De VOORZITTER: Dank u wel voor deze ondersteuning, zo zie ik het uw opmerking. De heer VAN OVERVELD: Ja, maar niet ondersteuning in de tweede fase. De VOORZITTER: Alleen, en ik was dus nog niet klaar, denk ik dat het een wat eenvoudiger voorstelling van zaken is om nu te zeggen om het aan dit specifieke voorbeeld uit te geven. Ik hecht er toch sterk aan om het integrale veiligheidsbeleid zoals wij dat ook met z'n allen voorstaan om het op integrale wijze met elkaar te bespreken. Het betreft niet alleen de personele invulling. Het betreft ook een heleboel andere maatregelen die wij in de gemeente moeten nemen. Door de gemeente zelf, door instellingen, door de politie en het hele pakket. Dat kunnen wij niet zo maar even nu op een avond als deze hoe belangrijk ook uiteraard, afronden. De heer VAN OVERVELD: Mijnheer de voorzitter, dat wil ik ook niet. Ik heb best begrip voor het feit dat er nog meer is dan dat. Eén van de grootste problemen die wij ervaren is dat bijvoorbeeld in de nachtelijke uren het heel moeilijk is met de surveillance bij de politie. Dat is een publiek geheim, iedereen weet dat en wij willen daar nu concreet iets aan doen. Je kan zeggen van meer blauw op straat overdag, dat is een keuze met stadswachten of politie-surveillanten. Wij hebben gekozen voor begin nu 's-nachts want daar is bijna niets meer. En dat is heel concreet, voorzitter, dat laat onverlet dat wij verder moeten praten over wat er verder allemaal nog kan. Dat ben ik volledig met u eens. Laten wij nu alvast iets doen en ergens beginnen. De VOORZITTER: Dan ben ik natuurlijk verheugd met uw voorstel over die 50.000,-. Wij komen daar zeker op terug. Ik neem die suggestie graag van u over, niet op dit moment maar in december. Alleen het is als je over de beperkte middelen die wij, en dat is niet alleen in de financiële situatie maar in het algemeen gesproken voor een gemeente van deze omvang, spreken over versterking van de politie, dan is een bedrag van 50.000,- voor 1 functionaris zelfs al niet helemaal toereikend. Dat is één. De heer VAN OVERVELD: Dat realiseer ik me ook, voorzitter. De VOORZITTER: Ten tweede, voordat je zo'n functionaris echt operationeel hebt dan ben je een jaar bezig om zo'n persoon op te leiden. In dit jaar moet je ook wel het bedrag betalen waar je dus niets voor terug krijgt. We zoeken naar andere oplossingen. De heer VAN OVERVELD: Maar een andere oplossing zou kunnen zijn dat u die kracht inhuurt bij mensen die daar gespecialiseerd in zijn. Er zijn veiligheidsbedrijven. De VOORZITTER: Nogmaals, de concrete invulling van het bedrag wat u voorstelt, ik wou dat toch nog niet verder aan de orde stellen en dat in een bredere context zien. Dan in de richting van de Partij van de Arbeid. Ik heb met leedwezen een woordkeuze van u bespeurd waar ik toch wel enigszins afstand van wil nemen en dan heb ik het over de portefeuille personeel. U vindt zelf het bedrag voor het opleidingsprogramma wat aan de hoge kant. U zegt van het moet geen automatisme worden dat je elk jaar automatisch 1% van de loonsom gereserveerd. In de eerste plaats is dat geen automatisme maar dat is gewoon op basis van de noodzaak die aangetoond is mede gelet op de financiële situatie. Ik weet dat in andere gemeenten 1% zeer laag is, dat het eigenlijk hoger ligt. Wij doen daarin wat wij kunnen maar waar ik me aan gestoord heb is uw opmerking nadat eerst het eigen hachje veilig gesteld is, gaat het niet aan tegen andere te vertellen dat het allemaal maar minder moet. Wij hebben uiterste zorg voor ons personeel. Uiteindelijk is het het personeel wat onder grote druk een hoop werk zal moeten verrichten. Wij hebben een personeelsbestand wat over het algemeen een vrij lange staat van dienst heeft binnen onze gemeente en juist daarom is het van belang dat die regelmatig en goed worden bijgeschoold. Dan is het nog maar een beperkt programma wat wij hiermee doen. Het programma overigens in overleg met het personeel en waar ook over de schouders mee gekeken wordt door het GO en de vakbonden die daar natuurlijk ook hun informatie over willen verschaffen. Als u dan stelt nadat eerst het eigen hachje veilig gesteld is dan vind ik dat toch met name in de richting van het personeel niet erg complimenteus. De heer DEN BRABER: Ja, voorzitter, u moet dat niet uit de context halen waarin het gezegd is. Het gaat over maatregelen voor de bestuurs- en organisatiekosten. De voornaamste hoofdmoot daarvan - ik heb dat in eerste termijn al aangegeven - is dat het college weigert z'n eigen derde wethouders ter discussie te stellen. Het is allemaal mooi en aardig om te roepen van het is financieel allemaal zo moeilijk in Ouden bosch enzo. Begin dan eerst bij jezelf eens op een rij te zetten of die 50.000,- niet uitgespaard kunnen worden. Vervolgens kun je hier en daar - en dat heb ik op een gegeven moment in tweede termijn gezegd - 17

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1994 | | pagina 120