: Daar wil ik u toch met genoegen wel even op aanspreken want u noemde net zelfs al welke label er aanhangt en wij hadden het over dat politiebeleid Ja en dat is dan de naam die het krijgt en dat is bestuurlijke preventie of wat voor label u en ik er samen dan voor zullen bedenken maar het komt allemaal op hetzelfde neer. Het is 10 voor 9. Ik wou toch nog met u welnemen in de conclusie dat de termijnen over dit agendapunt zijn afgerond en dat ik tot besluitvorming over ga. Ik wou daar eigenlijk, als u daarmee akkoord gaat, voordat wij naar de koffie de punten 5 en 6 nog afhandelen, dan hebben wij dat onderdeel in z'n totaliteit afgehandeld. 14

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1994 | | pagina 161