een lagere subsidie vanuit het welzijnsbudget verder zou kunnen. Ik zeg daarbij "wellicht", misschien zal het niet kunnen. De heer VAN OOSTERHOUT: In het licht van de bezuinigingen die u elders voorstelt tot bedragen van 20.000,— ga deze verenigingen van pakweg 4.500,— a 5.000,— naar straks 19.000,— want ze krijgen ook van de CAI-commissie nog een flinke subsidie. Dus als je nu aan deze kant zoveel meer uitgeeft dan lijkt het toch niet onmogelijk om in dit geval te zeggen van wij laten de stijging niet oplopen van 4 naar 19 maar van 4 naar 15. Ik vind dat minder moeilijk om uit te leggen dan een bezuiniging van 20.000,--. Wethouder VAN DER HEIJDE: Ik kan me in die redenering wil vinden, mijnheer Van Oosterhout, maar ik op voorhand kan ik u dat nog niet toezeggen omdat ik vind dat ik eerst met het bestuur van die vereniging daarmee rond de tafel moet gaan. De heer VAN OOSTERHOUT: Voorzitter, mag ik u dan vragen wat uw eigen standpunt nu eigenlijk in deze is. Met welk standpunt gaat u daar dan in? Wethouder VAN DER HEIJDE: De LOVO werkt natuurlijk op basis van hun eigen begroting. Recent is besloten dat de CAI-commissie het programma gaat kopen in feiten. Dat betekent dat de LOVO voor 1995 met een nieuwe begroting naar de gemeente zal moeten komen en daarin zullen wij natuurlijk rond de tafel gaan en die gaan bespreken. Dan komen wij terug naar de commissie en de raad voor een nieuw voorstel. De heer DEN BRABER: Voorzitter, de LOVO krijgt die nu een instandhoudingssubsidie of een waarderings subsidie. Wethouder VAN DER HEIJDE: Ik zoek het gelijk voor u op. De heer DEN BRABER: Oh, u weet dat niet, ik weet het wel, u hoeft het niet op te zoeken. Wethouder VAN DER HEIJDE: Toch wil ik het wel even De VOORZITTER: Ik denk dat wij ook niet naar de bekende weg moeten vragen natuurlijk in de raad. De heer VAN OVERVELD: Het is een waarderingssubsidie, wethouder. Wethouder VAN DER HEIJDE: Oh, prima, de heer Van Overveld heeft het antwoord al gegeven. Van belang is natuurlijk toch dat binnen de nieuwe begroting die LOVO ons zal presenteren, dat wij zouden moeten beoordelen hoe wij dat dan verder willen waarderen buiten het kopen van het programma. Het is natuurlijk toch een vereniging die ook een aantal activiteiten verricht en aantal onkosten maakt, in hoeverre wil je daar als gemeente binnen het welzijnsbudget nog enige ruimte voor bieden. Wij komen daar zeker binnen de commissie op terug, mijnheer Den Braber. Voorzitter, de voorstellen van de Partij van de Arbeid ten aanzien van de wijzigingen in het welzijnsprogramma. Ik heb net al gememoreerd, de verhoging van de subsidies die zij voorstellen dat willen wij niet overnemen. Wij vinden het alleszins aanvaardbaar deze bezuinigingen te realiseren. Ten aanzien van de suggestie van het beëindigen van de subsidie godsdienst en humanisme-onderwijs, voorzitter, dit voorstel zal het college niet overnemen. Het schrappen van de subsidie voor het projectenbeleid, zeker voor het komend jaar vinden wij het van belang om de mogelijkhe den te hebben voor het ontwikkelen van een ouderenbeleid. Vrijwilligersbeleid willen wij in ieder geval wat verder in kaart brengen. De middelen zijn daar ook hard voor nodig. De verlaging van de post representatie in verband met de bestuurlijke jumelage. Wij hebben al in een eerder stadium daarover gesproken met de commissie en wij willen graag toch dit onderdeel op de begroting handhaven. Ik mag wel memoreren dat het voorstel van de Partij van de Arbeid ten aanzien van die wijzigingen dat dat wel een gering positief voordeel opbracht van iets meer dan 4100,-. Wat dat betreft toch mijn complimenten voor de wijze waarop ze deze bijdrage hebben geleverd. De heer DEN BRABER: Degelijk als altijd. De heer VAN OVERVELD: Voorzitter, mag ik de wethouder vragen of er nu uitbreiding op de afdeling Welzijn is gekomen? De VOORZITTER: U kunt dat ook aan mij vragen als portefeuillehouder. De heer VAN OVERVELD: O ja? Portefeuillehouder, is er ook uitbreiding gekomen op de afdeling Welzijn. 28

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1994 | | pagina 131