Voorzitter, het zal duidelijk zijn dat gelet op wat ik in eerste termijn en bij de beantwoording vanmiddag gezegd heb dat ik naar voren breng dat deze motie ten stelligste moet afraden. Motie 2, voorzitter. Wat motie 2 betreft, daar wordt gesproken over onjuiste en onvolledige informatie die van mijn kant aan de raad gegeven zou worden. Voorzitter, deze conclusie die kan ik niet onderschrijven en ik kan alleen maar zeggen dat dat een volledige onjuiste inschatting is van ONS van de feiten en wanneer zij volgende dinsdag bij de vergadering aanwezig zijn dan zullen ze daar zo breed en uitvoerig mogelijk de verklaring over krijgen. Voorzitter, mocht deze motie worden aangenomen - het zal duidelijk zijn - dan zal ik daar de politieke consequenties van aanvaarden. Dank u wel, voorzitter. Wethouder VAN DER HEIJDE: Dank u wel, voorzitter. Ik mag met u vaststellen dat ik in ieder geval bij het begin van de beantwoording in tweede termijn wat eerder in tijd aan de beurt ben dan afgelopen maandag en dat is plezierig. Dan wil ik allereerst alle fracties bedanken voor de bijdrage die ze geleverd hebben ten aanzien van het welzijnsprogramma. Ik zal even de fracties langslopen en daar waar fracties dezelfde vragen hebben gesteld dan zal ik dat aangeven. Voorzitter, de fractie van het CDA maakt zich denk ik met het college terecht zorgen rondom de bezuinigingen in het welzijnsprogramma. Ook andere fracties hebben zich daar zorgen over gemaakt. Toch, voorzitter, is het college van mening dat in ieder geval deze bezui nigingen politiek aanvaardbaar zijn. Het voortbestaan van de instellingen daar kan ik nu in ieder geval mededelen dat bij mij geen enkele twijfel is of dat voortbestaan ter discussie staat. Reeds in eerste termijn heb ik toegezegd dat ik met de betrokken organisaties rond de tafel ga zitten om te kijken hoe dit nadere invulling kan krijgen en indien dat op onoverkomelijke problemen zou leiden dan zeg ik toe dat ik daar dan in ieder geval binnen het college, commissie en wellicht naar de raad daar op terug zou kunnen komen. Dat doe ik, voorzitter, gezien de bijdrage van de fractie van CDA met mijn beide handen op het hart. De VOORZITTER: Wethouder, ik denk dat mijnheer Den Braber nog even iets wilt vragen. De heer DEN BRABER: De manier waarop u mij het woord geeft, brengt mij van mijn apropos. Ik kan de wethouder wellicht een tipje van de sluier oplichten hoe hij dat gaat doen. Het is gebruikelijk dat wij bij het vaststellen van de begroting het welzijnsprogramma vast horen en daarmee de subsidiehoogte vaststellen. Ik heb mevrouw Ossenblok in tweede termijn horen zeggen van als het tegenvalt dan gaat u het zoeken binnen het welzijnsbudget naar compensatie om de effecten weg te poetsen. Ik denk dat die ruimte er dan niet meer is. Wethouder VAN DER HEIJDE: Wellicht dat ik met het standpunt van de heer Den Braber eens kan zijn. Indien het voortbestaan van één of meerdere instellingen die nu gekort worden, het noodzakelijk zal maken dat het college de bezuiniging zou moeten heroverwegen, dan zullen wij binnen het college zoeken naar middelen. Wij zullen kijken in hoeverre dat het mogelijk is inplaatsbaar binnen het welzijnsbudget zo niet dan denk ik dat wij kijken in hoeverre dat de raad en de commissie daar een gedegen voorstel van kunnen voorleggen. Vooralsnog ga ik er van uit dat wij de bezuinigingen in kunnen vullen. Voorzitter, de suggestie van de CDA-fractie indien onverhoopt, nee niet indien onverhoopt, indien mocht blijken dat wij bij de uitvoer van plan Polderstraat het gemeenschapshuis geamoveerd gaat worden en er binnen het welzijnsbudget het bedrag over zou blijven voor de kosten van dat gemeenschapstehuis. Het is een hele nuttige suggestie. Op dit moment is het niet aan de orde en indien dat nodig is dan zullen wij daar zeker binnen de commissie en ook binnen de raad daar nader op terugkomen. Voorzitter, met waardering heb ik geluisterd naar de inbreng van de fractie van ONS inzake de tweede termijn over het welzijnsprogramma. Ook deze fractie maakte bezwaren tegen de bezuiniging bij grote instellingen. Sterker nog, de fractie deed de suggestie dat de voorliggende begroting niet kon goedkeuren. Toch kwamen ze met een aantal alternatieven ook weer het welzijnsbudget aandragen, ik vind dat toch een constructieve bijdrage en heb er ook respect voor. Alleen vind ik het jammer dat ik met die alternatieve bijdrage die dekkingsvoorstellen dat ik daar eigenlijk geen kant verder mee uit kan. Voorzitter, reeds in mijn reactie naar het CDA heb ik al gezegd dat ten aanzien van de bezuinigingen van de grote instellingen dat het college die bezuinigingen handhaaft. Dat betekent dat de 60.000,- die de fractie van ONS in het wijzigingsvoorstel opneemt, die vallen weg en ik neem aan dat daarmee ook de basis van het dekkingsvoorstel weg is en het college in ieder geval deze voorstellen op de welzijnsbegroting te wijzigen, niet zal overnemen. Heel specifiek ten aanzien van de LOVO willen wij toch het bedrag dat in het welzijnsbudget opgenomen is handhaven omdat wij allereerst met het bestuur van de stichting rond de tafel willen gaan om te kijken wat het betekent nu binnen een jaarplanning dat de CAI- commissie het programma overneemt. Wij hebben vooralsnog dat overleg nog niet gehad en gezien ook uw eerdere commentaar dat u vindt dat wij ook eerst overleg moeten voeren voordat wij beslissingen nemen, die suggestie die neem ik graag over. Ik wil eerst met de desbetreffende vereniging rond de tafel gaan informeren wat het betekent voor de LOVO zelf als vereniging en ik wil daarna binnen het college naar de commissie en de raad komen met een voorstel. Dat voorstel zal dan wellicht inhouden dat de LOVO met 27

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1994 | | pagina 130