worden. Wij vinden het, voorzitter, van belang dat de samenwerking die moet van onderen gedragen worden. Het zijn per slot van rekening de gemeenten die de taken moeten overdragen. Het moet niet zo zijn dat het een bezigheid wordt van Baron Nijpels uit Breda of van Markies Zevenbergen uit Bergen op Zoom. Het moet gedragen worden tot de bevolking want de bevolking daar gaat het om, voorzitter. Het belang van de burger dient voorop te staat, die moet er per slot van rekening voor de kosten opdraaien. Ook gelet op de procedure die nu gevolgd is bij de proef regio, dat is op voorhand nog niet al te sterk en dat is toch wel een slecht voorbeeld van be sluitvorming en bestuurlijke samenwerking die toch wel zal moeten verbeteren. Daar wilde ik het bij laten, voorzitter. Mijn opmerking waarbij ik nog één opmerking wilde maken, de positie van het Streekarchivariaat De Markkant in deze - Oudenbosch neemt daar in deel - gaat die nog veranderen met deze procedure? Dat is het, voorzitter. De heer HERMES: Een korte opmerking, mijnheer de voorzitter. Op zich hebben wij geen probleem met het voorstel maar daar waar mijnheer Van Hoek net zegt dat het gedragen moet worden door de bevolking, zouden wij er in het verlengde daarvan willen wijzen dat ons inziens voorzichtig moet worden omgegaan met toekennen van taken omdat het voor grotere regionale besturen geen rechtstreeks gekozen bestuur is en de verantwoording naar de burger toe niet rechtstreeks kan plaatsvinden. Dus wij moeten voorzichtig zijn met het toekennen van taken. Pas wanneer het gedragen wordt door de bevolking dan denk ik dat dat beter en meer en rechtstreeks plaats kan vinden. Dank u wel. De heer HUIJPEN: Mijnheer de voorzitter, akkoord met het voorstel. Ik denk dat het belangrijk is om continue dus steeds in beeld te houden datgene wat verwoord staat onder 2, een proces van totstandkoming van samenwerking van onderop. Ik denk dat er dus - anders verwoord - steeds gezocht moet worden naar een breed draagvlak. Dat is naar de opvatting van mijn fractie van essentieel belang om in de toekomst in deze zo optimaal mogelijk te kunnen functioneren. Dank u wel. De heer VAN OOSTERHOUT: Voorzitter, met betrekking tot dit punt kan ik u zeggen dat wij ons kunnen vinden in de reactie zoals die door het Streekgewest wordt voorgesteld. Het voorstel zoals u het nu formuleert, waarbij u het standpunt van de gemeente nog eens even aan het end even accentueert, daarvan zeg ik van ik zou dat eigenlijk aangevuld willen zien met een aantal voor waarden die ook in de uitgebreide notitie van het Streekgewest worden genoemd en dat zijn de voorwaarden die betrekking hebben op de kwaliteitsverbetering die bereikt moet worden van bestuurlijk functioneren. Het tweede punt is de democratische legitimering van het geheel. Het derde punt is dat het gepaard moet gaan met het overdragen van taken van rijk, provincie en gemeente tegelijk en niet alleen van gemeente naar de regio. Die drie voorwaarden die in de notitie van het Streekgewest met nadruk worden genoemd, die denk ik zijn heel erg belangrijk, heel erg voorwaardelijk en de moeite waard om in het standpunt van onze gemeente nog eens extra accent te krijgen. Ik denk dat met name die democratische legitimering, anderen spraken daar ook al net over, het moet van onderen uit komen. Dat wil niet alleen zeggen dat het vanuit de gemeente uit moet komen, dat het tempo ook bepaald wordt door de gemeente maar dat het ook inderdaad juist de burger raakt omdat die rechtstreeks betrokken is bij de totstandkoming van een krachtig regio bestuur dat dat heel erg de moeite waard is om in de hele discussie even te worden opgelicht. Vandaar mijn pleidooi om dat in het standpunt van de gemeente aan het einde van uw voorstel nog eens op te nemen. Verder, voorzitter, is het zo dat onze instemming met dit voorstel met name ook is ingegeven omdat in de nota van het streekgewest eigenlijk argumenten worden teruggevonden die straks in onze eigen standpuntbepaling met betrekking tot de herindeling nog eens een keer terug komen. Ik vind het niet onbelangrijk dat die consistentie die er dan toch ligt tussen de opvatting die wij hebben met betrekking tot herindeling, dat die doorgetrokken zijn in deze nota en dat die dus op die manier elkaar naar mijn gevoel alleen maar kunnen versterken. Ik vind dat een heel belangrijk punt en vandaar dat wij met het voorstel in z'n geheel op deze manier kunnen instemmen en hopen dat u die nadere accenten nog wilt leggen. De VOORZITTER: Een opmerking die door u allen is gemaakt over de democratische legitimatie en ook het tempo als ik het zo maar even formuleer dat dat in alle rust stap voor stap, op de eerste 9

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1993 | | pagina 82