goed zorg te dragen voor onze gemeentelijke monumenten want daar praten wij over. U heeft toen een
suggestie gedaan om de plannen voor de aanleg van parkeerplaatsen bij de sportparken Pagnevaart en
Albano en bij het zwembad goedkoper uit te voeren en dit bedrag dan door te schuiven naar de monumen
tenzorg. Dat is natuurlijk van uw kant een hele mooie geste maar van de andere kant voor ons en zeker
voor de mensen die gaan wonen in een gemeentelijk monument eigenlijk te grote onzekerheid. Ik zou
daarom graag van uw college willen horen wat dit bedrag zal zijn. U weet waar ik op doel. Wij hebben
gevraagd die 50.000,-- dus wij vragen u om eigenlijk de bezuinigingen op de parkeerplaats 25.000,- te
laten zijn en dit bedrag ten goede te laten komen aan gemeentelijke monumenten. Want voorzitter, een
goede zorg voor de monumenten in onze woonplaats - en dat zijn de monumenten die niet onder de paraplu
van Rijksdienst voor Monumentenzorg kunnen komen - is belangrijk. Het is belangrijk voor de toeristische
aantrekkelijkheid van Oudenbosch. Het is belangrijk als een waardering voor de gebouwen met een
cultureel-historisch waarde voor onze plaats en het geeft eigenlijk een beetje aan Oudenbosch. Ik denk
dat wij daar toch wel hard aan moeten werken. Dank u.
Mevrouw OSSENBLOK-AERTS: Dank u wel, mijnheer de voorzitter. Het beleidsplan is voor mijn fractie een
duidelijk document waar wij de komende jaren mee vooruit kunnen. Het vormt een onderdeel van de
begroting. Twee punten wil ik er echter wel uitlichten en dat is onder punt 5.6 het monumentenbeleid. Zoals
mijn fractie in een eerdere vergadering heeft gemeend dat als men een monumentenbeleid wilt voeren er
ook middelen hiervoor aanwezig moeten zijn. De 12.500,- per jaar voor de komende 2 jaar is mager. Mijn
vraag is van kan hiermee een goed beleid gevoerd worden? Onder punt 2, daar gaat het over openbare
orde en veiligheid. Zoals u al weet staat bij de WD de hoogste prioriteit de veiligheid, het bestrijden van de
criminaliteit. De WD-fractie is van mening dat het college alle inspanningen hiervoor zal moeten aanwenden
om dat te bereiken. Wij zagen graag dat in de commissie ABZ hiervoor regelmatig verslag uitgebracht gaat
worden. De WD-fractie is verder van mening dat in de eerstvolgende ABZ-vergadering een actieplan op
tafel moet liggen met de stand van zaken. Mijn fractie zal dat ook nauwkeurig op de voet volgen. Bovendien
heb ik hier nog een vraag over betreffende de 4 formatieplaatsen. Welke actie is er ondertussen genomen
om deze 4 formatieplaatsen opgevuld te krijgen? Verder stemt de WD-fractie in met het beleidsplan zoals
het voorligt.
De heer DIEPSTRATEN Dank u wel, mijnheer de voorzitter. In de eerste plaats wil ik even opmerken dat
de wijze waarop het beleidsplan tijdens de bijeenkomst van 1 december is besproken in de vorm van een
discussie met de voltallige raad, mij erg heeft aangesproken. Met name de tweede helft van de bijeenkomst
waarin zakelijk en constructief met elkaar is gediscussieerd, vond ik geslaagd. Wat mij betreft is zo'n
raadsbrede bespreking een vorm die bij belangrijke onderwerpen best vaker zouden mogen gebruiken. Ten
aanzien van het beleidsplan zelf constateert de D66-fractie met genoegen dat ook door het college een
goed vervolg is gegeven aan die discussie. Ik stel vast dat op een groot aantal plaatsen de discussie geleid
heeft tot aanvulling of aanpassing van de tekst. Prima! Met het beleidsplan zoals het nu voorligt kunnen wij
dan ook instemmen. Hooguit hebben wij dezelfde suggestie zoals ook andere fracties die al gedaan ten
aanzien van het bedrag dat genoemd wordt van het monumentenbeleid. De tekst zoals die op dit moment
luidt is toch wel vrijblijvend. Wij zouden graag toch wat meer indicatie hebben van de hoogte van het bedrag
wat het college denkt nader uit te trekken. Dank u wel.
De VOORZITTER: Ik zal zelf eerst even op een aantal onderdelen antwoorden en dan daarna graag het
woord ook geven aan wethouder Van Hoek, die de wat bredere politieke context zal benaderen en dan
zullen wij nog zien of en in hoeverre het nodig is om de andere portefeuillehouders te laten reageren. De
inhoudelijke vragen die mij portefeuille betreffen dat zijn alles rondom openbare orde en het monumentenbe
leid. In de eerste plaats voor wat betreft monumentenbeleid het volgende. Wij hebben gemeend op deze
wijze in het aangepaste beleidsplan zeker tegemoet te willen komen aan de wens die uit de raad voortkwam
om opnieuw middelen beschikbaar te stellen voor monumenten. Ik kan op dit moment nog niet exact
overzien de dekking die voorgesteld werd, gehoord de discussie, om die te halen uit een versoberde
uitvoering van de drie voorgestelde parkeervoorzieningen. Het financieel effect daarvan kunnen wij op dit
moment nog niet berekenen. Vandaar dat het zo geformuleerd is als het is. Wat wij toch ook willen dat
beiden opengemaakt worden zowel monumentenbeleid als die parkeervoorziening. Dat biedt echter wel
mogelijkheden in een versoberde aanpassing. Mevrouw Dirven vraagt heel specifiek, u zegt minimaal
25.000,—. Ik kan u dit niet echt, in dit stadium althans, heel hard toezeggen maar het is wel heel
nadrukkelijk een streven van het college om minstens op dat bedrag uit te komen. U zou met uw opmerking
wellicht ook de bovengrens vaststellen en dat zou toch ook niet de bedoeling zijn denk ik.
Mevrouw DIRVEN-VAN AALST: Voorzitter, ik wil zekerheid. De hele tekst zoals u hem voorlegt is natuurlijk
heel leuk - ik heb het al gezegd - het is een bijzonder goed geste maar niet iets waar de commissie mee uit
de voeten kan en zeker niet iets mee waar de commissie mee naar mensen kan toestappen die straks wel
5