Werkplanninq In de begrotingsstukken en bij de behandeling van de begroting zijn diverse afspraken gemaakt en toezeggingen gedaan. In december komen er waarschijnlijk nog een aantal afspraken bij. Wij stellen u voor, teneinde een goede afhandeling van alle afspraken te garanderen, deze afspraken op een overzicht vast te leggen. Dit kan voor u dienen als een soort werkplanning bij de realisatie van de toezeggingen; voor de raad kan het een middel zijn om de ontwikkelingen op hoofdlijnen te volgen. Tot zover de bijdrage van de fractie van D66. In de eerste termijn hebben we al een aantal inhoudelijke opmerkingen gemaakt. In december zullen wij nog over deze en een aantal andere zaken van gedachte wisselen. De fractie heeft op dit moment verder geen opmerkingen bij de voorliggende begrotingen. Graag sluit ik mijn bijdrage af door aan het college en het ambtenarenkorps dank te zeggen voor het vele verzette werk. Ik dank u voor uw aandacht. De VOORZITTER: Wij gaan zo over tot schorsing. Ik wou even over de orde van de vergadering verder met u nog een paar afspraken maken. Er zijn een aantal voorstellen aangekondigd, die zullen u op schrift worden uitgereikt. Er zijn een aantal voorstellingen genoemd, aanvankelijk van reactie van het college in tweede termijn. Als die doorgezet worden zal het ook aan u uitgereikt worden. Wij zullen trachten om het zo overzichtelijk mogelijk voor u te maken op een totale lijst zodat u dat goed kan volgen. Mocht het nodig zijn dan zal ik daar ook straks tot stemming toe overgaan. De orde is zo dat voordat wij over de begroting zelf besluiten dat de wijzigingsvoorstellen geagendeerd worden en ter besluitvorming worden voorgelegd. Daarna zullen de besluiten over de begrotingen genomen worden en dan de moties die ingediend zijn in stemming gebracht worden. Dat is de juiste volgorde van zaken. Ik wens u nu smakelijk eten. Het is nu 17.30 uur. Zullen wij om 19.30 weer bijeenkomen? Oké 20.00 uur dan. Tot straks. De VOORZITTER schorst de vergadering. Na de schorsing: 20. 2e termijn beantwoording door het college van burgemeester en wethouders. De VOORZITTER: Aan de orde is nu de reactie van het college in tweede termijn. Ik heb u voor de schorsing geschetst dat wij daarna zullen overgaan tot de behandeling van de bestemming over de amenderende voorstellingen. Daarna de agendapunten 21 en 22. Vervolgens de moties. Dan de rondvraag en sluiting. Zelf zal ik even reageren nog op een aantal opmerkingen die in de richting van mijn portefeuilles gemaakt zijn. Op het eind van de vergadering heb ik behoefte om nog even een korte verklarende opmerking te maken die het geheel van de vergadering behelst. In de richting van het CDA en ook anderen hebben daar opmerkingen over gemaakt, en dan heb ik het over de personeelsportefeuille, dat er de suggestie wordt gedaan om eens eerst goed te bezien de mogelijkheid om de vacature van de bode om dat intern op te lossen. In principe, ik heb dat ook al in eerste termijn gezegd, worden vacatures voorzien of daar - als daar tot invulling overgegaan wordt - in eerste plaats gekeken of dat intern kan gebeuren. Ik kan op dit moment niet voorzien, en aan de andere kant zie ik het wel als vrij moeilijk in om met name als het gaat om de functie bode op deze wijze in te vullen omdat gelet op de omvang van onze organisatie het ontzettend lastig is om mensen te verplaatsen omdat er een vacature is. Ik zeg u wel toe dat wij die mogelijkheid zullen bezien maar ik kan dat niet hard toezeggen dat het ook ingevuld zal worden op die wijze. Bovendien heb ik u ook medegedeeld dat mochten wij overgaan tot het invullen van de vacature dat dat dan in eerste plaats in overleg met onze twee buurgemeenten zal geschieden en kijken of daar mogelijkheden zijn. Ten tweede dat die aanstellingen dan ook allemaal een tijdelijke basis zullen hebben voor de loop van de komende 2 jaar. Mijnheer Jongenelen u maakt een kleine vergissing toen u refereerde aan mijn opmerkingen dat ik wekelijks voer als het gaat over politiezaken. Ik citeer uit wat u ingebracht heeft; wekelijks overleg met de buurge meenten. Dat is niet het geval. Ik heb natuurlijk wel wekelijks overleg met de chef van de politie en indien nodig ook met andere politiemensen. Ik heb wel regelmatig contact, als is het maar in het kader van het driehoeksoverleg, met mijn collega's van de drie buurgemeenten. Ook daar worden wij regelmatig geïnformeerd over de stand van zaken voor wat betreft vacatures en personeelsbestand. Ik zeg het ook in algemene zin want ook andere fracties hebben een opmerking daarover gemaakt. Ik kan er weinig meer aan toevoegen dan dat ik in eerste termijn heb gedaan voor wat betreft het personeelsbestand bij de politie. Er wordt met man en macht druk uitgeoefend op de landelijke politiek want daar moet toch de definitieve 15

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1994 | | pagina 118