De VOORZITTER: Het principe is duidelijk. Wij zullen conform het principe proberen het verder uit te voeren en dan zal het ook dienovereenkomstig gewijzigd moeten worden. Indien blijkt dat in het kader van de rijksregelgeving dat niet kan, dan is het stuk zoals het hier op tafel ligt verder als zodanig besloten. Ik denk dat dat de beste afspraak is. U gaat daarmee akkoord? Dan is op die manier besloten. Zonder hoofdelijke stemming wordt met algemene stemmen conform het voorstel besloten. 06. Voorstel tot ongegrond verklaren van het bezwaarschrift van Stichting voor Volwas seneneducatie "De Lelie" tegen de vaststelling van subsidie inzake de cursus vluchtelingen over 1991. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt met algemene stemmen conform het voorstel besloten. 07. Voorstel tot ongegrond verklaren van het bezwaarschrift van Stichting voor Volwas seneneducatie "De Lelie" tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders voor 1993 geen extra middelen toe te kennen ten behoeve van Basisedu catie. De heer VAN AGTMAAL: Mijnheer de voorzitter, in overleg met "De Lelie" is op 18 maart 1992 duidelijk door de wethouder toegezegd a. dat men de cursisten wel de gelegenheid moet geven om hun cursus af te maken en b. het werkplan '92 geldt als basis gedurende de overgangsperiode. Mijnheer de voorzitter, deze twee toezeggingen spreken voor zich. Wij zitten nu in de overgangspe riode en voor de WD-fractie is het dan ook duidelijk dat de gehele cursussen in onverkorte vorm afgemaakt moet kunnen worden. De WD-fractie is dan ook van mening dat het bezwaarschrift gegrond verklaard moet worden. De heer VAN OVERVELD: Ja voorzitter, het is een herhaling van zetten vanuit de commissie. Wij verschillen daarover van opvatting. Er is inderdaad gezegd dat als basis zou dienen 1992 wat niet wil zeggen dat als je iets als basis neemt dan elk detail wordt overgenomen. Dat is één. Twee. De cursus wordt afgemaakt zij het in verkorte vorm. Dus ook wat dat betreft is er niets aan de hand wat ons betreft. Ja, ik kan een heel verhaal houden maar dan ga ik de commissie overdoen. De heer VAN AGTMAAL: Ik wil de commissie ook niet overdoen, mijnheer de voorzitter. Ik zal de commissie ook niet overdoen, dat heeft inderdaad weinig zin. Ik heb in de commissie gezegd dat ik op dat moment geen uitspraak wilde doen omdat ik eerst met mijn fractie ruggespraak wilde houden. Dat hebben wij dus gedaan. Mijn fractie is van mening dat het in verkorte vorm uitvoeren de kwaliteit van de cursus zeer ten nadelen komt. De heer VAN OVERVELD: Wat de heer Van Agtmaal zegt is juist. In de commissie heeft hij geen advies gegeven en ik neem er nu kennis van. Over de kwalititeit van de cursus matig ik mij op dit moment geen oordeel aan. Ik heb daar wel een idee over maar geen echt oordeel; ik onthoud mij daarvan. De VOORZITTER: Mag ik concluderen, dat gehoord de discussie van zo even de raad akkoord gaat met dit voorstel met aantekening dat de twee leden van de WD-fractie geacht worden tegen gestemd te hebben? Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten met de aantekening dat de WD-fractie tegen is. 08. Voorstel tot het ongegrond verklaren van een bezwaarschrift van de Stichting Emcee tegen de vaststelling van de subsidie voor 1981. 3

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1993 | | pagina 27