vanavond aan u voorliggen en aan u voorgelegd gelegen hebben in het verleden. Daarop
aansluitend, voorzitter, de beheersvorm van de nieuwe gebouwen. Wij hebben dan over het nieuwe
gemeentehuis, de bibliotheek en de muziekschool. Het is zo, en de heer Hermes heeft ernaar
gevraagd, dat de gemeente opdrachtgever wordt voor de uitvoering van deze werkzaamheden. Wij
hebben contact met een adviesbureau dat ons zal adviseren, dat ons en u als raad zal adviseren
bij het tot stand brengen van die beheersvorm en wij hebben daar de keuze uit een stichting maar
het zou ook een beheer BV kunnen worden. Wij hebben de tijd om dat allemaal met elkaar in goed
overleg vorm te geven tot het moment dat het plan als het ware sleutelklaar is, dus in de loop van
volgend jaar opgeleverd wordt. Op dat moment moeten wij met elkaar overeenstemming bereikt
hebben van hoe dat beheer vorm moet krijgen, hoe de verantwoordelijkheden daarbinnen liggen. Ik
denk dat de commissie ABZ het meest geijkte instrument is om die discussie met elkaar te voeren
en de tijd daarvoor ruimschoots te nemen. Er zit vanuit fiscaal-juridische argumenten geen enkele
tijdsdruk op tot het moment in van de voltooiing van de werkzaamheden van het sleutelklaar zijn als
het ware want dan moet de eigenaar van de 3 gebouwen waar wij het hier over hebben dus het
gemeentehuis, de bibliotheek en de muziekschool. Als dat een ander rechtspersoon is moet dat
bekend zijn. Dat houdt ook in, dat is een vraag die de heer Van Hoek heeft gedaan, dat als wij ons
zelf dat opleggen om dan die beheersvormen rond te hebben dat de BTW over het krediet buiten
werking kan blijven. Dat de vooraftrek meegenomen kan worden bij uittrekken van het krediet.
Daarmee, voorzitter, samen met u heb ik denk ik de resterende vragen die de ONS-fractie nog had
beantwoord. Dan kom ik bij de bijdrage van de fractie van de WD. Die begint met ons te corrigeren
waar wij schrijven dat de raad unaniem in juni 1988 de structuurschets heeft vastgesteld. Ik ga hier
vanavond geen stukje staatsrecht afgegeven, voorzitter, maar de raad heeft dat unaniem vastge
steld en "mitsen en maren" kennen wij in besluiten niet. De raad heeft toen met 15 mensen
besloten om die structuurschets als raamplan voor de stadsvernieuwing in Oudenbosch vast te
stellen en dat is dat. Dan zegt de WD-fractie: "Wij investeren veel liever in mensen dan in stenen".
Wij doen dat graag met haar want het aantal voorbeelden die zij noemt daarvan kan ik dus melden
dat de raad wat dat betreft bepaald niet heeft stil gezeten. Ik wil memoreren dat wij aan verkeers
veiligheid, inclusief de spoorwegovergangen, inclusief de plannen die wij voor de komende jaren
nog hebben, zo'n V/2 miljoen uit gaan geven, dat wij druk bezig zijn met investeren in het milieu,
dat wethouder Van Overveld in het huidige jaar en ook voor de komende jaren ruimte heeft voor
om te investeren in sociaal-culturele accommodaties en speelvoorzieningen en dat wij van plan zijn
in het kader van het rioolbeheer, ook voor de Strijmondlaan nog dit jaar een plan aan u voor te
leggen. Wat dat betreft wordt de WD-fractie op z'n wenken bediend. Ik zal dat niet doen waar zij
pleit om als gemeente bij te dragen in de aansluitkosten op de riolering want dat zou zeer
onrechtvaardig zijn ten opzichte van de 4400 andere huizen in Oudenbosch die die bijdrage van de
gemeente niet gekregen hebben.
De heer HUIJPEN: Mijnheer de voorzitter, mag ik even wat vragen? De wethouder zegt nu wat hij
allemaal wel gaat doen maar kunt u nu ook aangeven van wat er allemaal zou moeten gebeuren
om dus de tekorten op te heffen.
De VOORZITTER: Mag ik dan even verwijzen naar datgene wat ik zelf bij de aanvang van deze
termijn heb genoemd. Ik heb verwezen naar de voorstellen, de adviezen die liggen in het kader van
de voorjaarsnota. Daarin ligt het hele plaatje, het is een integrale aanpak voor u en daarin kunt u
zien hoe de voorstellen zullen luiden om bepaalde tekorten op te heffen. U heeft daar een gedeelte
van niet kunnen bijwonen, u heeft inmiddels al kennis gedragen van de totale voorstellen zoals ze
voorliggen. Ik zou u willen aanraden om de discussie over de voorjaarsnota en de begroting '94 te
voeren op het moment dat die geagendeerd staan.
De heer HUIJPEN: Ik vind wel, mijnheer de voorzitter, dat de reactie volledig moet zijn. Dus
enerzijds wordt aangegeven van nou dit en dat gaan wij invullen en gaan wij doen anderzijds vind
ik ook, en ik vind ook weer dat de burgers dat recht op hebben, dat het college dus duidelijk aan
moet geven in de reactie op dit moment wat het betekent in z'n algemeenheid voor het voorzienin
genniveau. Want het komt dan leuk en aardig over van we doen dit en we doen dat en we doen
zus en we doen zo, maar waar het om gaat dat is van wat moeten mensen inleveren om een en
ander mogelijk te maken?
15