De heer DIEPSTRATEN: Dank u wel, mijnheer de voorzitter. In de verklaring heeft het college uitgelegd
welke overwegingen hebben geleid tot een nadere oriëntatie op de situatie in de Polderstraat. Deze
argumenten zijn voor de D66-fractie duidelijk en terecht. Een zaak alleen maar doorzetten omdat je daar
eerder toe besloten hebt, dat getuigt ook van weinig visie. D66 is het daarom eens met de nadere oriëntatie
en zal daarom tegen de motie stemmen.
De VOORZITTER: Wensen de indieners van de motie hoofdelijke stemming?
De heer VAN OVERVELD: Ja, voorzitter.
De VOORZITTER: Aan de orde is motie nummer 1.
Motie 1
De heer KOCH: Voor.
De heer VAN OVERVELD: Voor.
De heer VAN OOSTERHOUT: Voor.
De heer HERMES: Voor.
De heer DEN BRABER: Voor.
De heer TERLOO: Voor.
Wethouder HUIJPEN: Tegen.
Wethouder VAN HOEK: Tegen.
Wethouder VAN DER HEIJDE: Tegen.
De heer BASTIAANSEN: Tegen.
De heer JONGENELEN: Tegen.
Mevrouw DIRVEN-VAN AALST: Tegen.
De heer VAN AGTMAAL: Tegen.
Mevrouw OSSENBLOK-AERTS: Tegen.
De heer DIEPSTRATEN: Tegen.
De VOORZITTER: Motie nummer 1; voor 6 en tegen 9. De motie is verworpen.
Motie 2
De heer KOCH: Voor.
De heer VAN OVERVELD: Voor.
De heer VAN OOSTERHOUT: Voor.
De heer HERMES: Voor.
De heer DEN BRABER: Voor.
De heer TERLOO: Voor.
Wethouder HUIJPEN: Tegen.
Wethouder VAN HOEK: Tegen.
Wethouder VAN DER HEIJDE: Tegen.
De heer BASTIAANSEN: Tegen.
De heer JONGENELEN: Tegen.
Mevrouw DIRVEN-VAN AALST: Tegen.
De heer VAN AGTMAAL: Tegen.
Mevrouw OSSENBLOK-AERTS: Tegen.
De heer DIEPSTRATEN: Tegen.
De VOORZITTER: Motie nummer 2; 6 stemmen voor en 9 stemmen tegen. De motie is verworpen.
Het Welzijnsprogramma wordt vastgesteld met de aantekening de fracties van ONS en PvdA tegen
zijn.
Motie 1 ONS verworpen met 6 voor 9 tegen.
Motie 2 ONS venworpen met 6 voor 9 tegen.
23. Rondvraag.
38