vanuit de regering, dat de systematiek van de gemeentegarantie opgeheven gaat worden. Dat dat als het ware overgedragen wordt aan de hypotheek-verstrekkers en dat die zelf met de banken en andere financiers vormen van gemeentegarantie moeten gaan geven. Hoe dat precies uitpakt dat kan ik op dit moment nog niet zeggen maar het zou betekenen dat binnen ongeveer een jaar de huidige systematiek voor gemeentes niet meer zal bestaan. Om dan nog een hele uitvoerige discussie hieraan te wijden lijkt mij wat overdreven maar laat ik het zo met u afspreken dat zodra wij wat meer informatie hebben over ontwikkelingen op rijksniveau op dit terrein dat wij daar dan even met u dan even in de commissie over terugkomen en dan kijken of en in hoeverre er nog verdere aanscherpingen van het een en ander moeten wisselen, op die open manier daarover te spreken. Wethouder, heb ik nog iets vergeten wat u van belangrijke informatie acht. De heer DEN BRABER: Het meest wezenlijke, voorzitter, heeft u al aangeroerd dat is het feit dat het systeem van gemeentegaranties inderdaad gaat verdwijnen op korte termijn, zo ziet het er naar uit, dat dat plaats moet maken voor het landelijke garantiefonds waarin de gemeente bestaande en nieuwe risico's kan onderbrengen onder de afkoopsom. Wij moeten met elkaar afwachten hoe dat precies uitpakt. Ten aanzien van het taxeren waar diverse fracties een opmerking over maken, kan ik melden dat deze raad als speelregel heeft afgesproken dat bij het aangaan van een gemeente garantie voor een bestaande woning, dus alleen voor een bestaande woning en niet voor nieuw bouw, dat er dan een taxatie zal plaatsvinden om te kijken of de gemeentegarantie past bij de waarde van de woning maar dat het getaxeerd gaat worden bij eventueel verkopen van de woning op het moment dat dus degene die garantie heeft niet meer aan zijn verplichtingen voldoet, daarover zijn geen spelregels afgesproken. Het is ook weinig zinvol denk ik want je kunt wel taxeren dat een woning bepaalde economische waarde heeft maar dat is niet meer dan een taxatie, je moet altijd nog maar zien dat je de taxatie uiteindelijk nog realiseert. Ten aanzien van het verhaal op betrokkene, waar de heer Huijpen op doelt, daarvan kan ik stellen dat er een regeling getroffen wordt. In hoeverre betrokkene aan de regeling kan voldoen, ja dat is een risico dat wij dan met z'n allen opnieuw gaan lopen maar ik kan u vertellen dat die regeling hem tot aan z'n laatste snik aan de broek hangt. De VOORZITTER: Behoefte aan een tweede termijn? De heer HUIJPEN: Ja, nog één opmerking, mijnheer de voorzitter. U zegt het systeem gemeente garantie dat zal wellicht binnen een jaar gaan verdwijnen maar waar het om gaat dat is natuurlijk van kunt u nu enig inzicht verstrekken om welke bedragen het op basis van een jaar gaat? Als wij dus zeg maar forse risico's lopen dan kan het toch zinvol zijn om toch een te kijken hoe dat wij dus met de randvoorwaarden verder om gaan. Dank u wel. De heer VAN OOSTERHOUT: Ja voorzitter, of er nu spelregels zijn of niet en of het systeem nu gaat veranderen is ook voor mij niet zo heel erg van wezenlijk belang maar voor elk geval waarin het college toestemming gaat geven voor onderhandse verkoop raadpleegt zij de commissie ABZ. Ik kan u verzekeren dat ik bij de volgende keer als u daar om komt wat betreft de bodem toch meer zekerheid wenst en geen carte-blanche-situatie kan ontstaan, dat kan ik u verzekeren, dat zal mijn inbreng zijn. De VOORZITTER: Dat wachten wij dan in positieve spanning af. Ja, mijnheer Huijpen, u kunt zich voorstellen dat ik op dit moment die bedragen op jaarbasis niet paraat heb. De gegevens waar u om vroeg, wat dat nu voor consequenties heeft. Mag ik zo met u afspreken dat als wij over de politiek in z'n algemeenheid gaan spreken dat ik dan zorg dat die informatie er is, dan weet ik waar wij het over hebben. Ik heb op dit moment de gegevens niet paraat. Mijnheer van Oosterhout, ja ik heb van uw opmerking goede nota genomen. Mag ik verder gehoord deze discussie aannemen en gelet ook op de toezeggingen die gedaan zijn verder akkoord gaat met het voorstel? Zonder hoofdelijke stemming wordt met algemene stemmen conform het voorstel besloten. 7

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1993 | | pagina 80