De VOORZITTER: Ik denk dat de standpunten op zich op dit moment voldoende uitgewisseld zijn,
dat er wellicht herhaling zou komen. Bovendien hebben wij de tweede termijn ook al achter de rug.
Ik neem aan dat ik kan constateren met u dat het voorstel zoals het door het college gehandhaafd
is en aan u voorgelegd wordt aangenomen zal zijn onder de aantekening dat de aanwezige leden
van de fractie van ONS en van de WD geacht worden te hebben tegen gestemd. Is mijn
constatering juist? Dan is conform besloten en het voorstel wat hierop gaat volgen, de verkoop van
de grond, zullen wij een aantal elementen die nu niet hier besproken konden en mochten worden
omdat ze niet aan de orde waren dan alsnog meenemen zonder dat er een herhaling van de
discussie van dit moment zal plaatsvinden.
Zonder hoofdelijke stemmen wordt conform het voorstel besloten met de aantekening dat
de leden van de fracties van WD en ONS tegen zijn.
20. Voorstel inzake het vaststellen van de nota "Gemeentelijke Herindeling".
De VOORZITTER: Dit is zonder een commissie-vergadering gebeurd. Er is een besloten bijeen
komst van de raad geweest om daar eens heel vrij over te kunnen spreken met u. Op grond
daarvan heeft het college dit voorstel nu gemaakt en dat zal dienen als onderbouwing van het open
overleg wat op 11 juni zal plaatsvinden met het college van GS althans een delegatie daarvan en
ons college uit Oudenbosch.
De heer VAN HOEK: Ja, voorzitter, wij hebben ten aanzien van de gemeentelijke herindeling de
plannen van de commissie Schampers begin maart mogen ontvangen. De uitspraak van deze
gemeente was dat wij willen naar een opschaling van 18.000 inwoners. U heeft nu aangegeven
waarom wij vinden dat deze opschaling zou moeten gebeuren naar 24.000 inwoners. De argu
menten om daar naar toe te gaan werken staan in de notitie. Er wordt genoemd om evenwicht in
de regio te krijgen is het nodig dat de gemeenten ontstaan, dus van alle gemeenten, van minimaal
24.000 inwoners. Voldoende tegenwicht kunnen bieden aan de grotere gemeenten in deze regio
zodat de overige gemeenten als gelijkwaardige partners met elkaar kunnen gaan samenwerken, dat
wij dan de mogelijkheid hebben dat deze gemeente bestuurd gaat worden door full-time bestuur
ders en dat dat ook de mogelijkheid is om te beschikken over een adequaat ambtelijke organisatie
met de nodige deskundigheid in huis en die ook veel minder kwetsbaar is. Ook niet onaanzienlijk en
dat heeft in de eerste notitie gestaan vorig jaar en nu ook weer dat het draagvlak van de voorzie
ningen aanzienlijk wordt verbeterd. Dan zegt u, voorzitter, op de laatste pagina; het een en ander
betekent dat de kern Oudenbosch haar zelfstandigheid verliest en opgaat in een grotere gemeente.
Dat klinkt sympathiek naar de buurgemeenten. Op zichzelf is die constatering juist, voorzitter, omdat
de huidige gemeentegrenzen vervallen en er een nieuwe gemeente gaat ontstaan en omdat daar
uit blijkt dat wij bereid zijn om met andere kernen samen te gaan werken. Wat echter ons is
opgevallen bij die constatering en dat willen wij toch wel benadrukken dat de functie van de kern
Oudenbosch eigenlijk te weinig benadrukt wordt. De kern Oudenbosch die heeft toch een bepaalde
centrum-functie. Wij denken dan aan de taken die onze gemeente heeft en ook naar de geografi
sche ligging. Wij liggen vrij centraal, wij liggen aan spoor- en waterwegen en ook onze voorzienin
gen die mogen wat dat betreft genoemd worden. Wij vinden eigenlijk dat in dat open overleg deze
punten eigenlijk meer benadrukt zouden moeten worden en dat missen wij eigenlijk in dit stuk. Wij
zouden dus eigenlijk de nota op dat punt wat willen verduidelijken, dat de centrum-functie van
Oudenbosch wat meer benadrukt wordt en ook in dat open overleg dat wij ons zelf niet helemaal
moeten wegcijferen maar dat dat best benadrukt mag worden.
De heer VAN OOSTERHOUT: Dank u wel, voorzitter. Voorzitter, op de allereerste plaats wil ik
namens mijn fractie de waardering uitspreken voor de nota zoals die hier voor ons ligt en de wijze
waarop de nota heel constructief voort bouwt op datgene wat wij in eerste instantie in deze raad
zelf hebben vastgesteld. Dat is denk ik heel belangrijk om dat niet te vergeten en vervolgens dat die
nota ook heel constructief en ook op bepaalde punten wat kritisch inderdaad op de rapportage
zoals die door de commissie Schampers is gedaan aan GS. Voor de wijze waarop dat is gebeurd
onze waardering. Ik heb met betrekking tot de inhoud van de nota nog een enkele opmerking. Er is
25