ondersteun. Het mag duidelijk zijn, dan herhaal ik het nog een keer, de notitie geeft voor de fractie
van de Partij van de Arbeid geen enkele aanleiding om opmerkingen te maken of wijzigingen voor
te stellen. Wij kunnen ons er prima in vinden.
De VOORZITTER: Dan zal ik nu antwoorden in de tweede termijn nadat er even een interruptie is
geweest die ik toegestaan heb. Ik zal er heel kort in zijn. Ik proef toch nog even en daar wil ik u
toch op attenderen, ik hoor naar onze smaak iets te vaak de woorden randgemeenten en het
bijvoegen van kernen bij Oudenbosch. Laten wij toch met ons allen niet alleen in woorden maar ook
in gedachten en ook onze uitingen net even een andere wijze van denken over de hele situatie
hebben, over dit probleem hebben. Er is dus sprake, ik heb het daarstraks gezegd en ik zeg het
nog een keer, er zal straks sprake zijn van een nieuwe gemeente. Dat kan dan zijn en dan kun je
natuurlijk allemaal op de kaart kijken, wie kunnen er allemaal bij? Dat kan de kern Hoeven, de kern
Bosschenhoofd, de kern Standdaarbuiten, de kers Oud- en Nieuw Gastel, de kern Zegge en ik
denk dat je niet veel verder geografisch hoef te gaan want dan maak je je zelf min of meer
belachelijk. De keuze daarin is in dit stadium, en dat zeg ik nadrukkelijk, in dit stadium naar onze
smaak niet aan ons. Wij hebben het uitgangspunt neergelegd. Daar zullen door anderen mee
gewerkt moeten worden en dan komt er een moment, als daar een eerste voorstel vanuit GS ligt en
opnieuw inspraak ingaat dan zal dat nader ingevuld zijn en dan komt er een moment dat wij, waar
u zo graag om vraagt, die vorm van duidelijkheid moeten geven. Op dit moment kunnen wij
volstaan met het uitgangspunt zoals wij die geformuleerd hebben, maar er zal zeker een moment
komen dat het moet. Ik kan constateren dat wij hiermee de tweede termijn afgerond hebben en dat
u verder akkoord gaat met deze notitie? Wij zullen die dus meenemen als belangrijk uitgangspunt
voor de discussie en tevens ook datgene wat u nu ingebracht heeft ook inbrengen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt met algemene stemmen conform het voorstel besloten.
21. Voorstel tot het vaststellen van de voorjaarsnota 1993.
De heer VAN HOEK: Voorzitter, het is een goede zaak dat wij nu geconfronteerd worden met de
bijstelling van de begroting 1993. Gisterenavond hebben wij bij de controle van de jaarrekening '91
zijn wij nogmaals geconfronteerd onder andere via het rapport van het verificatiebureau over de
grote rekeningstekorten die onze gemeente heeft gekend in 1990 en 1991. Daarom is het alleen
maar een goede zaak dat wij snel op de hoogte zijn van wat er ons allemaal te wachten staat voor
1993. Het resultaat van 1992 is nog onzeker. Wij hebben alvast een voorlopige indicatie gekregen
maar dat zal - zoals de indicatie is - positiever uitvallen dan de grote tekorten die wij in 1990 en
1991 gekend hebben. Ook in deze notitie, voorzitter, zijn duidelijk merkbaar de gevolgen van de
verslechterende economische situatie in ons land. Er staan termen in de nota van ombuigingen,
bezuinigingen, een pas op de plaats is het parool. U zegt zelf dat de situatie somber is, al heeft u in
een eerdere bijeenkomst gezegd dat het licht in de tunnel te zien was dus daar houden wij ons
maar aan vast. Toch heeft deze notitie ons duidelijk gemaakt, voorzitter, dat de instelling van de
financiële commissie vorig jaar een harde noodzaak is geweest om toch de nodige voorstellen op
papier te krijgen om de financiële situatie van onze gemeente op langere termijn weer in orde te
krijgen. Wij hebben dat overleg gevoerd met de partij ONS in een positieve instelling en wij hebben
dat overleg als goed ervaren en daaruit zijn dus de Partij van de Arbeid en ONS - het is goed dat
de heer Jongenelen mij corrigeert, ik ben teveel onder de indruk van 2Vz% voorzitter - maar die
ervaring in de financiële commissie heeft alleen maar positief gewerkt om samen toch de proble
men waarvoor wij in Oudenbosch staan om die op te lossen. Daar hebben wij dus een compromis
over gesloten en dat is als bijlage bij de voorjaarsnota zijn die zaken naar voren gekomen. Ik wil
alle zaken, voorzitter, want dat hebben wij in de nota al uitputtend behandeld in de commissie ABZ,
wil ik eigenlijk nog maar een paar zaken ingaan zoals die hier ook door u genoemd zijn. Dat betreft
met name het eerste punt, de beëindiging van de subsidie van het OETC-onderwijs en dan met
name het vervoer. Wij hebben daar als fractie nog uitvoerig over gesproken en ook in het overleg
met de 2 fracties hebben wij daar nader overleg gepleegd. Via de contacten met de vakmensen in
de commissie gaan wij toch akkoord met deze bezuiniging voor 1993 van 6.400,omdat toch
gebleken is dat dat voor de rest geen nadelige gevolgen zal hebben voor het onderwijs op zichzelf
29