23. Rondvraag. De heer VAN AGTMAAL: Ja, mijnheer de voorzitter, mijn is ten oren gekomen dat in het complex St. Anna gierzwaluwen zitten en ook broeden. Ik heb begrepen van een ornitholoog, ja een moeilijk woord maar ik heb het ook opgeschreven, dat het een beschermde diersoort is, een beschermde vogelsoort is en die broedt van half mei tot augustus. Wat gaan wij daar mee doen? Wachten wij direct met slopen of Nee, mijnheer Hermes, dit is ook een serieuze vraag van mensen die zich druk maken om beschermde diersoorten. De heer DEN BRABER: Dat was mij nog niet ten oren gekomen maar ik zal mijn oor eens te luisteren leggen bij mensen die er ook verstand van hebben. De VOORZITTER: En u hoort daar nog over. De heer HUIJPEN: Dank u wel, mijnheer de voorzitter. Een vraag is aan het college hoe dat het college om denkt te gaan met het voorstel van de bewoners van de Molenstraat. Die hebben een erg constructief voorstel gedaan met betrekking tot groen, verkeersrem mende maatregelen enzovoorts. Een volgende vraag, mijnheer de voorzitter. Is mijn informatie juist dat de Raad van State een hinderwetvergunning heeft vernietigd van een witloftrekkerij? Zo ja, hoe denkt het college daar verder mee om te gaan? Dank u wel. De heer DEN BRABER: Formeel verzoek van de bewoners van de Molenstraat en ik denk dat u doelt op de problematiek die in de pers afgelopen dagen uitvoerig aan de orde geweest, heeft ons niet bereikt. Als dat binnenkomt dan zal dat via de normale kanalen afgehandeld worden. Mij is niet bekend dat de hinderwetvergunning voor een witloftrekkerij vernietigd is. Er zijn wel door de Raad van State een aantal artikelen uit de vergunning geschrapt. Die onderdelen zullen opnieuw door de molen moeten. Mevrouw DIRVEN-VAN AALST: Dank u, voorzitter. Als iedereen nog even de tijd wil nemen dan. Ik heb een vraag. In april is u bekend dat de provinciale adviescommissie Worrell haar bevindingen gepubliceerd heeft inzake de stand van zaken hulpverlening in onze provincie Noord-Brabant. Daar zijn nogal wat schokkende dingen uitgekomen onder andere dat het nogal schort aan de mobiele opvang van de jeugd en dat houdt zoveel in dat Worrell toch eigenlijk weer zegt van wat op de straat heel veel gebeurt waar wij geen weet van hebben en dat directe hulpverlening heel hard nodig is. De gemeente die kan tot 1 juni reageren op de voorstellen of de bevindingen van Worrell en omdat de uitspraken van de commissie ook belang hebben bij ons internaat en het voortbestaan daarvan want dat wordt daar ook in genoemd. Hij zegt ook dat eventuele subsidiëring van internaat gekort en ten kosten moeten gaan van die ambulante hulpverlening op straat. Ik denk dus dat het voor onze raad heel erg belangrijk is te weten wat wij als reactie op de adviescommissie Worrell insturen. Dank u. De heer VAN OVERVELD: Ik weet dat het rapport er is, ik heb het nog niet in handen gekregen dus ik kan er ook geen zinnig woord verder over zeggen. Ik weet dat er een en ander gezegd wordt over onder andere instituut Saint Louis en ik zal het proberen via de afdeling zo snel mogelijk in huis te krijgen als wij het al niet hebben maar ik heb het in ieder geval nog niet gezien. Mevrouw DIRVEN-VAN AALST: U heeft nog maar 3 dagen tijd voor een reactie dus ik denk dat dat De heer VAN OVERVELD: Nou deze raad heeft in het verleden al bij moties gereageerd in diverse richtingen dus op zich is de opvatting van deze raad buiten deze zaal wel bekend. De VOORZITTER: Een korte aanvulling, niet helemaal gebruikelijk bij een rondvraag. De strekking van de adviezen van de commissie Worrell zijn voornamelijk gericht op de hulpsoorten en hebben heel nadrukkelijk geen enkele keuze gemaakt en willen maken over de voorzieningen als zodanig en de instituten als zodanig. Dat even als kleine aanvulling. 43

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1993 | | pagina 116