afsloot in eerste termijn dat wij elk van de voorstellen van uw college op zijn waarde zullen beoordelen en daar waar het goede voorstellen zijn zullen wij dat steunen en daar waar ze verbetering behoeven zullen wij proberen daar verbetering in aan te brengen. De heer VAN OVERVELD: Ja, voorzitter, ik had me vanavond voorgenomen om kort en zakelijk te zijn en ik heb dat keurig gedaan naar mijn gevoel en nu begint het college plotseling met betogen van 20 minuten de zaak over te doen want wij hebben hetzelfde verhaal van uw kant ook op 1 december al vernomen. Ook de reclamespot van mijnheer Van Hoek geeft mij vermoeden dat wij op een andere plek zaten dan in de raad op dit moment en dat er nog verkiezingen moesten plaatsvinden ofzo maar goed ik neem daar afstand van. Waar ik aan vast blijft houden, voorzitter, want daar heeft u in al uw woorden niets over gezegd is nog steeds het feit dat wij voorstander van zijn om niet langer te wachten, niet weer te wachten tot een ABZ, niet weer te wachten tot er een nog ligt, niet weer te wachten tot er wie weet waar weer ergens een mogelijke oplossing is gevonden, maar zo spoedig - en liefst nog als het kan voor 1 januari en als dat niet kan zo spoedig mogelijk na 1 januari - te zorgen in samenwerking met van mijn part het particulier bedrijfsleven om te zorgen dat er 's nachts in Oudenbosch ook zeker op bepaalde momenten sprake is van toezicht en bewaking. U en ik weten allebei - en de politie heeft dat bevestigd en in Binnenlands Bestuur wordt het nogmaals bevestigd in een artikel zodat de politie én dat particuliere bedrijfsleven wat dat betreft op vele fronten al samenwerken in dit land en waarom zou dat in Oudenbosch niet kunnen? Niet weer praten tot in den treuren, het zijn prachtige plannen, wij wachten ze af, wij binden ons aan niks als wij afspraken maken met zo'n bedrijf, helemaal niet. Dat is een kwestie van welke afspraak maak je, welke uren neem je af, tot welk moment doe je dat, tot op het moment dat er betere plannen liggen maar tot die tijd moeten onze burgers weten dat het de politiek ernst is als wij zeggen dat wij willen zorgen voor een beter toezicht. Er is geld en er zijn mogelijkheden. U gaat er niet op in. Ik pleit er nu al voor de zoveelste keer voor van laten wij nu eindelijk eens een daad stellen en die nachtwacht instellen. De heer JONGENELEN: Ja voorzitter, naar uw betoog hebben wij allemaal goed geluisterd. U heeft ook toegezegd dat dat in ABZ aan de orde zal komen elke keer. Ik heb toch gevraagd aan u en tegen u gezegd van er is op dit moment geld. Wij vinden ook dat u maar echt aan de gang moet. U moet de woorden omzetten in daden. Het gaat bij ons duidelijk over of eventueel banenpoolers of stadswachten, het kan me niet schelen wat, maar wij vinden dat u onmiddellijk aan de gang moet. Dan is er nog een vraag onbeant woord gebleven en dat was de vraag over het VW-kantoor. De VOORZITTER: U heeft die vraag niet gesteld, althans ik heb hem niet gehoord. De heer JONGENELEN: Ik heb aan u gevraagd De VOORZITTER: Ja, ja, ik zal er straks op ingaan. Mevrouw DIRVEN-VAN AALST: Ja, voorzitter, het is mij en zeker ook de monumentencommissie een genoegen dat uw college tot dit monumentale inzicht is gekomen en meer geld beschikbaar wil stellen voor de uitvoering van het monumentenbeleid. Ik heb ook heel goed geluisterd naar de heer Den Braber en wat hij zegt is natuurlijk bijzonder waardevol, daar moet onderhand wel eens iets getoond worden. Ik heb het daar helemaal mee eens, mijnheer Den Braber, alleen ik moet u er wel even op wijzen dat de monumenten commissie bij de aanvang van haar werkzaamheden eerst verzocht is de rijksmonumentenlijst uit te breiden en dat heeft ons ook wat tijd en kracht gekost. Inmiddels zijn wij heel druk doende de gemeentelijke monumentenlijst vast te stellen en ik denk dat ik u best beloven kan dat in het voorjaar deze lijst rond is en dat daar een bijbehorend beleid aan zal hangen en dan ook een duidelijke, ja besteding wil ik niet direct zeggen want dat hangt natuurlijk af van de aanvragen die binnen komen maar toch wel duidelijk van aan welke criteria de aanvragen moeten voldoen. De heer DEN BRABERAls ik u mag interrumperen, mevrouw Dirven. U moet mijn opmerkingen rondom die zaak zeker niet opnemen als kritiek op de monumentencommissie. Ik weet dat u daar druk mee doende bent. Ik heb alleen een relatie willen leggen tussen het beleid wat u aan het voorbereiden bent in die commissie en de financiën die wij daar als gemeenteraad voor uit moeten trekken. Mevrouw DIRVEN-VAN AALST: Heel duidelijk, mijnheer Den Braber. Ik denk dat het ook heel erg te waarderen is dat in ieder geval het college ervoor staat om plaatsen waar blik op vier wielen gaat staan, soberder uit wil voeren en toch meer waardering geeft op deze manier aan monumentale panden in Ouden bosch en daarom kan werken aan de aantrekkelijkheid van een zorg. Het is al zo vaak gezegd, er is niet zoveel meer over en wat wij hebben moeten wij behouden. Dank u. 11

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1994 | | pagina 158