gevolgen zou hebben voor de Prof. van Ginnekenstraat, dit mede gelet op huidige en dreigende leegstand.
Het college wil waken voor het verplaatsen van de problemen van de Polderstraat naar de Prof. van
Ginnekenstraat. En zeker voorkomen dat de beoogde effecten aan de Polderstraat niet bereikt zouden
worden. Het college kwam voorts tot de conclusie dat het stedebouwkundig gezien wellicht is aan te bevelen
de bebouwing aan de Julianalaan te handhaven. Het voor een plaats als Oudenbosch vrij grote parkeerter
rein aan de Julianalaan vinden wij geen verfraaiing. Het college acht het daarentegen noodzakelijk de
zogenaamde parkeerroute, waarvan in het DPO-rapport sprake is, wel te realiseren. Naar onze mening kan
de realisering hiervan nagenoeg ongewijzigd worden uitgevoerd, waarbij het gemeenschapstehuis toch
behouden kan worden. Het waren dus economische en stedebouwkundige adviezen die ons doen heden
besluiten een nader onderzoek in te stellen naar de mogelijkheden alsnog het gemeenschapstehuis te
handhaven. Onze bijzondere aandacht bij deze studie krijgen uiteraard de bewoners van de Vader
Vincentiusstraat, aan wie er mogelijkheden in het vooruitzicht zijn gesteld voor de bouw van garages. Mocht
besloten worden het gemeenschapstehuis te behouden dan begrijpen wij dat voor de bewoners van de
Vader Vincentiusstraat de nodige voorzieningen moeten worden getroffen. Voor alle duidelijkheid, het plan
kan voor wat betreft de genoemde bewoners gewoon doorgang vinden. Het behoud van het gemeen
schapstehuis houdt in dat vele verenigingen en instellingen aan een onderkomen kunnen worden geholpen
en dat het accommodatieprobleem kan worden opgelost. Het zal u ook bekend zijn dat het amoveren van
het gemeenschapstehuis voor vele als een kapitaalsvernietiging overkomt. Wij stellen het op prijs met
nadruk te verklaren dat dit alles in ee fase van studie is. De uitslag van deze studie is ook voor het college
nog een vraagteken. Het wijzigen van de plannen heeft uiteraard financiële gevolgen welke nog niet zijn te
overzien. Wel erkennen wij als college dat het beter ware geweest als wij u bijvoorbeeld via een besloten
vergadering van de commissie Algemene en Bestuurlijke Zaken hadden gemeld met de voornoemde studie
te starten. De vele belangen die hier echter mee gemoeid zijn - zowel financieel als zakelijk - deden ons
besluiten zo weinig mogelijk informatie naar buiten te brengen. Dat u als raad teleurgesteld bent in het feit
dat u over deze zaak te weinig informatie is verschaft, kunnen wij begrijpen. In de toekomst zullen wij
trachten dit te voorkomen. Wij vertrouwen erop dat uw raad deze verklaring accepteert en wij zullen
aanstaande dinsdag in een besloten vergadering van de commissie Algemene en Bestuurlijke Zaken u een
volledig inzicht geven in de stand van zaken rondom het plan Polderstraat. De adviezen van de commissie
worden dan uiteraard op prijs gesteld. Zover de verklaring, burgemeester.
De VOORZITTER: Het is mijn voornemen om op zich dit onderdeel wat eigenlijk buiten de algemene
beschouwingen staat te trachten af te ronden voordat wij overgaan tot de tweede termijn. Mijn verzoek aan
u is van heeft u behoefte om hierop te reageren?
De heer DEN BRABER: Het "hot-item" van de algemene beschouwingen in 1995 buiten die algemene
beschouwingen te houden maar daar is het inmiddels te laat voor. Ik heb me voorbereid voor de tweede
termijn van mijn fractie op basis van de discussie die afgelopen maandag al dan niet gevoerd is. Ik heb er
behoefte aan even met mijn fractie te overleggen om te kijken of onze reactie in tweede termijn bijgesteld
moet worden naar aanleiding van deze verklaring.
De VOORZITTER: U heeft behoefte aan schorsing?
De heer DEN BRABER: Ja.
De VOORZITTER: In principe schors ik de vergadering nu voor 10 minuten. Mocht dat langer zijn dan merkt
u dat wel.
De VOORZITTER schorst de vergadering. Na de schorsing:
De VOORZITTER heropent de vergadering.
De heer DEN BRABER: Het heeft mij voorkeur, voorzitter, dat onze reactie die heb ik verwerkt in onze
tweede termijn van de algemene beschouwingen, dat die dus meeloopt daarbij. Ik wil daarbij best beginnen
maar ik kan me voorstellen dat u de volgorde bepaalt.
2
