over gehoord. Wat dat betreft kunnen wij dus spreken van een vrijwel kamerbrede visie met betrekking tot de risico's van het grondbedrijf, die zijn dus niet meer aanwezig. Dat begint de noodzakelijkheid om die 500.000,- daar als bedrijfsreserve aan te houden die is niet noodzakelijk. De heer VAN OOSTERHOUT: Mag ik er toch even dit van zeggen? Ik heb zelfs vandaag beluisterd dat het ook andere partijen in de raad zijn die daar toch in soort gelijke termen over denken dat er toch een minimale reserve in dat fonds van het grondbedrijf zou moeten blijven zitten. Wat dat betreft denk ik dat de wethouder in de beantwoording van andere fracties daar nog wel op terug zal komen dan. Laten wij dan maar vaststellen dat los van de discussie over de risico's waar wij het met elkaar niet eens hoeven te zijn want kijk dat hangt natuurlijk ook samen met het feit of je al dan niet al je armslag en bewegingsvrijheid in Lob C wil verhandelen aan een projectontwikkelaar, daar komt het natuurlijk op neer. De risico's nog even daar gelaten is het ook nog de bedoeling dat wij nu wij weten dat wij op dit moment niet anders te verwachten hebben dat er geplukt wordt uit de reserves voor de bedragen die er nu voor staan, ik hoef ze niet meer te herhalen, dat wij zeggen en daarmee moet het dan maar ophouden. Ik begrijp net uit het antwoord dat u aan de Partij van de Arbeid geeft dat het daar dan misschien niet zo aardig gezegd is maar ook de Partij van de Arbeid waarschuwt nee u komt er eigenlijk op terug dat u dat bedrag toch nog in wil zetten voor nieuw beleid in de komende maand, nog voor het einde van het jaar, zodat de hele reserve die er nu zit in 1 keer 100% wordt opgesoupeerd. Nou, dat is een tweede reden. Wij zijn tegen de wijze waarop er omgegaan wordt met reserves, de wijze waarop het dekkingsplan gewoon is ingevuld. Vanaf de allereerste gedachte vind ik die insteek ook verkeerd. Wij willen dan ook proberen om de raad zover te krijgen en ik heb daar vanavond ook steun voor geproefd om die 500.000,- dan daar ook nog maar in te houden, voordat u ze gaat uitgeven. De heer JONGENELEN: Voorzitter, de heer Van Oosterhout die heeft dat juist verwoord. De CDA-fractie heeft alleen maar gedacht "denken" De heer VAN OOSTERHOUT: Wat bedoelt u nu precies te zeggen? U heeft daarstraks gewoon gezegd dat u meent dat dat ook nuttig is. De VOORZITTER: Gaat u verder met uw beantwoording, wethouder. Wethouder HUIJPEN: Dank u wel, mijnheer de voorzitter. Ik wil daar best op reageren. Ik heb van de inbreng van de CDA-fractie niet begrepen dat zij dus moeite hadden met de inzet van reserve grondbedrijf. Dat is mij niet duidelijk geworden. Ik heb met betrekking tot de inbreng van de fractie van ONS daar waar het gaat om een alternatief dekkingsplan, daarvan heb ik ook niets vernomen. Ik heb daar helemaal niets De heer VAN OOSTERHOUT: Nee, want dat heb ik maandag Wethouder HUIJPEN: Ik zou bijna willen zeggen van wat maakt u me nou? De heer VAN OOSTERHOUT: Wethouder HUIJPEN: Wij hebben dus met betrekking tot de problematiek die voorlag daar hebben wij als college een solide oplossing voor gevonden. Het is een oplossing waarvan wij kunnen zeggen dat daar waar het gaat om het sluitend maken van een begroting dat dat ook nog een structureel karakter heeft. Het is een probleem wat dus ontstaan is uit het beleid gevoerd in het verleden. Het college is daar druk mee aan de slag geweest en wij hebben daar op een solide manier een oplossing voor gevonden. Ik heb van de fractie van ONS, in de sfeer van alternatief dekkingsplan, daar heb ik niets van gezien, dus dat kan ik ook niet bewerken dan. De heer VAN OOSTERHOUT: Dat is helemaal juist omdat wij, zoals ik maandag al heb verteld, inderdaad een andere insteek hebben gekozen, ik kom daar dadelijk nog even op terug. Laat ik het maar meteen uitspreken wat betreft dat alternatief dekkingsplan. Ik heb u dat maandag al gezegd en ik zal het nu kort samenvatten, dat wij ons niet geroepen voelen op dit moment en ook niet in staat zijn om op dit moment het volle bedrag wat wij aan bezuinigingen zouden moeten doen in deze gemeente om dat tekort op te leveren. Daar hoef ik geen doekjes om te winden, dat is gewoon zo. Wat wij ons steekt in de wijze van aanpak is dat de spaarpot geplunderd wordt en er eigenlijk ook geen enkele manier een bezuinigingsbeleid wordt ingezet. Dat is wat steekt want wat doet u nou? U maakt de spaarpot leeg en zegt ik heb een structurele dekking. U 20

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1994 | | pagina 123