sprake kwam al duidelijk naar voren gebracht - ik herhaal het hier maar kort - is dus dat wij het om die reden niet eens zijn met dit voorstel en daar straks ook tegen zullen stemmen. Dank u wel. De heer HUIJPEN: Dank u wel, mijnheer de voorzitter. Ja wij hebben dit uitgebreid in het fractie- beraad aan de orde gesteld en wij hebben daar uitgebreid over gediscussieerd. Ik moet u zeggen dat het standpunt van de WD-fractie in deze niet gewijzigd is. Wij zijn van mening dat er eerst parkeerplaatsen gecreëerd dienen te worden en dan vervolgens de lege plekken volgebouwd kunnen worden. Het pand is in 1974 aangekocht en gesloopt om parkeerplaatsen te creëren. Binnen afzienbare termijn is het dan wel zo dat er een integrale herziening van het Komplan kan plaatsvinden maar daarmee zijn de uitkomsten nog niet gerealiseerd. Een algemene klacht van burgers is dat deze het ontbreken van voldoende parkeergelegenheid als een probleem ervaren. Een algemene opmerking is, dat is nou net nog een plekje waar je je auto kwijt kan. Wij kunnen feitelijk vaststellen dat het de laatste jaren alleen maar drukker is geworden. De consument doet in de gemeente Oudenbosch boodschappen en op zich zijn al die burgers dat zijn op zich ook allemaal kleine ondernemers. Met andere woorden, mijnheer de voorzitter, wij zijn zeer nadrukkelijk tegen het voorstel. Kort samengevat; eerst parkeerplaatsen en dan de lege plekken vol bouwen. Dank u wel. De heer DEN BRABER: Beginnend bij de vragen van de heer Jongenelen, voorzitter. Uiteraard hebben wij over deze aanvraag overleg gevoerd met de stedebouwkundige die én het distributie planologisch onderzoek heeft uitgevoerd - hoelang was het ook al weer, 21/2 jaar geleden - én die bezig is met de herziening van het Komplan. De stedebouwkundige heeft gezegd dat de invulling van deze wat rotte plek in het centrum heel goed past in zijn visie voor de toekomst. Parkeren. Wij hebben vanuit de eigen organisatie regelmatig laten nagaan de intensiteit waarmee deze parkeer plaatsen gebruikt worden en geconstateerd op grond van de visitaties dat op koopavond en op zaterdagmorgen, dus op de topdagen voor de winkels, dat inderdaad de parkeerplaatsen volstaan. Op andere momenten van de week is er meestal wel ruimte. De grondverkoop dat zal z'n normale procedure volgen via de commissie ABZ neem ik aan, daar zijn geëigende regels voor. Dan vraagt de heer Jongenelen van wanneer wordt het centrum autovrij gemaakt? Uw raad moet daartoe eerst de besluiten nog nemen. Als het allemaal goed is dan zullen wij na de zomervakantie met het nieuwe Komplan naar de commissie VIM komen en vervolgens verder in het najaar mee naar de raad en dan kunt u vaststellen dat het winkelcentrum autovrij gemaakt moet worden en dan gaan wij daar aan werken. Ik zelf schat in dat wij daar dan toch nog wel vanaf nu gerekend een jaar of twee mee bezig zijn voordat het zover is. Uiteraard kost het parkeerplaatsen, mijnheer Van Oosterhout. Er zijn 8 parkeerplaatsen waarvan er, en daar heeft de initiatiefnemer gezegd maar dat hebben wij van gemeentewege niet gecontroleerd want zo diepgaand hebben wij dat niet onder zocht, waarvan de initiatiefnemer voor deze aanvraag stelt dat de helft daarvan door ondernemers c.q. personeel van de ondernemingen uit het centrum gebruikt worden en die hebben hem toegezegd dat zij elders in de omgeving met name in de omgeving van het West-Vaardeke hun heil zullen gaan zoeken. Per saldo levert dat dus geen parkeerplaatsenverlies op althans niet tijdens de openingstijden van de winkels. Ten aanzien van de opmerking van de heer Huijpen dat er onvoldoende parkeerplaatsen zouden zijn. Het is wat hachelijk mijnerzijds om dat te ontkennen maar ik wijs erop dat een onderzoek in het najaar van 1990, een onderzoek onder de bezoekers van winkelcentrum op vrijdagavond en op zaterdagmorgen, uitgewezen heeft dat niet op dat moment - maar nogmaals dat is toch weer dik 2 jaar geleden - niet als een probleem hebben ervaren, althans niet gesignaleerd hebben dat er te weinig parkeerplaatsen waren maar men vindt het te rommelig georganiseerd. Er is daar een plekje en er is daar een plekje en men geeft er de voorkeur aan om overzichtelijk te kunnen parkeren en een duidelijke scoringskans te hebben wanneer men de auto kwijt wilt in het centrum. Dat was wat de consument, de bezoekers van het winkelcentrum in Oudenbosch, signaleert tijdens die enquête. Het is een keuze, voorzitter, en zowel de heer Van Oosterhout als de heer Huijpen pleiten daarvoor om eerst het parkeren te organiseren en dan deze plek in te vullen. Als college hebben wij gemeend om het initiatief van de heer Lambregts daar niet op te laten wachten, om hem te laten anticiperen op de invulling van de plekken zoals die aangegeven is in de economische structuurschets voor Oudenbosch. Ja het is een keuze die je moet maken. 22

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1993 | | pagina 95