In de eerste plaats het opnieuw instellen van het fonds ziekteverzuim om dat op zo'n wijze eigenlijk om te bouwen dat wij akkoord gaan met de suggestie ik neem daar post voor op. Dat betekent dat het verschil tussen de 15.000,stelpost zoals die is genoemd en de rentelasten a raison van 11.250,dat is een verschil van 3.750,om met dat voorstel van u dus mee te gaan. De dekking dus die 3.750,om die te gebruiken uit de nog resterende ruimte van 64.000,op het gebied van personeel in z'n totaliteit. Dan blijft daar afgerond als ik het zo mag noemen, een bedrag van 60.000,over. Het voorstel onzerzijds is om dat nu niet in te wisselen voor die suggestie die u op tafel ligt maar om dat te parkeren als een bedrag van 60.000,onder de zéér nadrukkelijke toezegging onzerzijds ten aanzien van de hele personeelsontwikkeling en invullen van vacatures die er op dit moment wellicht zijn en die misschien door wat verloop zullen gaan ontstaan, om die uitdrukkelijk niet in te vullen voordat er met u en met u wellicht in de eerste plaats via de commissie ABZ samen met het Managementteam eens heel nadrukkelijk alle personele ontwikkelingen eens goed met elkaar in kaart te brengen. Het geeft u dan op dat moment de gelegenheid om het hele personeelspakket integraal eens goed te bekijken. Het geeft u de gelegenheid op dat moment als u denkt dat het kan en moet om iets met die resterende 60.000,- - nog te doen. Zo niet dan kunnen wij na die discussie maar die dan echt over het hele pakket personeelszaken zou moeten gaan, kunt u alsnog besluiten om die 60.000,op een andere wijze in te vullen. Dat is eigenlijk op dit moment het voorstel onzerzijds. Nogmaals die 60.000, apart te houden, wat ons betreft niet aan te komen. Eerst met u een fundamentele discussie over het personeel voeren en dan alsnog daar een besluit over te nemen en wel de stelpost ziektever zuim maar dan op de wijze zoals ik hem net heb geformuleerd te gebruiken a raison van 3.750,- -. Dat is op hoofdpunten de reactie mijnerzijds. Ik wou eigenlijk niet meer herhalen de opmerkingen die u in het algemeen heeft geplaatst over de weinig rooskleurige situatie, die is ons allen bekend. U heeft ook zelf gemerkt dat wij langzamerhand krib op de hele situatie beginnen te krijgen aan de ene kant somber maar er is licht in de tunnel. Ik verwacht dat wij daar aan het eind van het jaar als u allen begrotingscijfers voor '94 heeft en ook de rekeningen een duidelijker beeld geven dat wij dan op een hele andere wijze met elkaar in discussie komen. Dat was mijnerzijds een reactie. Ik geef graag nog het woord aan wethouder Van Overveld om nog even in te gaan op met name die twee onderdelen OETC-vervoer en schoolzwemmen. De heer VAN OVERVELD: Ja, voorzitter, ik wil dat doen met name omdat ik bij de WD bemerkt dat zij tegen deze voorstellen zijn. Het enige argument wat daarvoor wordt aangevoerd is dat men het voorzieningenniveau zoveel mogelijk zullen willen handhaven. Ik wil toch even niet ongezegd laten dat wij dat zeker ook willen. Ik ben ook helemaal niet blij en ik denk niemand van ons dat wij op een aantal fronten wat gas moeten terugnemen. Wij zien zeker de voordelen van het gebruik van het busje, wij zien zeker de voordelen die zitten aan het schoolzwemmen zoals dat nu georganiseerd is. Maar als je van een aantal kwaden de minst kwade moet kiezen dan lijkt deze keuze in elk geval een verantwoorde want het houdt zaken in stand en hoeft daardoor niet echt iets weg. Ik wil ook uitgesproken hebben dat wij in ieder geval blij zijn met een brede steun in de raad want dat zal de gesprekken die met name mijn persoon zal moeten houden met de betrokkenen in ieder geval rugsteunen. Bedankt. De VOORZITTER: Dank u wel. Ik heb verzuimd om nog even op een onderdeel in te gaan in de richting van de heer Huijpen. U stelt ten aanzien van de punten 3 en 4 dat u daarmee akkoord gaat. Ik heb daar net ook al een en ander over gezegd. De punten 1 en 2 daar bent u tegen en u noemt ook nog de post bezuiniging op de begraafplaatsen en de vijvers van Velletri. Ik had u eigenlijk al bij een interruptie in eerste termijn gevraagd van onderbouwd u dat eens nader, geeft u daar een alternatieve dekking voor. Wij hebben die eigenlijk uit uw mond niet gehoord. Het is daarom ook voor het college erg moeilijk om het verder te kunnen afwegen. De heer HUIJPEN: Op zich is het natuurlijk best wel gecompliceerd in die zin, ik zal het simpel verwoorden, door het beleid dat gevoerd is daardoor staat ook de WD-fractie op een bepaald moment met de rug tegen de muur. Met andere woorden de middelen zijn uit de portemonnee gehaald en vervolgens wordt dan wanneer wij dus een ander beleid voorstaan, wordt dat gevraagd van waar haal je de middelen nu weer vandaan? Ik zou bijna populair willen zeggen van zo lust ik er nog wel een. Snapt u wat ik bedoel? Maar dat wil niet zeggen dat wij op een constructieve wijze 34

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1993 | | pagina 107