een klein probleempje op pagina 8 waar een zin, helemaal bovenaan onder toetsing, daar staat en
ik denk dat dat de moderne technologie is die ons hier pachten speelt, daar staat na georiënteerd
een punt en dan behoort er waarschijnlijk nog eens een begin van een zin te staan en die is dan
niet afgemaakt. Ik denk dat u dat moet repareren voordat u dit officieel naar buiten laat gaan als het
al niet weg is. Voor de rest, voorzitter, heb ik geen behoefte dat de nota gewijzigd wordt. Ik denk
dat het verstandig is om die nota op deze manier ook officieel naar buiten te brengen als raadsstuk
maar ik zou u toch willen adviseren om in het open overleg - en dat is daar nu juist voor bedoeld -
denk ik toch nog een enkel punt mee te nemen. Ik denk dat u daarin met name het punt zou
moeten toelichten waarom in eerste instantie in de nota die hier is aangenomen de oriëntatie vanuit
overigens sociaal-economische en recreatieve sfeer is gelegd in de richting van Hoeven, daar is
ook heel wat over geschreven nadien, en dat die oriëntatie nu ook de andere kant uitgaat. Die
oriëntatie die gaat nu ook in de richting van de andere omliggende gemeenten. De reden daarvoor
die komt naar mijn gevoel niet geheel goed uit de verf. Het staat er wel maar ik denk dat u op dat
punt nog moet toelichten waarom ook die oriëntatie vanuit meer sociaal-culturele en welzijnshoek
bekeken, ook die andere kant uit kan gaan. Dat is met name het punt op pagina 7 bovenaan onder
toetsing, ik heb daar voor mezelf toch ook vanwege de laat ik zeggen gebruikte overtreffende term
meer nog dan Hoeven en in mindere mate. Ik denk dat u op die punten in het open overleg toch
genuanceerd de zaken nog eens moet toelichten. Voorzitter, dat is denk ik het belangrijkste. Ik hoef
niet te herhalen welke argumenten er zijn voor de standpuntbepaling zoals u hem aan het eind nog
eens samenvat. Ik heb er nog behoefte aan om te zeggen dat het gezien het vooroverleg wat wij in
de raad hebben gehad dat het ons zeer welkom is en ons ook zeer goed lijkt dat wij als gemeente
raad juist deze weg kiezen en niet de weg gevolgd wordt via, en waarvan ik kan beluisteren en kan
lezen in de krant, door andere gemeenten die elkaar links en rechts opdelen en over en weer met
elkaar gaan praten hoe je de andere gemeenten kunt annexeren of opdelen. Ik denk dat dat de
verkeerde weg is. Ik vind dat het fatsoenlijk moet blijven naar elkaar toe. Dat wil niet zeggen dat je
niet uit kunt komen voor datgene wat je meent want ik denk dat je de regio-vorming of beter
gezegd de herindeling dat je die moet voorzien, althans wat gemeente betreft, van een aantal
uitgangspunten - wij hebben dat gedaan - en dat je aan de commissie en aan GS moet overlaten
om daar ook een invulling aan te geven. Als iedereen of zijn manier aan landje-pik aan het doen is
dan is er op d'n duur helemaal niks meer over dan een klein oorlogje in West-Brabant. Ik denk dat
dat, nogmaals ik heb dat bij een vorige gelegenheid gezegd, de slechtste weg is want al die
obstakels moet u straks opnieuw allemaal weer zelf gaan slechten. Voorzitter, dat was het wat mij
betreft.
De heer HUIJPEN: Dank u wel, mijnheer de voorzitter. Ik wil namens de WD-fractie de waardering
uitspreken voor de gepresenteerde nota. Datgene wat erin verwoord staat daar kunnen wij ons in
vinden. Wij hebben nog wel een vraag en dat in tegenstelling met datgene wat de heer Van
Oosterhout stelt en misschien kan het college duidelijk maken het waarom. Is het verstandig om op
dit moment niet duidelijk te maken wat de gemeente Oudenbosch in ruimtelijke sfeer concreet wil?
Dus dat is niet bedoeld in de sfeer van landje-pik of wat dan ook. Enerzijds pleiten wij voor de
vorming van gemeente met een minimaal aantal van 24.000 inwoners maar als het dan om de
onderbouwing gaat in ruimtelijke sfeer dus dan spreken wij ons daar niet over uit. Nogmaals is dat
wel zo verstandig? Dus richting diverse overleg-organen waar wij dus mee te maken krijgen. Dat
was mijn opmerking, mijnheer de voorzitter.
De heer HERMES: Ja, dank u wel, voorzitter. Ook ik wil beginnen met de waardering uit te spreken
naar de opsteller van de notitie want het blijkt dat de inbreng die wij hebben gehad in de werkcon
ferentie van 28 april jongstleden in voldoende mate is overgenomen in de notitie zoals die voor ons
ligt. Wij herkennen in die notitie ons standpunt en wij kunnen dan ook akkoord gaan met het
voorstel dat u doet om de bedoelde ongewijzigd vast te stellen. Verder hebben wij geen opmerkin
gen, voorzitter.
De VOORZITTER: In de eerste plaats dank voor de waarderende opmerkingen. Het is goed dat
een notitie als deze over een onderwerp als dit ook door de raad in z'n totaliteit gedragen wordt.
Dat geeft het college voldoende ondersteuning om namens u hier verder in gesprek mee te raken
met de provincie en wellicht nog anderen die daarna nog zullen volgen onder de nadrukkelijke
26