De heer VAN HOEK: Ja, voorzitter, kijk dat u zegt van ik hou vast aan het bedrag van 13.000,
Ik vind wel dat dat een uitdrukkelijke voorwaarde moet zijn dat het een werkkrediet is en dat wij dan
ook tijdelijk geïnformeerd worden van hoe het bedrag besteed wordt. Dat wij dus niet achteraf
geconfronteerd worden met wat voor zaken dan ook. Wij hebben gisterenavond de rekening '91
onderzocht en daar hebben wij ook wel eens het een en ander zo gezien en dan vinden wij toch
dat wij als raad tijdig bij overschrijdingen of wat dan ook betrokken moeten worden en ook bij de
bestemmingen van dit soort bedragen. Vooral als het om werkkredieten gaat dat wij daar tijdig
informatie over krijgen.
De heer HUIJPEN: Dank u wel, mijnheer de voorzitter. De WD-fractie die kan akkoord met het
voorstel mits het meubilair mee verhuist naar St. Anna. Wij hebben dat in de commissie ABZ
nadrukkelijk aan de orde gesteld en daar heeft u bevestigend op beantwoord. Wij gaan er van uit
dat dat op dit moment niet gewijzigd is dus dat is eigenlijk de "mits" die wij eraan willen verbinden.
Dank u wel.
De heer HERMES: Ja, voorzitter, u geeft eigenlijk het antwoord op onze stellingen zelf al. U zegt
van wij zouden wel gek zijn als wij meubilair gingen kopen wat wij niet nodig hadden. Ik acht het
college zeker niet gek en ik heb alle vertrouwen in de zaken die zij doen, maar wij blijven van
mening dat zaken strak geregeld moeten worden en dat geldt dan voor ons voor alle zaken, ook
voor werkkredieten. Dienovereenkomstig zeggen wij, volgens de planning die u gemaakt heeft is er
geen 13.000,nodig maar 9.000,en wij handhaven de hoogte van het bedrag op 9.000,-.
De heer VAN OOSTERHOUT: Voorzitter, u mocht uit mijn stilzwijgen tot nu toe begrijpen dat wij het
eens zijn met het voorstel zoals het hier voorligt. Ik heb er ook geen behoefte aan om zaken die in
de commissie aan de orde zijn geweest om die opnieuw over te doen hier. Ik wil alleen nog even
reageren op datgene wat mijnheer Hermes nu inbrengt. Ik denk dat het onverstandig is om laten wij
zeggen min of meer personeelsbeleid wat men zou willen voorstaan en wat gedelegeerd is aan het
college, om dat te willen voeren via dit soort kredieten. Ik vind dat een manier van werken die mij
niet zo zeer aanspreekt. Dank u wel.
De VOORZITTER: U heeft behoefte aan nog een korte reactie daarop omdat u rechtstreeks
aangesproken werd?
De heer HERMES: Kijk, ik heb in de commissie al de opmerking gemaakt, voorzitter, en ik doe nu
toch de commissie even over ondanks de bezwaren van de heer Van Oosterhout, maar ik heb in
de commissie al gezegd dat eigenlijk het geld wat bestemd is voor bedoeld meubilair, waar ik dus
over spreek, zelfs als werkkrediet niet nodig is. Ik heb daar toen van gezegd van nou als het zo is
dan denk ik dat wij akkoord moeten gaan. Wij hebben dat in de fractie besloten en de fractie is van
mening dat het werkkrediet tot 9.000,beperkt kan worden. Daar is niets commissie overnieuw
doen, dat is gewoon terugkomen op een eerder genomen standpunt. Wij durven dat, daar schamen
wij ons niet voor.
De VOORZITTER: Mijnheer van Hoek, ja wij zullen u tijdig informeren, dat had ik al toegezegd in
eerste termijn. Mijnheer Huijpen, ik herbevestig uw opmerking dat als het meubilair is wat wij
aanschaffen dat dat zo gekozen zal worden dat het mee zal verhuizen en op of andere manier door
de leverancier zal worden teruggenomen tegen de betaling zodat daarmee het hele pakket in ieder
geval dus geen uitgaven die bij een verhuizing straks verloren gaan. Mijnheer van Oosterhout, ik
ben het met u eens met uw opmerking, ik zie dat ook als ondersteuning in de richting van het
college. Ik denk dat wij op een bepaalde wijze tussen raad en haar dagelijks bestuur, het college,
om zouden moeten kunnen gaan, dat het vertrouwen er is dat alleen datgene wordt aangeschaft
wat noodzakelijk is. Ik heb daar ook in de richting van de heer Van Hoek al een opmerking en
toezegging over gedaan en om niet voor steeds toch kleine posten op zich weer opnieuw aparte
kredieten te moeten aanvragen wat in wezen een uitwerking van zaken die al op de begroting
staan. Daarom wou ik toch voorstellen om op basis van het bedrag zoals het hier nu staat het
voorstel voor te leggen ter besluitvorming. Ik mag aannemen dat iedereen akkoord is onder
5