plaats gedragen door de gemeente en des zelfs burgers. Daar kunnen wij als college ook van harte ondersteunen en dat is ook één van de wijzigingen, laten wij zeggen specificering, wat nadere accenten die in de meest recente versie is opgenomen. Ik lees alleen even die ene zin op die daarbij is toegevoegd: "Het gaat er meer om thans draagvlak te organiseren bij de samenwerkende gemeente voor de voorgestane regio-vorming en de continuïteit in het denkproces voor de nabije toekomst veilig te stellen". Nu zijn dat op zich nu maar wat woorden maar in wezen wordt daar hetzelfde mee bedoeld. Het moet draagvlak hebben. Dat moet je natuurlijk organiseren. Dat betekent dat je daar intern in elke gemeente goed over moet kunnen spreken. Dat draagvlak is van wezenlijk belang wil het überhaupt kans van slagen hebben en dat het niet zo is dat wij op een bepaald moment met ons allen in deze regio besluiten zullen doen, het is een proces van denken. De definitieve eindvorm, en dan kom ik op een aantal andere vragen, is niet of het er nu 3 of 4 bestuurslagen worden dat is denk ik in dit stadium ook nog niet precies exact vast te stellen. Uitgangspunt is om te proberen, en ook zo heeft de heer Van Hoek gezegd, om dat te laten uitgroeien tot een sterke regio. Ik noem dat dan een nieuwe bestuurlijke middenlaag. Daar kun je ontzettend veel woorden aan vuil maken hoe je dat precies moet gaan noemen. Laten wij ons niet meteen op structuren richten maar laten wij in de eerste plaats kijken of wij die doelstelling, die wordt door iedereen gedragen, zo goed mogelijk boven water kunnen krijgen en ook tot uitvoering kunnen brengen. Dat kan alleen maar als je op lokaal niveau goede legitimatie van het hele proces hebt en dus ook in het verlengde daarvan de democratische legitimatie in het hele gewest en of dat dan op de termijn rechtstreeks gekozen gaat worden, dat dat toch weer verlengd lokaal bestuur wordt. Laten wij die discussie nog even liggen. Het gaat er nu om of een regio te vormen die zich goed kan plaatsen tussen 2 grote belangrijke gebieden. Er is ook gesproken ja eerst herindeling of eerst regio-vorming. Het accent zal in het hele proces toch primair liggen op herindeling maar ik kan het niet helemaal los zien natuurlijk van de vorming van de nieuwe regio-structuur/constructie. Er zal tijdens de beide processen toch regelmatig teruggekoppeld moeten worden om te kijken of dat niet met elkaar in strijd gaat. Het accent ligt vooralsnog op herindeling. Dan kom ik ook meteen op uw opmerking van wij moeten ook kijken hoe het uitpakt. Als je teruggaat van 39 naar 20 gemeenten, laten wij even die getallen aanhouden we weten nog niet wat het gaat worden, dat je dan ook met name let op de positie van kleine gemeenten ten opzichte van de grote gemeenten. Dat is dan precies één van de doelstellingen die ook straks in een ander agendapunt behoort als wij praten over de notitie herindeling. Dat ook die in het hele krachtenspel ook de kleinere gemeenten behoedt, moeten kunnen mee functioneren en daar is een bepaalde minimum schaal voor nodig. Vervolgens moet je natuurlijk niet helemaal Nu hebben dan kleinere gemeenten met inval van de ster een zelfde sterkte en grootte en invloed als een stad als Breda of een grotere gemeente als Roosendaal. Daar moet je natuurlijk wel een beetje een kanttekening bij plaatsen. De bedoeling van de opmerking is duidelijk. Ik ben het met u eens en ik heb dat ook verwoord in de laatste bijeenkomst over de procedure die gevolgd is bij het aanmelden voor de proefregio. U zult het ook in het verslag straks zien, dat erkend het dagelijks bestuur van het gewest ook. Het is verder op zich natuurlijk dan wel gebeurd maar er is geen man over boord want er worden nog de nodige discussies aan gewijd. U kunt daar ook in het gewest neem ik aan op terugkomen. Ik was niet de enige die dat namens u dat naar voren bracht, er waren er meerderen. Wij moeten ook en dan sluit ik eigenlijk af als algemeen zeggende opmerking min of meer parallel, wij moeten ons ook niet blind staren alleen op het vormen van een sterke regio, wij moeten in de allereerste plaats en daar is een opmerking over gemaakt afgelopen maandag, wij moeten ons heel goed richten op taken, niet meteen een organisatorisch eindplaatje, maar op taken van wat willen gemeenten overdragen, dat is essentieel aan zo'n nieuw gewest, wat wilt de provincie overdragen en wat wilt het rijk overdragen? Ik denk dat het eerste proces het allerbelangrijkste is want dat geeft ook weer blijk van een draagvlak. Dat geeft dan ook blijk of het wel of niet een haalbare optie is waardoor ook rijk en provincie eigenlijk onmiddellijk daarop of wellicht ook gedeeltelijk gelijktijdig daar dan ook toe kunnen overgaan om ook daadwerkelijk de decentralisatie uit te voeren. Dat zullen ze alleen maar doen als duidelijk aantoonbaar is dat op regionaal niveau de eigen boontjes gedopt kunnen worden en dus ook gemeenten voldoende en importante taken hebben kunnen en willen overdra gen en toch ook nog zelf een vitale gemeente zijn. Het college is het eigenlijk wat dat betreft met u eens. Het is de eerste stap in het proces. U krijgt er in het gewest de gelegenheid nog voor om erover te praten en ook in de raad zal het nog regelmatig terugkomen. De opmerking van de heer Van Oosterhout om dat toe te spitsen op het end in onze bewoordingen, ik denk dat dat heel 10

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1993 | | pagina 83