in de gemeentelijke monumenten komen wonen. Ik denk dat het uw college wel heel erg charmeert wanneer er dus wel duidelijkheid daarin komt. Eerlijk gezegd zien wij daar geen bezwaar in om uit te spreken welk prijskaartje daar aan hangt. De VOORZITTER: Het charmeert deze portefeuillehouder daar ook mee overigens. Ik wou dan de exacte beantwoording op dat onderdeel graag overlaten in eerste plaats aan de portefeuillehouder die over verkeerszaken gaat en wellicht aangevuld vanuit de financiële post. In ieder geval u ziet nu namens het college het streven om in ieder geval maar wellicht dat u straks nog aanvullende antwoorden daarop krijgt. Ik vraag u daar nog even nader op te willen wachten. Overigens dit in antwoord ook op vragen die min of meer raadsbreed naar voren zijn gekomen. Dan wat betreft de hardkreet die ik bij iedereen hoor ten aanzien van het beleid openbare orde en veiligheid. Ik wou toch even een aantal punten in zijn algemeen heid aan de orde stellen. Niet dat u dat bedoelt maar het zou een misverstand zijn als sommigen tot de conclusie komen dat er niets of te weinig gedaan werd in het verleden en dat er ook niet in de toekomst al het nodige op de rails staat. Ik wou dat misverstand toch nadrukkelijk hiermee proberen weg te halen. In de eerste politie, uiterst loyaal, ik zou haast zeggen 200% inzet en het werk doet, daarvoor overuren maakt, naar mijn smaak bijna op een onverantwoorde wijze, vakantie-dagen niet opneemt, en gaat u maar door. Zelf ook redelijk gefrustreerd raakt dat zij datgene wat zij graag willen doen niet allemaal kunnen doen, maar datgene wat zij nu doen ook met zeer grote inzet wegen. In de tweede plaats is de gemeente al in samen werking met een heleboel anderen - als openbaar bestuur - bezig met een aantal maatregelen, ik zal ze straks kort even noemen, waarbij naar voren komt de integrale aanpak van het hele probleem en niet alleen of voornamelijk het accent ligt op weer blauw om dat zo maar even te noemen. Het is een veelheid van maatregelen. Een derde algemene opmerking vooraf; in de praktijk blijkt dat in een gemeente als Oudenbosch als een aantal personen door de politie zijn aangehouden, voorgeleid en berecht wordt dat daarmede een heel groot gedeelte van het probleem is opgelost. Ik kan u verzekeren dat de afgelopen weken, en mijn excuses dan aan die personen die er toch hinder van ondervonden hebben de afgelopen week, maar dat het de afgelopen weken aanmerkelijk rustiger is in Oudenbosch omdat een aantal van deze verantwoordelijke personen zijn aangehouden, voorgeleid en bestraft en daarmee een groot gedeelte van de rust in Oudenbosch is teruggekeerd. Ik weet dat het maar een tijdelijk iets is want op een gegeven moment hebben die personen hun straf uitgezeten en komen weer in de maatschappij terug maar op dit moment is het weer rustig. Ik wil daarmee aangeven dat een groot gedeelte van de problematiek die wij ervaren en die wij feitelijk ook zien, veroorzaakt wordt door een in verhouding uiterst kleine groep. Daarmee niet willen ontachtzamen en bagatelliseren dat er natuurlijk ook hele grote aantal anderen zaken aan de orde zijn die laten wij zeggen meer in de sfeer van overlast liggen dan in de sfeer van criminaliteit maar de grens is soms heel vaag. Met name als je praat over overlast dan is vooral aan de orde de subjectieve gevoelens van onveiligheid. Als je goed meet en nagaat wat er feitelijk echt gebeurt dan is dat wel eens in een andere verhouding ten opzichte van de gevoelens die de mensen hebben over veiligheid of onveiligheid. Dat is een van de moeilijkste tastbare begrippen die er in de samenleving staan. Wij proberen dat op een heleboel maatregelen aan te pakken. Ik noem het even in het kort wat wij in het verleden gedaan hebben. Uitbreiding van het project buurttoezicht, wat eerst alleen de buurt Spui was maar uitgebreid is over de hele gemeente, de bekostiging daarvan door de gemeente, de raadsvoorstellen. De afspraak die wij als gemeente hebben met de politie voortvloeiend uit het project buurttoezicht. Dat als er zaken zijn, de gemeente betreffende, dat die ook snel op worden gepakt en dat die ook - en dat is een heel belangrijk onderdeel van het terugdringen van die gevoelens van onveiligheid - dat daar ook een terugkoppeling plaatsvindt naar de mensen die bepaalde zaken gemeld hebben. Dat de mensen weten en ervaren dat of de politie of de gemeente er iets aan doet. Daarvoor moet je een bepaald systeem opzetten. Dat hebben wij ook gedaan. Wij zijn met een project "onveilige plekken" gestart en hebben geïnventariseerd en daar is goed respons op gekomen. Er word ook het nodige aan gedaan. U kent de maatregelen die tot nu toe eraan gedaan zijn op het gebied van verlichting en groen en dat soort zaken. Er is ingesteld een meldpunt onveiligheid waarbij vele mensen gebeld hebben en nog steeds bellen en ook dat meldpunt regelmatig onder de aandacht wordt gebracht, dat ze daar ook ook weer onder voorwaarden dat wij intern een goede organisatie hebben en dat de mensen worden gerapporteerd wat wij doen, dat werkt. Ook dat gebeurt in overleg met politie maar ook in overleg met bijvoorbeeld woningbouwverenigingen. Dan brengen wij nadrukkelijk onder de aandacht het sociaal veilig ontwerpen en het inrichten van de bebouwde omgeving. Dat gebeurt nu ieder keer als er bepaalde ontwerpen aan de orde zijn. Wij attenderen de burgers, als ze met bouwvergunningsaanvragen komen, op aspecten van sociale veiligheid bijvoorbeeld kwaliteit van hang- en sluitwerk en dat soort dingen. Wij hebben regelmatig gesprekken met individuele personen die ook bij mezelf in gesprek raken maar ook via instellingen over hun beleving van onveiligheid en de maatregelen die daaruit voortkomen en de oplossing die ook zij zelf aandragen. Dat is wat er afgelopen jaren eigenlijk is opgestart. De notitie die aan u is voorgespiegeld, en dat mijnheer Den Braber is al in tegenstelling tot wat u net zegt, er komt geen lokaal politiebeleidsplan, er komt dus wel een lokaal politiebeleidsplan. Ik noem het de notitie bestuurlijke preventie of hoe u het beestje ook verder noemen wil. Ik heb dat herhaalde malen toegezegd, het komt eraan. Ik kan 6

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1994 | | pagina 153