Wethouder HUIJPEN: Dank u wel, mijnheer de voorzitter. Ik stel vast dat ik vanavond wat kort door de
bocht kan gaan want daar waar het gaat om het dekkingsplan, daarvan stel ik vast dat er geen alternatief
dekkingsplan is. Er ligt wel een wijziging op het dekkingsplan en dat is van de Partij van de Arbeid. Daarvan
moet ik zeggen dat het financieel technisch klopt. Inhoudelijk betekent het wel het een en ander. Het
betekent met name dus dat de fractie van de Partij van de Arbeid, wanneer wij dus dat voorstel zouden
volgen, dat wij dus vervolgens de bode en een wethouder wegsturen. Ik kan het niet anders uitleggen.
De heer HERMES: Wij sturen een wethouder weg, dat ben ik volkomen met u eens maarja wij kunnen
er ook twee wegsturen en de bode houden dat is niet zo'n probleem. Er is toch maar één wethouder dus zo
moeilijk is het niet. De bode wegsturen dat zeggen wij niet, mijnheer Huijpen, dat heeft u verkeerd
begrepen. Wij zeggen intern vervangen.
Wethouder HUIJPEN: Dat betekent dus wanneer u hem dus intern wilt vervangen dat er dus elders in de
organisatie een leegte optreedt en dat kunnen wij ons niet permitteren. De voorzitter van deze raad heeft
dat al aangegeven dus wat dat betreft kunnen wij als gevolg dus van het voorstel dat u de raad voorlegt en
het college voorlegt kunnen wij daar niet mee akkoord gaan. Daar kunnen wij verder niet mee uit de voeten.
Dan ligt er een voorstel van de fractie van ONS met betrekking tot
De heer DEN BRABER: Voorzitter, voordat hij overgaat naar de fractie van ONS. Ik begrijp nu dat het
knelpunt in ons dekkingsplan is de gemeentebode invullen. Kan ik met dit college afspreken dat wij op ons
nemen om daar een alternatief voor aan te dragen en dat de rest van het dekkingsplan dan inderdaad dus
een aanvaardbare wijziging is op de begroting 1995. Wij zien elkaar weer op 1 december en vervolgens 14
dagen later zien wij elkaar weer, dan komen wij met een alternatief voor het invullen van die gemeentebode.
De VOORZITTER: Ik denk dat wethouder Huijpen over uw voorstel nummer 2 wellicht nog enige verdere
toelichting op wil geven.
Wethouder HUIJPEN: Ik wil daar het volgende van zeggen, mijnheer de voorzitter. Daar waar het gaat over
het voorstel van de fractie van de Partij van de Arbeid om 1,3 miljoen van het grondbedrijf over te hevelen
naar het prioriteitenfonds stads- en dorpsvernieuwing. Dat betekent per saldo dus dat dat een ton aan rente
oplevert. Dat is één. Daarnaast het bedrag voor extra afschrijving beperken tot 1 miljoen, dat levert
225.000,- op, dan hebben wij totaal 325.000,-. Maar met betrekking tot de 1,3 miljoen van het
grondbedrijf overhevelen naar het prioriteitenfonds stads- en dorpsvernieuwing, dat heeft het college dus
moeite mee. In die zin van wij zijn daar faliekant tegen. Dat betekent dus dat wij met betrekking tot zeg
maar de discussie die wij gaan voeren over de knelpuntennota, dat wij dus daar waar het gaat over de
financiering dat wij daar in forse problemen komen en dat wensen wij op dit moment niet en dan ook niet
natuurlijk. Wat dat betreft kunnen wij uw voorstel niet volgen.
De heer DEN BRABER: Het is een politieke keuze, voorzitter. Ik heb in mijn eerste termijn al gezegd dat wij
in plaats van dit college al het geld op te maken, dat wij 1,3 miljoen willen reserveren om met de middelen
die al beschikbaar zijn een totale pot te krijgen van ruim 3 miljoen om verder te bouwen aan de toekomst
van Oudenbosch. Ik heb heel duidelijk gehoord, het college kiest ervoor om enerzijds een overlevingsstrate
gie tot aan de gemeentelijke herindeling in stand te houden en anderzijds op korte termijn nog eens een
keer 4 ton er doorheen te draaien.
Wethouder HUIJPEN: Als u dus die knelpuntennota waarvan u op dit moment nog geen kennis heeft, als u
die op voorhand al kwalificeert als potverteren en nog eens 4 ton erin te draaien, dat is dan een
opmerking en een kwalificatie waarvan het college zegt van daar hebben wij geen behoefte aan. Daar
nemen wij afstand van, zeer nadrukkelijk. Ik vind de opmerking ook overigens onder de maat. Dus met
betrekking tot het wijzigingsvoorstel van de fractie van de Partij van de Arbeid daarvan kan ik zeggen dat
het college daar niet mee kan leven, wij zijn daar tegen. Dan heeft de fractie van ONS een voorstel gedaan
om 500.000,- als bedrijfsreserve aan te blijven houden in het grondbedrijf. Ik denk dat de discussie met
betrekking tot de inzet van de middelen vanuit het grondbedrijf dat wij die ruimschoots gevoerd hebben.
Vrijwel kamerbreed is in deze raad, op de fractie van ONS na, van opvatting dat daar waar het gaat om de
risico's van het grondbedrijf dat die er niet meer zijn. Wat dat betreft hebben wij er ook geen behoefte aan
om dus die 500.000,- nog te reserveren. Sterker nog, ik heb opgemerkt in de eerste termijn dat stel dat
wij Lob C van Albano zouden verkopen binnen afzienbare termijn dat wij dan een forse winst boeken. Er is
geen sprake meer van enige vorm van risico. Dat heeft ondertussen ook de fractie van de Partij van de
Arbeid onderkent middels het voorstel om de 1,3 miljoen van het grondbedrijf over te hevelen naar het
prioriteitenfonds stads- en dorpsvernieuwing. Ik heb ook vanuit de coalitie daar verder geen opmerkingen
19