Wethouder VAN DER HEIJDE: Dat hebben wij toegezegd en wij maken ons indien dat in overweging genomen moet worden dan gaan wij ons daar sterk voor maken. Voorzitter, ik denk dat ik wat dat betreft de onderdelen die mijn portefeuille betreffen heb beantwoord. De VOORZITTER: Ik heb het idee dat mevrouw Ossenblok nog iets wil zeggen. Mevrouw OSSENBLOK-AERTS: Graag. Ik wil eventjes terugkomen op die privatisering van onderdelen van Fidei et Arti. Daar gaat de wethouder nogal een beetje vlot aan voorbij. U zegt dat het niet haalbaar is, waar baseert u dat op? Als wij zo doorgaan met Fidei et Arti om daar elk jaar een zo gigantische hoeveelheid geld in te pompen dan komt deze instelling er nooit. Er zal op korte termijn toch een onderzoek gedaan moeten worden om te kijken op welke onderdelen er meer geprivatiseerd kan worden zodat ze op iets meer commerciëlere basis kunnen werken. Dat wou ik aan u vragen. Wethouder VAN DER HEIJDE: Voorzitter, ik zag in de non-verbale reactie van een aantal raadsleden dat ze daar wellicht ook iets over willen opmerken en dan kan ik dan misschien gelijk in mijn beantwoording meenemen. De VOORZITTER: Ik zag ook dat mevrouw Dirven haar hand opstak maar naar aanleiding van dit onderwerp? Wilt u dan nog even wachten want ik neem aan de heer Den Braber dat wel wil. De heer DEN BRABER: Ja, heel graag. De wethouder heeft mijn lichaamstaal goed begrepen want ik vind de vraag van mevrouw Ossenblok zeer terecht zeker nu als het plan van het college doorgaat binnen de kortste keren wellicht met twee culturele centra zitten en de problematiek zo financieel alleen maar groter kan worden. De VOORZITTER: Ik denk dat u nog even moet toelichten wat u met het tweede bedoeld zodat de wethouder De heer DEN BRABER: Als het gemeenschapshuis blijft staan, voorzitter. Wethouder VAN DER HEIJDE: Voorzitter, ik wil toch vaststellen samen met de heer Den Braber dan je hiernaast een cultureel centrum Fidei et Arti hebben waar de gemeente eind tachtiger jaren flink in heeft geïnvesteerd om het renoveren en bruikbaar te maken voor onze gemeenschap. Een paar honderd meter verderop staat een gemeenschapshuis wat jaren gefunctioneerd heeft als ontmoetingscentrum voor vele verenigingen. Wat de ontwikkelingen ook mogen worden, privatisering van Fidei et Arti zoals ik net al gememoreerd heb, mevrouw Ossenblok, voor alsnog zet ik vraagtekens bij de haalbaarheid maar wij willen daar best naar kijken. Ik kan u daar op dit moment niet concreet daar iets toezeggen want het is toch van een aantal factoren afhankelijk. Met name heeft de raad een aantal jaren geleden in ieder geval de culturele activiteiten voor verenigingen in Fidei et Arti tot min of meer bindend verklaart ook binnen de statuten van de stichting en daar moeten wij ons tot op dit moment aan houden. Indien de raad vindt dat wij met Fidei et Arti de hele andere kant uit zouden moeten dan nodig ik de raad uit om dan met hele concrete voorstellen te komen. Mevrouw DIRVEN-VAN AALST: Dank u, voorzitter. Misschien heeft mijn opmerking toch wel wat te maken met het voorafgaande. Ik wil even terugkomen op het voorstel van de bezuinigingen op de drie grote instellingen in Oudenbosch. De wethouder heeft daar mooie woorden over gesproken en belofte gedaan overleg te doen over deze bezuinigingsmaatregel. Als er onoverkomelijke problemen op tafel zouden komen dan heeft hij ook toegezegd dat het college op zoek gaat naar alternatieven. Ik vind dat heel mooi en dat hoor ik ook heel graag maar wat ik eigenlijk het liefst van hem had willen horen heb ik niet gehoord. Ik heb het eigenlijk wel gevraagd of in ieder geval onze fractie heeft het gevraagd. Wanneer de oorspronkelijke plannen blijven liggen voor het terrein gemeenschapstehuis en dit pand dus geamoveerd wordt hebben wij hun gevraagd of dat het bedrag wat nu staat in de begroting voor de handhaving van het gebouw terugkomt naar het welzijnsbeleid en met name terugkomt naar de 3 instellingen die bezuinigd worden. Ik heb u daar geen uitspraak over horen doen. Wethouder VAN DER HEIJDE: Voorzitter, teruggaand in mijn geheugen heb ik het in ieder geval voor de bijdrage van de CDA-fractie in die zin het een hele zinvolle suggestie gevonden. Ik vind dat dat op dit moment niet aan de orde is omdat er nog een andere discussie plaats zal vinden. Wij mogen niet vergeten dat indien spoor 1 - om dat nog maar eens te laten vallen - onverkort wordt uitgevoerd dan zitten wij natuurlijk nog wel met een aantal activiteiten die nu nog steeds plaatsvinden binnen het gemeenschapste huis. Ik noem maar de basiseducatie waar wij in ieder geval een alternatief voor zouden moeten vinden. Het 30

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1994 | | pagina 133