dat één of twee keer pijn en daarna kun je mensen op dezelfde wijze zeg maar in trendmatige
verhogingen danwel anderszins laten mee gaan. Dan kunnen wij nog reeks van jaren blijven
roepen, nog 8 jaar ofzo, van die buitensport en die binnensport dat klopt niet met elkaar. Ik geef er
eigenlijk de voorkeur aan om die termijn aanmerkelijk te verkorten en zo snel mogelijk tot een reële
vergoeding voor accommodaties te komen. Het 60+-tarief. Je kunt je afvragen en ik heb dat ook
afgevraagd van waarom geef je kortingen? Reducties die moeten een bedoeling hebben. Volgens
mij kun je om 2 redenen reducties of kortingen geven. De ene reden is van je hebt te maken met
weinig draagkrachtige mensen en dan voer je een OV-jaarkaart op zoiets in, dan zorg je dat
mensen toch in de gelegenheid gesteld worden om gebruik te maken voor voorzieningen. Een
andere reden kan zijn dat je ontwikkelingen wil stimuleren of bepaalde activiteiten wil stimuleren en
je daarom op bepaalde momenten kortingen geef. Ga ik nu naar het 60+-tarief kijken dan kan ik
me voorstellen dat je een behoorlijk aantal jaren geleden te maken had met een bejaarde die
eigenlijk niet zo gewend was aan, of eigenlijk aan mensen überhaupt want die waren toen ineens
nog niet bejaard 20 jaar terug, die aan oudere jongeren - middelbare leeftijd zal ik maar zeggen,
mijn leeftijdsgenoten - die waren niet gewend aan sport op dat moment. Twintig jaar terug was
men er niet aan gewend. Sporten was iets voor de jeugd en dat was sterk in opkomst. Om te
stimuleren dat je ook ouderen aan het sporten kreeg, kon je proberen ze door middel van
aantrekkelijke tarieven bijvoorbeeld naar je accommodaties te lokken. Niet zo zeer ter vulling van je
accommodatie maar meer ook om ouderen aan het bewegen te krijgen. Ik denk dat je na een
cultuur van 20 jaar sport waarbij wij ook in het Oudenbossche zien dat sporten bij ouderen, meer
beweging voor ouderen, bij hele grote groepen populair is in alle mogelijke vormen. Dat het
stimuleren van het gaan sporten bij ouderen dat dat niet zo meer voorop hoeft te staan. Binnen alle
sportbonden is bovendien op dit moment nogal wat activiteit gaande om de ouderen die men in
verenigingen heeft te houden danwel andere ouderen er nog bij te krijgen. Dus voor de gemeente
bestaat niet zo direct meer de noodzaak om ouderen te prikkelen om toch maar vooral te gaan
zwemmen in dit geval. Voor mij vervalt dat argument een beetje van dat 60+-tarief om die reden.
Waarom moet je het dan nog doen? Omdat wij te maken zouden hebben met weinig draagkrach
tige mensen? Ik ontken dat want door onze welvaart-maatschappij hebben de meeste mensen toch
dusdanige voorzieningen verworven dat ze ook al zijn ze niet meer in arbeidszame leven werkzaam
daar een behoorlijk inkomen nog aan over hebben. Dat betekent dat de draagkracht ook niet echt
voor mij het grote argument hoef te zijn om zo'n 60+-tarief in te voeren. Bovendien vind ik het getal
60 tamelijk willekeurig want als je nu kijkt naar de ontwikkelingen dan ben je met 55 behorend tot
de groep die ouderen genoemd wordt. Daarnaast zie je de nieuwste ontwikkeling en verwachting
voor de toekomst dat mensen juist langer zullen moeten gaan werken in plaats van nog korter. Dat
betekent dat je niet bij 60+-ers maar nog bij een hogere leeftijd zou moeten gaan zitten wil je het
koppelen aan echt de pensioengerechtigde leeftijd, bovendien zit die ook niet bij 60.
De heer HUIJPEN: Is daar werk voor, mijnheer de voorzitter?
De heer VAN OVERVELD: Dat is niet aan mij om dat te bepalen maar ik kijk om me heen en ik zie
wat er zo links en recht beweerd wordt aan ontwikkelingen en verwachtingen en dan is de
algemene verwachting dat men in de toekomst langer zal moeten werken. Blijkbaar zal dat ervan
komen. Ik ben bang dat als het tegen de tijd dat ik zou kunnen profiteren van de VUT het er niet
meer zal zijn. Los daarvan het inkomensargument weegt eigenlijk ook niet meer. Dus voor moet ik
vaststellen zijn er heel weinig steekhoudende argumenten meer om dat 60+-tarief in stand te
houden en als wij dan toch puur om financiële redenen keuzes moeten maken kan ik mij heel wel
voorstellen dat je bij dat tarief ook deze keuze maakt. Wellicht ook bij andere zaken maar ik zou
niet weten waarom hier niet bij geëmancipeerde ouderen van 1993 na 20 jaar welvaartsstaat met
alle positieve elementen die dat met zich meebrengt moet dat eigenlijk niet meer nodig zijn. Dan
heb ik nog de opmerking van de heer Van Agtmaal over 8 jaar 2% boven de trendmatige verhoging
en dat soort zaken, ja ik heb u in de commissie WOS gevraagd wat de opvatting was. U heeft
eigenlijk geen enkele opvatting gegeven. Wij hebben het dus ook
De heer VAN AGTMAAL: Dat bestrijd ik zeer, mijnheer de voorzitter. Ik heb duidelijk gezegd dat ik
met het voorstel terug moest naar de fractie.
40