Mevrouw OSSENBLOK-AERTS: Dank u wel, mijnheer de voorzitter. Ik heb nog één puntje wat me toch zorgen baart. U zult wel zeggen van daar komt de fractie van de WD weer om de hoek kijken maar het gaat mij toch om die 4 formatieplaatsen en dan tot mijn schrik krijg ik van u het antwoord van er komen er nog 2 bij. De VOORZITTERDat is met die vier. Mevrouw OSSENBLOK-AERTS: Inclusief die vier, dus het worden er geen zes? Dat verzacht iets de pijn maar dat wil toch nog niet zeggen dat er toch nog steeds 4 formatieplaatsen blijven. Het mooiste is het kost geen geld want dat zit in het budget. Ik blijf er van verwonderd dat die niet ingevuld kunnen worden in deze tijd waar zoveel jongelui in opleiding zijn en de interesse voor het politiewerk er best wel is in Nederland. Het blijft mij verwonderen en ik wil er toch op blijven hameren om daar zo gauw mogelijk actie voor te ondernemen om die plaatsen opgevuld te krijgen. Dank u wel. De heer DIEPSTRATEN Dank u wel, mijnheer de voorzitter. Heel kort. Mijnheer den Braber gaf net aan dat zijn fractie het beleidsprogramma niet kan ondersteunen maar dat hij daarvoor in de plaats de voorstellen telkens kritisch zal volgen en op zijn merites zal beschouwen. Ik heb al aangegeven dat de D66-fractie het beleidsprogramma wel onderschrijft. Dat betekent overigens niet dat wij de voorstellen niet kritisch zullen beschouwen en op hun merites zullen bekijken. Dank u wel. De VOORZITTER: Het laatste had ik ook eigenlijk niet verwacht, misschien gehoopt maar niet verwacht. Mag ik reageren ten aanzien van de punten die naar voren gebracht zijn over openbare orde en het beleid daaromtrent? Mijnheer van Overveld, ik heb misschien expliciet gereageerd op uw nadrukkelijke opmerking over nachtwacht maar ik had gehoopt dat u wellicht uit mijn wat brede beantwoording waar u in ieder geval verbaasd over was, begrepen had dat dat één van de mogelijkheden is en dat ik - net zoals ik dat op 1 december al heb gezegd - op dit moment niet van plan ben om zo snel zoals u dat voorstelt in overleg met, ik wil niet zeggen dat diegene niet in overleg wil treden want dat zal zeker gebeuren, maar om nog voor het einde van dit jaar met beveiligingsdiensten nachtwachten in te huren. Ik heb u uitgelegd dat daar meer nodig is dan alleen maar dat personeel. Het zou best namelijk kunnen dat als wij dat doen dat dat ons een dermate groot gedeelte van het geld kost dat heel andere maatregelen die net zo noodzakelijk zijn daardoor niet kunnen gebeuren. Het is een kwestie van De heer VAN OVERVELD: Heeft u dat dan al onderzocht? De VOORZITTER: Ik heb u gezegd dat wij daar dus nu mee bezig mee zijn en ik kan u daardoor nu niet uit de losse pols toezeggen dat wij dus nachtwachten gaan inhuren. De heer VAN OVERVELD: Nee, maar er is een bedrag beschikbaar gesteld door de gemeenteraad en ik doe heel nadrukkelijk een voorstel aan deze gemeenteraad om wat voor invulling je zou kunnen geven aan dat bedrag op korte of een gedeelte van dat bedrag. Dan kunt u zeggen van ik doe dat niet maar de vraag is of de raad het ook niet wil. De VOORZITTERDat hoor ik wel. Ik heb in ieder geval willen zeggen dat ik niet zeg van wij doen het niet maar ik zeg wel dat wij dat niet nu al doen voor het eind van het jaar nachtwachten in dienst te gaan nemen of gaan huren. Ik wil dat zien in een breder verband ten opzichte van de andere maatregelen die wij in goed overwicht ten opzichte van elkaar gaan voorstellen. Als daar uitkomt dat het grootste rendement om de gevoelens van onveiligheid, want daar praten wij over, om die weg te nemen door het aanstellen van nachtwachten of het inhuren van nachtwachten, nou dan doen wij dat. Als blijkt toch dat het verstandiger is om een aantal andere maatregelen eerst te nemen dan zullen wij dat doen. Wethouder HUIJPEN: Mijnheer de voorzitter, mag ik een vraag stellen? Mijnheer van Overveld, wat mij niet duidelijk is waarom geen dagwacht? Ik ken daar de gegevens niet van maar zo nu en dan bepaald de indruk dat er overdag net zo vaak ingebroken wordt dan 's nachts en misschien wel meer. De heer VAN OVERVELD: Nou dat zou voor mij heel bespreekbaar zijn, mijnheer Huijpen, alleen ik begrepen tot nu toe dat met name in de nachtelijke uren het een geweldig probleem is voor de politie - en dat is ook in de toelichting van mijnheer Van Hoek gebleken in ABZ - dat het een geweldig probleem is voor de politie om 's-nachts de zaak goed bemand te krijgen. Als wij daar verlichting in kunnen brengen door een nachtwacht in te stellen dan zal dat ene surveillance-wagentje wat heel West-Brabant moet doen als ik De VOORZITTERU overdrijft en ik zeg dat het niet verstandig is om van deze materie 12

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1994 | | pagina 159